Filmnieuws – Oktober 2009
Het filmnieuws van oktober 2009: een relletje rond Wit licht/The Silent Army, crisis bij Contact Film en geen koninklijk handje voor Halina Reijn.
Rel over Silent Army
Of The Silent Army wel of niet naar de Oscars zou gaan was bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet bekend. De Oscar-commissie van Holland Film was nog druk aan het vergaderen. De commissie kwam opnieuw bij elkaar, nadat een viertal producenten bezwaar aantekende tegen de voordracht, omdat de film niet aan alle eisen van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences zou voldoen. Zo zou er te veel Engels in de film worden gesproken en werd The Silent Army nooit officieel uitgebracht in de Nederlandse bioscopen. The Silent Army is een drastische hermontage van de film Wit licht met Marco Borsato, die vorig jaar december al in de bioscopen te zien was. Op aanwijzing van de Franse producent en filmcriticus Pierre Rissient werd de moeizaam ontvangen film over kindsoldaten in Afrika bewerkt en vertoond op het Filmfestival Cannes. Regisseur Jean van de Velde zei in NRC Handelsblad op 10 september dat de taal een probleem kon opleveren: “Ik heb alle dialogen geteld, 51,5% is niet-Engelstalig. Dat is een meerderheid, maar ik weet niet wat de meetmethode van de Academy is.” De ophef ontstond toen de producenten van de films Bride Flight, De storm en Oorlogswinter een brief stuurden aan Holland Film, waarin ze de inzending aanvochten.
Producer’s Label
Producent Petra Goedings (Phanta Vision) presenteert op het NFF een nieuw initiatief om jonge producenten aan het werk te helpen. Ze ergerde zich er al jaren aan dat pas afgestudeerde producenten na de Filmacademie zo moeilijk aan de slag kwamen, helemaal nu het Filmfonds pas subsidie geeft als ze al twee speelfilms hebben gemaakt. Naar Duits voorbeeld wil ze freelance producenten stimuleren eigen bedrijven op te richten die zich per project kunnen aansluiten bij een bestaand productiehuis. De eerste die ze onder de noemer van dit Producer’s Label onder haar hoede neemt is Karen Cogan Galjé (1981), die dit jaar afstudeerde met de films Wes en Tzirk.
Crisis & de filmmaker
Omdat elk medium zich afvraagt welke invloed de kredietcrisis zoal heeft op de doelgroep, kan de Filmkrant niet achterblijven. Dus: merkt de filmwereld al iets van de economische malaise? Mardou Jacobs van de Nederlandse Beroepsvereniging van Film- en Televisiemakers (NBF) zegt dat het meevalt. “Er zijn sowieso nooit zoveel private investeerders betrokken bij speelfilms, de meeste filmmakers zijn toch afhankelijk van subsidiegelden.” De producenten die op eigen kracht een film financieren “scharrelen toch wel door”, aldus Jacobs, bovendien maken die nogal eens gebruik van vrijwilligers of andere goodwill in natura. De makers van bedrijfsfilms en commercials voelen het wel, meldt Jacobs: “Kijk maar eens op tv, daar worden nu veel oude spotjes uitgezonden.” Wel merkt ze op dat het nog een aantal jaar kan duren voordat het effect van de crisis merkbaar is in de filmwereld: “Veel projecten draaien al een paar jaar. Een film als Wit licht bijvoorbeeld, die mede tot stand kwam door bijdragen van verzekeringsmaatschappij Univé en de organisatie War Child, is al zes jaar geleden begonnen met de productie en de financiering. Op dit moment zou zo’n film niet meer gemaakt kunnen worden.”
Crisis & het fonds
Ook Jonathan Mees van het Filmfonds vindt het lastig om te peilen in hoeverre de kredietcrisis doorwerkt bij de totstandkoming van filmprojecten. Hij zegt dat nieuwe suppletiefilms (publieksfilms die kunnen rekenen op kassucces en daarom belastingvoordeel krijgen, zoals bijvoorbeeld weer Wit licht) nu nog voldoende geld van marktpartijen krijgen, maar als het succes van die films (en dus de winstmarge) uitblijft dan kunnen nieuwe investeerders wegblijven. Daarnaast is de situatie in Hilversum ook nog onzeker met de nieuwe toetreders en aanstaande bezuinigingen bij bestaande omroepen. “Anderzijds kan het bioscoopbezoek in tijden van financiële malaise toenemen”, merkt Mees op. “Het is een mogelijkheid om even aan de dagelijkse zorgen te ontsnappen. De verwachting is wel dat de mogelijkheden voor Nederlandse projecten in de ‘Tax shelter’-regeling, een Belgische stimuleringsmaatregel voor audiovisuele werken, kunnen afnemen. Deze regeling is afhankelijk van nettowinsten van Belgische ondernemers, die een stuk lager zullen uitvallen. “Bij elkaar opgeteld betekent het dus dat de druk op het budget van het Filmfonds in de toekomst zal toenemen”, concludeert Mees.
