Wes Anderson over The Wonderful Story of Henry Sugar

'Ik heb eindeloos naar kaarten gestaard'

Wes Anderson (rechts), Benedict Cumberbatch (links) en Ben Kingsley op de set van The Wonderful Story of Henry Sugar. Foto: Roger Do Minh/Netflix

In zijn tweede Roald Dahl-verfilming, de kortfilm The Wonderful Story of Henry Sugar, blijken auteur Dahl en filmmaker Wes Anderson opnieuw een artistieke match. Waarom? Dat weet Anderson niet precies. Maar ik heb wel een idee.

Na de reeds klassiek geworden anima­tiefilm Fantastic Mr. Fox (2009) is de live-action kortfilm The Wonderful Story of Henry Sugar de tweede bewerking van een Roald Dahl-verhaal door Wes Anderson. En er komen nog drie andere verfilmingen van korte verhalen aan.

‘Verrassend ook om te zien hoe goed de dwarse, soms grimmige humor van Dahl samengaat met de visie van Anderson’, schreef collega Leo Bankersen in 2010 in Filmkrant over Fantastic Mr. Fox. Net zo voelt bij het heerlijke Henry Sugar (over een gokker die met enorme concentratie van achteren door speelkaarten heen leert kijken) deze combinatie van artistieke intuïties als een volstrekt vanzelfsprekend huwelijk.

Maar wat is dat dan, waardoor zo’n combinatie werkt? Anderson moet Dahl inmiddels behoorlijk goed kennen. Wat is de zielsverwantschap tussen deze twee kunstenaars? Maar hoewel Anderson uiterst charmant en alert is bij wat zijn tigste interview moet zijn, komt er op mijn vraag niet echt een antwoord.

Ik herinner me dat ik het las toen ik klein was. Ik vond het enorm spannend en zelfs een beetje eng. En dat is uw film niet. “Je bedoelt Henry Sugar?”

Ja. “Dat vind ik niet echt een eng verhaal.”

Ik was jong. “Ja, ok.”

Het is die enorme focus waarmee Henry Sugar door speelkaarten probeert te kijken en dat dat dan heel langzaam begint te lukken. En dat gevoel van: wat als de wereld echt zo zou zijn? Het voelde bijna occult. “Ja, die focus en dat staren, dat is ook wat mij als kind het meeste bijbleef. Net zoals je zegt. En ik herinner me ook nog goed de intensiteit van die ervaring. Ik ging het ook echt zelf proberen. Ik heb eindeloos naar kaarten gestaard, overtuigd dat het uiteindelijk moest lukken. En ik heb van meerdere mensen gehoord dat zij als kind hetzelfde deden, toen ze het verhaal gelezen hadden. Dus ik heb wel het gevoel dat Dahl het vermogen bezat dingen te verzinnen die aan iets uitzonderlijks raken. Maar eng… Er zijn wel engere verhalen dan Henry Sugar. Er is er eentje die The Swan heet, die oprecht verontrustend is. Misschien kun je die ook niet echt eng noemen, maar het is ontzettend verontrustend. En daar hebben we ook een korte film van gemaakt. Maar sorry, ga door, je had een vraag over Henry Sugar?”

Wat ik wilde weten is: hoe zie je het Venn-diagram tussen jou en Roald Dahl? Waar zit de overlap? “Dat weet ik niet, dat is iets wat eigenlijk buiten me staat. Ik probeer alleen iets van dit verhaal te maken. Ik gebruik hem. Ik gebruik Dahl om een film te maken. Maar ik kan wel zeggen dat ik heel erg houd van dit verhaal en ook van hoe hij het vertelt. Dus zo ben ik uitgekomen op deze vorm, zodat ik het verhaal kon vertellen met zijn eigen woorden.”

Die oplossing kostte Anderson twintig jaar. Want zo lang wilde hij dit verhaal al verfilmen. Hij wist alleen niet hoe. En al die tijd hebben de erven-Dahl de rechten voor hem opzij gehouden. Totdat Anderson besefte dat hij evenveel hield van wat als van hoe Dahl vertelt.

En dus gebruikt Anderson in dit kwartet kortfilms een raamstructuur met Ralph Fiennes (spreek uit: Reef Faains) als verteller Roald Dahl zelf. Zo kon Anderson het hoe van Dahl – zijn woorden, zijn manier van vertellen – op een vanzelfsprekende manier in zijn films verwerken.

En in die voelbare aanwezigheid van de verteller schuilt denk ik de zielsverwantschap die ik zocht. De sterke stem en onmiskenbare hand van de maker – een verhaal van Roald Dahl is onmiskenbaar van Roald Dahl en een film van Wes Anderson is onmiskenbaar Wes Anderson. Stelling: makers met een voldoende sterke stem kunnen zich elkaars werk altijd eigen maken. Een kwestie van stem verwisselen en de rest behouden.

Al komt ook op een vraag over Andersons persoonlijke stijl niet echt een antwoord – zichzelf analyseren is duidelijk niet zijn ding: “Wat je mijn esthetiek of stijl zou kunnen noemen, is dat voor mezelf eigenlijk niet. Van mij uit gezien is het gewoon hoe ik de dingen doe. En ik weet niet waarom. Ik begin met een idee voor een openingsscène en van het een komt het ander. Het is eigenlijk allemaal improvisatie. Dus het waarom kan ik niet echt beantwoorden. Het enige antwoord is: omdat dit is wat ik wil doen. Ik hoop dat het niet klinkt alsof ik de vraag ontwijk, maar ik geloof echt dat dit het eerlijke antwoord is.”


The Wonderful Story of Henry Sugar is vanaf 27 september 2023 te zien op Netflix (VoD), waarna nog drie kortfilms volgen van Wes Anderson naar verhalen van Roald Dahl: The Swan (28 september), The Ratcatcher (29 september) en Poison (30 september).