Anselm

Kiefer in 6K

Anselm

Met de meest geavanceerde 3D-camera’s bracht Wim Wenders de grootse kunst van zijn goede vriend Anselm Kiefer haarscherp in beeld. Het levert een monumentale documentaire op, die vooral de megalomane schaal van Kiefers werk weet over te brengen.

Grof gezegd werkt de Duitse filmauteur Wim Wenders in twee modi. Hij maakt onderzoekende fictiefilms over efemere momenten uit het leven van dwalende zielen of persoonlijke documentaires over kunstenaars die hem aan het hart gaan.

In die fictiemodus maakte hij tijdloze meesterwerken als Alice in den Städten (1974), Paris, Texas (1984) en Der Himmel über Berlin (1987), steengoede klassiekers die hij de afgelopen decennia niet meer heeft kunnen evenaren. Inmiddels staat Wenders meer bekend om zijn non-fictiewerk, met iconische muziekdocumentaire Buena Vista Social Club (1999) en beeldschoon 3D-filmportret Pina (2011) over wijlen choreograaf Pina Bausch als hoogtepunten.

Op de afgelopen editie van Cannes liet Wenders echter zien dat hij beide type films nog (een beetje) in zich heeft. Het in Nederland nog te verschijnen Perfect Days is ieder geval zijn beste fictiefilm sinds jaren. En op hetzelfde festival stond hij ook met deze fascinerende en vreemde documentaire in 3D over de kunstenaar Anselm Kiefer.

Wenders’ interesse in het werk van Kiefer is logisch. Deze Duitse kunstenaar maakt grootse kunst met een hoofdletter K: gewichtige stukken die hun vaak ruwe en industriële materialiteit verbinden aan een even macabere als speelse vorm van schoonheid. Als generatiegenoten deelden Kiefer en Wenders – overigens dierbare vrienden van elkaar – bovendien een bepaalde artistieke missie om in hun werk het naoorlogse Duitsland te confronteren met zijn trauma’s. In zekere zin onderzoekt Wenders via Kiefer hier dus ook een deel van zijn eigen kunstenaarschap.

Als kunstdocumentaire in 3D lijkt Anselm conceptueel gezien best veel op Pina, maar op stilistisch niveau gaat Wenders hier anders te werk. Pina zette de derde dimensie van de 3D-camera in om de vloeiende bewegingen in Bausch’ choreografie met meer subtiliteit te vangen, terwijl Wenders en director of photography Franz Lustig hier juist de architectonische omvang en overdadige textuur van Kiefers werk opzoeken. Of je de grote gebaren in Kiefers kunst mooi of goed vindt daargelaten, wat Anselm vooral op weergaloze manier overbrengt is de schaal van zijn werk. De galmende hangars, talloze archiefkasten en uitgestrekte stukken land die Wenders filmt in en rondom Kiefers ateliers verklappen ook dat Kiefer een van de weinige hedendaagse kunstenaars is die schijnbaar eindeloze ruimte en middelen tot zijn beschikking heeft.

Het is dat megalomane idee van de Grote Kunstenaar waarmee Anselm speelt en dat de film weerspiegelt in zijn eigen monumentale vorm. Anselm is geschoten met de nieuwste 3D-camera’s, op 6K – zo’n hoge resolutie dat filmtheaters niet eens de techniek in huis hebben om deze documentaire in origineel formaat te projecteren; de huidige standaard blijft nog steken op 2K.

Inhoudelijk is Anselm echter minder scherp, met te bedachte fictie-reconstructies die het leven van Kiefer achter zijn gigantische doeken probeert te verbeelden. Anselm weet op zulke momenten nooit echt de emotionele resonantie te vinden die wellicht nog in het materiaal zit. Het blijft een verbluffend mooi gemaakte kunstdocumentaire, maar hooguit een die wel de schoonheid, maar niet de poëzie van zijn onderwerp weet over te brengen.