Betaalinterviews
Een filmfestival verslaan kan behoorlijk in de papieren lopen. Niet alleen de reis-, hotel- en cocktailkosten, maar ook het mogen afnemen van interviews bij de sterren kan een flinke duit kosten. Om de massahysterie bij de persconferenties te omzeilen, richten filmmaatschappijen en -distributeurs zogenaamde junket slots in, waar journalisten in een klein groepje mogen aanschuiven bij de populairste acteurs of regisseurs. Meestal verzorgen PR-bureaus deze locaties, tegen een kleine vergoeding die dan weer betaald wordt door de filmbedrijven. Maar volgens het filmblad Variety komt het steeds vaker voor dat deze kosten door productiemaatschappijen wordt doorberekend aan de journalisten, vooral als het gaat om filmbedrijven die zelf niet al te bemiddeld zijn. Zo werd voor het interviewen van Michael Shannon, hoofdrolspeler in Werner Herzogs My Son, My Son, What Have Ye Done, aan journalisten op het filmfestival in Venetië een bijdrage van 1.500 dollar gevraagd. Het lijkt erop dat het journaille zich al heeft verzoend met deze praktijk. “Wat geeft het, zo werkt de economie nu eenmaal”, reageert een anonieme journalist in Variety. “Het is ook duur om talent hierheen te halen.” Een ander merkt op: “Het hangt ervan af wat je ervoor terug krijgt. Ik weet niet of ik 1.500 dollar zou betalen voor Michael Shannon, maar voor Brad Pitt zou ik zo 5.000 euro op tafel leggen.”
Twitter-film
Een heuse Twitter-film is in de maak! Althans, een klein interactief initiatiefje. In ruil voor een sponsorbijdrage mogen bezoekers van de site zinineenfilm.nl een briljante oneliner insturen of verzenden via instant berichtensite Twitter. Inzenders maken kans dat hun zin wordt gebruikt in het filmscript van filmmakers Gijs Veerhoek, Kasper van der Laan en Hans Groenendijk. Het drietal wil op deze manier fondsen werven om deelname te kunnen bekostigen aan het 48 Hour Film Project op het festival in Utrecht. Producent Groenendijk, die de 48-uursrace vorig jaar won met de korte film Long Way Home, zegt wel meer te willen experimenteren met dit soort interactiviteit. “Twitter is nu hip, dus dat is handig.” Toch beperken de makers de publieksinput tot één zinnetje, dat door de selectie zal komen als het “lekker bekt” en “multi-interpretabel” is. Groenendijk ziet het experiment als een vorm van product placement. Hij denkt dat filmmakers in de toekomst veel vaker moeten werken met het verkapt in beeld brengen van sponsorproducten en rekent het toevoegen van scriptvreemde zinnen ook tot dit fenomeen. Betekent dit de start van een nieuw genre van interactieve speelfilms? “Eerlijk gezegd vind ik dat film wel een medium moet blijven waarbij je als kijker gewoon in de bioscoop kunt zitten en achterover leunen”, zegt Groenendijk. “Creativiteit moet je aan de makers overlaten.” De films van het 48-uursfilmproject worden op 30 september vertoond in Utrecht.
Filmtwitter
Filmkenner René Mioch steekt zijn frustratie over de geplande Oscar-inzending van Silent Army niet onder stoelen of banken. Sterker, hij twittert er openlijk op los: “Vanavond nog eens zitten evalueren met collega’s over het minimale applaus in Cannes, over de beelden die, ook ik, in elkaar gezet heb om het iets te laten lijken… de droom is geen werkelijkheid, nee alle dromen zijn bedrog!”, tikt Mioch op 6 september. Ook gaat hij in tweetdiscussie met een Borsato-fan, die schrijft: “Ik lees net dat Silent Army naar de Oscars gaat en dat ná het succes in Cannes dat jij zo bagatelliseerde.” Mioch reageert: “Een achtste gevulde zaal met eigen parochie aan het klappen maakt plezier, maar geen succes.” De filmkenner geeft zelfs toe dat hij beeldmateriaal uit Cannes uit de context heeft gehaald. Volgens Mioch leek de feestelijke aankomst van de cast bij de vertoning van Silent Army meer op “een begrafenis” en besloot hij daarom beelden te gebruiken van het moment dat Borsato en co een andere film bezochten waar meer filmsterren aanwezig waren. “Dat zag er leuker uit”, licht Mioch toe in Het Parool.
