Evenementen – 18 september 2014

  • Datum 18-09-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Uzak

Verlammende zelfreflectie
Vergeleken worden met Antonioni en Tarkovski: er zijn filmmakers die het met minder moeten doen. Nuri Bilge Ceylan doorstaat de vergelijking met glans, maar onderscheidt zich voldoende van deze grootheden om niet beschuldigd te worden van imitatie. De Turkse filmmaker, van wie EYE naar aanleiding van de première van Winter Sleep, die de Gouden Palm in Cannes won, vijf eerdere films vertoont, zette vijftien jaar geleden in zijn eentje de Turkse artcinema in het buitenland weer op de kaart. Die cinema was na 1982, toen de Turks-Koerdische filmmaker Yilmaz Güney met Yol de Gouden Palm won, door politieke repressie en gebrek aan belangstelling diep weggezakt. Eind jaren negentig ontstond er door een minder repressief klimaat en een groeiende middenklasse weer ruimte voor andere films dan platte komedies, nationalistische drama’s en voorspelbare avonturenfilms. Nuri Bilge Ceylan kwam op het goede moment met zijn films over relatieperikelen van personages uit de intellectuele en culturele klasse. Ceylan is niet geïnteresseerd in politieke en sociale drama’s, maar in ontwikkelde stedelijke personages die worstelen met zichzelf en hun omgeving. Het zijn personages die in staat zijn tot zelfreflectie, maar daarin vast lopen. Het nadenken heeft een verlammende uitwerking op hun levens. Je kunt dit gebrek aan daadkracht zien als een gevolg van de turbulente ontwikkelingen in Turkije, die op velen een verlammende uitwerking hebben, maar ook als universeel herkenbare middenklasseproblematiek. In Nederland hebben we Ceylan kunnen volgen vanaf zijn tweede film Wolken in mei (1999). Zijn interesse in stilstand en vervreemding, stad versus platteland en moderniteit tegenover traditie, is in deze film meteen al volop te vinden. Wie Ceylans talent toen nog niet zag, kon drie jaar later niet meer om hem heen bij Uzak. De fraaie, ingetogen vertelling over een na de scheiding van zijn vrouw met zichzelf worstelende fotograaf in Istanboel won de juryprijs in Cannes. Daarna is Ceylan niet meer uit de frontlinie van de internationale artcinema weggeweest. Wie wil zien hoe terecht dat is, moet in EYE Winter Sleep, Wolken in mei, Uzak (2002), Iklimler (2006), Three Monkeys (2008) en Once Upon a Time in Anatolia (2011) gaan (her)zien.

eyefilm.nl

Feest bij Bosbros
We zijn zo gewend geraakt aan originele, ontroerende en grappige Nederlandse kinderfilms dat we zijn vergeten dat nog niet lang geleden Nederlandse kinderfilms knullig in elkaar staken en nadrukkelijk pedagogisch waren. Dat de kwaliteit enorm is toegenomen is voor een groot deel te danken aan producent Burny Bos, die dit jaar het vijfentwintigjarige bestaan van zijn productiebedrijf Bosbros viert. Het Ketelhuis viert het mee door tot 5 oktober bijna elk weekend een Bosbros-film te vertonen. Ook fijn: bij elk tweede kaartje krijgt de bezoeker de dvd van de betreffende film. Toen Burny Bos in 1989 Bosbros oprichtte, was hij al een ervaren rot in de wereld van kinderprogramma’s. In de jaren zeventig presenteerde hij de legendarische radioprogramma’s Ko de boswachtershow en Radio Lawaaipapegaai. Bij de televisie maakte hij naam tussen 1984 en 1989 als hoofd van de jeugdafdeling van de VPRO. Onder zijn supervisie beleefde de VPRO-kinderprogrammering met Theo en Thea, Mevrouw Ten Kate, Max Laadvermogen, Rembo en Rembo en Achterwerk in de kast gouden jaren. In 1989 begon Bos met Bosbros voor zichzelf. Sindsdien heeft hij een stroom kinderprogramma’s en -films geproduceerd. Dat hij in 1998 rondbazuinde dat hij met het door Ben Sombogaart geregisseerde Abeltje Disney wilde verslaan, klonk menigeen als bluf in de oren, maar het lukte Bos: Abeltje trok 900 duizend bezoekers; Disney’s Mulan bleef steken op 500 duizend. Abeltje was de eerste van een reeks Annie M.G. Schmidt-verfilmingen, waarvan Minoes, met Carice van Houten en Theo Maassen, het hoogtepunt is. Het Ketelhuis vertoont naast deze film en Abeltje het innemende Knofje (Rita Horst, 2000), het grappige Pluk van de petteflet (Ben Sombogaart, 2004), het vertederende Morrison krijgt een zusje (Barbara Bredero, 2008) en het olijke Brammetje Baas (Anna van der Heide, 2011).

ketelhuis.nl

Abeltje

Alles over Hitch
In EYE kunnen we nog tot 12 oktober onder de titel The Hitch­cock Touch meer over Hitchcock te weten komen dan we ooit wisten dat we wilden weten. Niet alleen is een groot aantal van zijn films te zien, waaronder — uniek! — zijn vroege zwijgende films, maar ook wordt met lezingen uitvoerig op aspecten van Hitchcocks films ingegaan. Van zijn zwijgende films vertoont EYE in september zijn debuut The Pleasure Garden (1926), over de relatie van een danseres met een avonturier, Blackmail (1929), over een jonge vrouw die haar aanrander vermoordt waarna ze wordt afgeperst, en The Lodger: A Story of the London Fog (1926), waarin een seriemoordenaar het voorzien heeft op blonde vrouwen. Ja, de fascinatie met blond zat er al vroeg in bij Hitchcock. Van Hitch­cocks pratende films zijn te zien: The 39 Steps (1935), Family Plot (1976), Frenzy (1972), I Confess (1953), Lifeboat (1944), The Man Who Knew Too Much (1956), Marnie (1964), North By Northwest (1959), The Paradine Case (1947), Psycho (1960), Rebecca (1940), Saboteur (1942), Spellbound (1945), Strangers on a Train (1951), Torn Curtain (1966), Young and Innocent (1937) en The Wrong Man (1956). Wie het niet bij films wil laten, maar zich echt in Hitchcock wil verdiepen, moet de cursus ‘In vijf stappen Hitch­cock (her)ontdekken’ volgen. Op vijf achtereenvolgende maandagavonden komen in lezingen van een uur diverse aspecten uit Hitch­cocks werk aan bod, steeds gevolgd door een film. In Auteurschap en reputatie (25 aug) gaat het over de angst van personages voor hun reputatie, met als illustratieve film Downhill (1927). Over kinderen, die in Hitchcocks films nooit onbevangen kind mogen zijn, gaat het in Kinderen, dood en leven (1 sept), met als film Young and Innocent (1937). Het vele reizen in Hitchcocks films komt 8 sept aan bod, met als film Lifeboat (1944). Over catastrofale misverstanden in Hitchcocks werk gaat het 15 sept, met als film uiteraard The Wrong Man (1956). En ten slotte gaat het onder de titel Suspense, taal en communicatie op 22 sept. over de communicatie van Hitchcocks personages, met als film Frenzy (1972). De lezingen worden gegeven door Willem Pool en Gerwin van der Pol, beiden verbonden aan de studierichting Media en Cultuur van de UVA.