Muurmoe op IDFA
IDFA gaat op 19 november van start met de openingsfilm War Games and the Man Who Stopped Them van de Poolse regisseur Dariusz Jabłoński (1961, Warschau). De film vertelt het verhaal van Ryszard Kukliński, een Poolse kolonel die tijdens de Koude Oorlog ruim veertigduizend strategische documenten van het Warschaupact doorspeelde aan de Amerikaanse CIA. De keuze voor deze film sluit aan bij het twintigjarige jubileum van de val van de Berlijnse Muur. Het is niet de enige film in het festivalprogramma over deze periode en de nasleep ervan: vijf Russische films worden vertoond uit het Glasnost-programma dat tijdens de eerste editie van IDFA in 1988 te zien was. Een themaprogramma met postsovjetfilms of rode draad over ‘Die Wende’ komt er vermoedelijk niet, zegt IDFA-persvoorlichter Laura van Halsema. “Het programma is nog niet rond, maar een hoofdthema zal het niet worden. We draaien altijd wel films die dit thema hebben, en bovendien verwachten we dat iedereen eind november een beetje Muur-moe is.” Overigens besteedt De Balie eveneens in november aandacht aan de ‘Wende’ met diverse programma’s in Melkweg en Paradiso. Nu de organisatie van IDFA na jaren te hebben gebivakkeerd in de Balie is verhuisd naar een pand aan het Frederiksplein, hoeven fans van het Kleine-Gartmanplantsoen niet filmloos en teleurgesteld achter te blijven: rond de herdenking worden tien films vertoond van een nieuwe generatie filmmakers van achter het voormalige IJzeren Gordijn.
Contact in gevaar
Het doek dreigde al eerder te vallen voor distributeur Contact Film, maar nu lijkt het einde wel heel nabij. “Dit jaar breien we de eindjes nog aan elkaar”, vertelt Gerard Huisman. “Maar volgend jaar? Eén flop en we zijn helemaal weg.” Tot 2008 kreeg Contact jaarlijks 75.000 euro van het ministerie van OCW. Noodzaak voor een bescheiden distributeur die jaarlijks vijf à tien films uitbrengt, in drie tot zes kopieën, onder het label ‘kwetsbare arthousefilm’. Dat is synoniem voor: weinig bezoekers. Maar cinefielen Huisman en zijn partner Lenneke de Coninck, die deze zomer overleed, opereerden wars van de mainstream, vanuit een onbevangen liefde voor de artistieke film. Ze besloten na stopzetting van de subsidie de schouders eronder te zetten en leverden allebei dertig procent van hun salaris in. Dat kon, omdat ze als levensgezellen een huishouden deelden. Publiekssuccesjes 4 maanden, 3 weken en 2 dagen en Lady Chatterly gaven het duo in eerste instantie hoop, de recette van Three Monkeys viel vervolgens tegen en Huisman vreest voor het recent uitgebrachte Picnic. Naast de financiële zorgen, weet hij niet of hij zich na het overlijden van zijn vrouw nog kan opladen. “Kwaliteitsfilms uitbrengen wordt steeds moeilijker, door het wegvallen van subsidieprikkels uit Den Haag. Mensen zeggen tegen me: ga door, maar ik vraag me steeds vaker af waarvoor ik het allemaal doe.” Huisman en De Coninck ontdekten Nuri Bilge Ceylan (Uzak, Iklimler, Three Monkeys), György Pálfi (Hukkle, Taxidermia) en Andrej Zvjagintsev (The Return, The Banishment) voor Nederland en kochten 4 maanden, 3 weken en 2 dagen aan, lang voordat die film tot ieders verrassing een Gouden Palm zou winnen. Feilloos vond het tweetal het neusje van de zalm, dus een verlies voor de filmliefhebber lijkt aanstaande. Lees ook: Strijd om de kruimels.
Machtige filmkritiek
Eindelijk officiële, wetenschappelijk onderbouwde erkenning voor filmcritici! Filmrecensies blijken de belangrijkste aanleiding te zijn voor financierende partijen om al dan niet een subsidie toe te kennen aan filmprojecten. Dat concludeert promovendus Joris Ebbers in zijn onderzoek over contracten en reputaties in de Nederlandse filmwereld. Ebbers onderzocht welke films tussen 1995 en 2008 financiering kregen van het Filmfonds, de distributeurs en de omroepen. Hij ontdekte dat regisseurs die over drie voorgaande films van recensenten gemiddeld één ster meer kregen dan collega’s, maar liefst 23 procent meer geld kunnen lospeuteren bij de omroepen en 15 procent meer bij het Filmfonds. Producenten krijgen in zo’n geval 29 procent meer geld van de omroepen. Buigen de omroepbobo’s zich met een meetlat over de filmbijlagen? “Of de omroep daadwerkelijk recensies van eerdere films meeneemt in het besluitvormingsproces, weet ik niet”, verklaart Ebbers. “Maar dat is wel een vraag die me bezighoudt.” Ook onderzocht de wetenschapper wat de invloed is van het winnen van een Gouden Kalf of het behalen van grote bezoekersaantallen – die gegevens blijken een stuk minder relevant voor geldschieters. Sterker nog: distributeurs geven zelfs minder snel een voorschot aan producenten die een Gouden Kalf wonnen. Mijden dus, dat ding, want Ebbers lijkt het geen goed idee om het Kalf zonder meer af te schaffen: als promotiemateriaal voor de Nederlandse film kan het weinig kwaad.