eyefilm.nl

Spellbound

Dood aan de goede smaak
Als het aan het BUT Film Festival (B-Movie, Underground & Trash) in Breda ligt, sturen we van 3 t/m 7 september de goede smaak, of wat daar voor doorgaat, de deur uit. De organisatoren richten zich op ‘echte creatieve films op gebied van humor, special-effects, narratief en extremiteit’. Ze beloven de bezoeker een mooie ontdekkingstocht: "Wie weet beleef jij de primeur van de nieuwe Eraserhead, Braindead of Pink Flamingos! Sterker nog, ga daar maar van uit!" Cultregisseur, producent en schrijver Trent Harris, ook wel de Ed Wood van de jaren negentig genoemd — kenners weten genoeg — is de hoofdgast van het festival. Harris regisseerde onder meer de buddymovie Rubin and Ed (1991), waarin twee vrienden een plek in een woestijn zoeken voor de begrafenis van een bevroren kat. In 1973 maakte Harris een documentaire over een als vrouw verklede jongen met een obsessie voor Olivia Newton-John. Uit de deze film vloeide twee korte films voort met onder andere Sean Penn. De films samen staan nu te boek als The Beaver Trilogy en An Accidental Masterpiece. Op het festival is ook te zien Harris’ scifi-film Plan 10 from Outer Space en Delightful Water Universe. Een tweede festivalgast is kunstenaar, striptekenaar en illustrator Jeroen de Leijer, die de aankleding van het festival verzorgt. Leijer werkte voor de VPRO-­gids en ontwierp de website van het roemruchte radioprogramma Radio Bergeijk. Ook is hij één van de oprichters van de Bond tegen Humor, ‘omdat er al genoeg gelachen wordt.’ In tegenspraak daarmee is zijn slogan: ‘U wordt blijer met één De Leijer’. Kenmerkend voor het veertig films tellende filmprogramma is volgens de organisatoren ‘het wild creatieve’ en ‘de onbevangen puurheid’, waarbij het festival ‘echt stevige gore met donkere doldwaze humor’ niet uit de weg gaat. Zoals The Miracle of Life (Yves Sondermeijer en Joël Rabijns, België, 2013), waarin een placenta wordt opgevoed en een mensenleven wil leiden. In The Doll Syndrome (Domiziano Cristopharo, Italië) knoopt een man een innige relatie aan met een opblaaspop. Ook terug van weggeweest op het festival is de Nacht van de wansmaak. Jan Doense en Jan Verheyen hebben in de krochten van de filmgeschiedenis weer pareltjes van wansmaak opgedoken.

butff.nl

Trent Harris

Opening De FilmHallen
Het heeft even geduurd — tien jaar geleden lagen de eerste plannen op tafel — maar 4 september is het zover en heeft Amsterdam er met De FilmHallen negen bioscoopzalen bij. De bioscoop maakt deel uit van De Hallen, de tot ‘centrum voor media, mode, cultuur, horeca en ambacht’ omgetoverde oude tramremise in de Kinkerbuurt in Amsterdam-West. Dat de realisering van De Hallen zo lang heeft geduurd, komt doordat de eerste plannen, waarbij Harry de Winter betrokken was, op verzet van de buurt stuitte. De realisering van een grootschalig uitgaanscentrum, dat toen nog het doel was, zag de buurt niet zitten. De plannen verdwenen in de prullenbak, waarna er een nieuw plan kwam, waarbij de buurt nadrukkelijk werd betrokken. Het resultaat is De Hallen, dat een bibliotheek, hotel, filmzalen, studio’s, kinderdagverblijf, brasserie, parkeergarage, ambachtenhal, galerie en een fietsenwerkplaats heeft. En dan zijn we vast nog iets vergeten. Een overkapte passage verbindt de ruimten met elkaar. In één van de negen zalen van de FilmHallen herleeft het filmverleden, want deze zaal heeft het interieur gekregen van de Parisien-zaal uit het oude Filmmuseum. Deze art deco zaal uit 1924 paste niet in het nieuwe EYE, maar heeft nu een plek gevonden. De FilmHallen worden geëxploiteerd door de eigenaren van het Amsterdamse filmtheater The Movies. Programmeur is Kadir Selçuk, ook al vele jaren programmeur van The Movies. Hij streeft naar een mix van betere Hollywoodfilms, Europese en mondiale films. Ook zullen documentaires en kinderfilms niet worden vergeten. Naast filmvertoningen zijn er speciale evenementen. Het eerste is de rodeloperpremière van het Nederlandse drama Nena op 8 september. In het in 1989 spelende speelfilmdebuut van Saskia Diesing wordt een zestienjarige tiener geconfronteerd met het doodsverlangen van haar verlamde vader. Tegelijk beleeft ze voor het eerst in haar leven een intense liefde. De twee intense, maar tegengestelde ervaringen, hakken er in bij de tiener, maar ze heeft ook een enorme nuchterheid en veerkracht. We herkennen de toon van schrijfster en columniste Esther Gerritse, die met Diesing het scenario schreef.

filmhallen.nl

De FilmHallen

Bert Haanstra en het vermiste schilderij
Bert Haanstra (1916-1997) is de succesvolste Nederlandse documentairemaker aller tijden — zijn films Alleman en Bij de beesten af trokken vele honderdduizenden bezoekers — maar als het een tikkeltje anders was gelopen, was hij geen filmmaker geworden. Wie wil weten hoe het zit, moet in Noord-Scharwoude de expositie over Bert Haanstra in het Geoffrey Donaldson Instituut bezoeken, dat vorig jaar werd opgericht met als doel het stimuleren van film­historisch onderzoek. Te zien zijn tot 15 oktober Haanstra’s schilderijen die hij maakte voordat hij zich als filmmaker manifesteerde. Het door filmhistoricus Hans Schoots, die in 2010 een biografie over Haanstra publiceerde, geschreven boek Bert Haanstra, schilder, tekenaar, fotograaf gaat in op deze creatieve periode in Haanstra’s leven. Haanstra begon zijn werkende leven in 1934 op achttienjarige leeftijd als persfotograaf en volgde in de oorlog een opleiding tot kunstschilder aan de Rijksakademie in Amsterdam. Hij zat in de klas bij Karel Appel, maar uit de schilderijen en tekeningen op de tentoonstelling blijkt dat Haanstra en Appel artistiek op verschillende planeten leefden. Appel wilde breken met de traditie en zocht de moderniteit, Haanstra zocht aansluiting bij de traditie. Hij had een voorkeur voor portretten, waaruit oog voor details spreekt. De schilderijen op de expositie komen uit particu­liere verzamelingen. Eén schilderij hebben de organisatoren van de expositie niet kunnen achterhalen, namelijk Haanstra’s portret van een tuindersvrouw in Lutjebroek. Haanstra schilderde het in januari 1945 in de Hongerwinter toen hij met zijn vrouw bij een tuindersgezin inwoonde. Uit dank voor de opvang schonk Haanstra het schilderij na de oorlog aan de familie. Ondanks verwoede pogingen hebben de organisatoren het schilderij niet kunnen traceren. Iedereen die inlichtingen over de woon- of verblijfplaats ervan kan verstrekken, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met directeur Egbert Barten van het Geoffrey Donaldson Instituut (egbertbarten@donald­soninstituut.nl).

donaldsoninstituut.nl

Fanfare

Japanse animatiemeesters
De Japanse animatiegrootmeester Hayao Miyazaki is na The Wind Rises op zijn 73ste met pensioen gegaan, maar collega Isao Takahata, die met Miyazaki de legendarische Studio Ghibli oprichtte, laat met The Tale of Princess Kaguya zien dat je ook op je 78ste nog een film kunt maken. Misschien verslaat Takahata niet alleen hierin Miyazaki, maar is hij ook een nog groter talent. Iedereen die Takahata’s Grave of the Fire­flies uit 1988 heeft gezien, zal dat beamen. Het verhaal over kinderen die in de chaos aan het einde van de Tweede Wereldoorlog moeten zien te overleven, wordt nooit sentimenteel, maar is aangrijpend en hartverscheurend. Anders dan Miyazaki zoekt Takahata het niet in sprookjesachtige verbeelding, maar in poëtisch realisme. De titel The Tale of Princess Kaguya doet anders vermoeden, maar het sprookje over een bamboesnijder die in het bamboe een piepklein kind vindt, dat uitgroeit tot een schoonheid, heeft een serieuze, realistische ondertoon. De film, waarin vele mannen dingen naar de hand van de schoonheid, bekritiseert materialisme en oppervlakkigheid. Zie ook het interview met Takahata. Met The Tale of Princess Kaguya bewijst Studio Ghibli zich voor de zoveelste keer als producent van originele en inventieve animatiefilms met een warm kloppend hart. Wie het niet gelooft, kan zich laten overtuigen bij het kleine retrospectief van Studio Ghibli in Melkweg Cinema Amsterdam. Naast The Tale of Princess Kaguya vertoont het de Miyazaki-hoogtepunten The Wind Rises, Howl’s Moving Castle, Princess Mononoke en Takahata’s klassieker Pom Poko.