Broodje leerstoel?
Er zit weinig schot in het vullen van de vacature van bijzonder hoogleraar ‘Nederlandse cinema en filmcultuur’ aan de UvA. Filmhistoricus Hans Schoots (onder meer auteur van de biografie Bert Haanstra – Filmer van Nederland) had zich in april aangemeld voor de functie. Hij kreeg in juni te horen dat hij tot de zeer weinige overgebleven kandidaten behoorde. “Mooi natuurlijk, maar de procedure gaf erg weinig reden tot vertrouwen”, zegt Schoots. In de brief waarin stond dat hij was geselecteerd, las hij dat ‘na de zomer’ een besluit zou worden genomen over het vervolg van de procedure. “Zelfs over de procedure had de sollicitatiecommissie dus geen duidelijkheid”, merkt Schoots op. Reden om zich terug te trekken. Tot op de dag van vandaag is er geen gesprek gevoerd met de kandidaten, noch is er meer duidelijkheid over ‘het vervolg van de procedure’. Schoots verwijt het Filmmuseum stuurloosheid: “Het weet als financier niet wat het met dit hoogleraarschap aan moet.” Hij vindt dat het museum zijn geld beter kan besteden aan het van buitenaf aantrekken van een of meer artistiek leiders om een succes te maken van de nieuwbouw in Noord. “Het gevaar bestaat dat het geen prachtige witte schelp wordt, maar een broodje aap.” Net als de leerstoel dus, wellicht? Professor Frank van Vree (mediastudies, UvA) bevestigt dat de procedure is vertraagd. Behalve dat kan hij “gelet op het vertrouwelijke karakter van de benoemingsprocedure, niets zeggen”, laat Van Vree weten per mail. Wel meldt hij dat het museum en de faculteit zich beraden over de wijze waarop de procedure wordt voortgezet; vaststaat dat ze nog altijd een “inspirerend iemand” willen aanstellen.
Geen handje voor Halina
Het leek actrice Halina Reijn wel leuk om prins Willem-Alexander en Máxima een handje te schudden in New York. Ze was er nou toch, voor de uitvoering van Voix humaine op het New Island theaterfestival op Governors Island. Dat feest ging niet door: organisator Henk Scholten van het Theater Instituut Nederland berichtte Reijn (Zwartboek, Valkyrie) dat ze niet welkom was. Volgens Scholten zou haar rol als Mabel Wisse Smit in het tv-drama De prins en het meisje (2007) slecht zijn gevallen op het paleis. Scholten vertelt in de Volkskrant een ander verhaal. Hij had een lijst ingediend van mensen met wie het paar zou spreken. Maar toen Reijn zich spontaan bij het groepje voegde, vertelde ‘iemand’ aan Scholten dat de actrice beter weg kon gaan. “Het ligt politiek te gevoelig, vanwege de rol die ze eerder heeft gespeeld”, werd hem gezegd; Scholten weet niet meer door wie. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) laat weten dat een spontane begroeting “noch door het koninklijk huis noch door de RVD is tegengehouden”. Tegen de Volkskrant zegt Reijn opgelucht te zijn dat ze blijkbaar niet op een zwarte lijst staat bij de RVD. Verder wil de actrice niet meer ingaan op het relletje.
Erelid Willeke
Na jaren van stilte heeft de NBF, de beroepsvereniging van film- en televisiemakers, weer twee ereleden benoemd. Dat werd ook wel tijd, nu slechts 4 van de 17 ereleden nog in leven zijn. Actrice Willeke van Ammelrooy en filmeditor Ot Louw viel de eer te beurt. Het erelidmaatschap van de NBF is voor personen die van bijzondere en grote betekenis zijn geweest voor de Nederlandse film- en tv-wereld. Van Ammelrooy is de eerste vrouw op het lijstje ereleden waar onder anderen Paul Verhoeven, George Sluizer en Louis van Gasteren op staan. Er is lang gesteggeld of het Monique van de Ven of haar rivale Van Ammelrooy zou moeten worden, vertelt NBF-directeur Mardou Jacobs: “We willen natuurlijk niemand passeren, wie weet is Monique volgend jaar aan de beurt.”