melkweg.nl

The Tale of Princess Kaguya

Goedkoop
Wie goedkoop naar de film wil, moet tijdens de Nationale Filmdagen gaan, die van 18 t/m 24 september worden gehouden. Ti­ckets kosten dan in alle bioscopen en filmtheaters vijf euro. Ook twee bijzondere voorpremières kunnen voor dit bedrag worden bezocht. Op 19 september, een dag voor de landelijke release, is in tientallen bioscopen Tallulah Schwabs roman­verfilming Dorsvloer vol confetti te zien. Op 24 september, de slotdag van de Nationale Filmdagen, is ’s avonds in negentig zalen Bloedlink te zien, op hetzelfde moment dat de film het Nederlands Film Festival opent. In de door Joram Lürsen (Alles is liefde) geregisseerde thriller spelen Tygo Gernandt en Marwan Kenzari twee ex-gedetineerden, die met de ontvoering van een rijkeluisdochter de perfecte slag van hun leven denken te slaan. Kan niet mislukken. Denken ze. Klinkt bekend? Kan kloppen, want de film is gebaseerd op de thriller The Disappearance of Alice Creed. Over die film schreef Joost Broeren drie jaar geleden in de Filmkrant: "De vertelling zit als een uurwerk in elkaar, met op exact de juiste momenten nieuwe twists die de onderlinge verhoudingen tussen de drie op scherp zetten." Hopelijk kan hij deze regels kopiëren naar zijn recensie van Bloedlink.

nationalefilmdagen.nl

Dorsvloer vol confetti

Klein maar fijn
Naast grote filmevenementen zijn er iedere maand vele kleine film­initiatieven die aandacht verdienen. Parkfilmhuis in Alphen a/d Rijn kijkt onder de titel Gluren bij de buren met drie films naar binnen bij onze oosterbuur. Volker Schlöndorffs Diplomatie, over het negeren door een Duitse generaal van Hitlers bevel om Parijs te vernietigen, en Nina Grosses Das Wochenende, over de moeizame terugkeer in zijn vroegere vriendenkring van een RAF-terrorist na zijn gevangenschap, nemen het Duitse verleden onder de loep. De verfilming van Charlotte Roches schandaalroman Feuchtgebiete zoekt het niet in het verleden, maar in de vrouwelijke lust. Lux in Nijmegen herdenkt met David Leans klassieker A Bridge too Far 28 september Operatie Market Garden, de mislukte geallieerde poging in september 1944 om bij Arnhem een doorbraak te forceren in de Duitse linies. Filmtheater Fanfare in Oudenbosch toont onder de titel Op reis vier films, waarin personages, soms uit vrije wil, soms gedwongen door armoede, op reis gaan. De films zijn: La jaula de oro, over de helse tocht van vier tieners die van Guatemala naar Mexico reizen met als doel de Verenigde Staten binnen te komen; Enkeltje hemel, een documentaire over bedevaartsoord Lourdes; Tracks, over een vrouw die dwars door Australië trekt, en A Weekend in Paris, waarin een ouder Brits echtpaar in Parijs op zoek gaat naar hun jeugd. Cine­cit­ta in Tilburg reist 10 september in De nacht van de dictatuur met de vertoning van Leni Riefenstahls Triumph des Willens naar een besmet filmverleden. Vooraf is er een lezing. Op 16 sept. reist het filmtheater met De koekoek en het prikkeldraad: op de grens van Korea naar het surrealistische niemandsland tussen Noord- en Zuid-Korea. Ook aan deze film gaat een lezing vooraf.

Info bij de betreffende filmtheaters

A Bridge too Far

Geschreven door