Valentin Vasijanovitsj, Andrej Rimaroek en Ljudmila Bileka over Atlantis

‘De strijd om de toekomst van de mensheid moeten we samen aangaan’

Valentin Vasijanovitsj

Valentin Vasijanovitsj’ gefictionaliseerde verbeelding van het leven in Oekraïne na de oorlog met Rusland werd afgelopen jaar op het filmfestival van Venetië met de hoofdprijs van de Orizzonti-competitie bekroond. Vasijanovitsj weet in een desolaat rampgebied met getraumatiseerde inwoners alsnog een lichtpuntje aan de horizon aan te brengen: “Ik geloof dat liefde het antwoord zal zijn.”

­­Op enig moment in ons gesprek over Atlantis, een ernstige film over de wederopbouw van Oost-Oekraïne na de oorlog met Rusland, durft ook de tolk van regisseur Valentin Vasijanovitsj en hoofdrolspelers Andrej Rimaroek en Ljudmila Bileka mee te praten. “Dit onderwerp gaat jullie ook aan”, zegt hij, doelend op de neergeschoten Malaysia Airlines-vlucht 17 door pro-Russische troepen in het Donetsbekken. “Wat hij ermee wil zeggen”, nuanceert regisseur Vasijanovitsj, “is dat deze oorlog groter is dan alleen maar Rusland en Oekraïne. Ook Nederland heeft mensen verloren in dit conflict, maar het sentiment dat in Oekraïne heerst is dat we door de rest van de wereld aan ons lot zijn overgelaten. Mijn film verbeeldt die eenzaamheid.”

Atlantis speelt zich af in 2025. Oekraïne heeft de oorlog met Rusland overleefd, maar daar een torenhoge prijs voor betaald. Vasijanovitsj vergelijkt de hypothetische nasleep van het conflict met het leven na een ecologische ramp: “Het oorlogsgebied trekt een enorme wissel op de natuur. Over enkele jaren zal het Donetsbekken grotendeels uitgedroogd zijn. Een deel van Oekraïne wordt zo een zoute woestenij. We sterven letterlijk voor verdorde grond.” De titel van de film is toepasselijk gekozen: Vasijanovitsj verbeeldt een samenleving die dreigt te verdwijnen. Tegelijkertijd is zijn Atlantis een variant op Tarkovski’s zone uit Stalker (1979): een desolaat gebied dat de getroebleerde staat van zijn inwoners blootlegt.

Datzelfde gevoel wekken de imposante, haast gotische staalfabrieken op die de nog wel bewoonde wereld symboliseren. Veteraan Sergej (Rimaroek) heeft er na de oorlog een baantje gevonden dat maar van korte duur blijkt. De industrie is enigszins operationeel, maar houdt geen stand op de internationale markt: met door Big Brother-achtige beelden uit een door Dziga Vertov geregisseerde Sovjetfilm kondigt een Brits concern aan dat de fabriek zal sluiten. In een eerdere scène klom een depressieve werknemer al vastberaden over een reling om zich in het smeltende staal te storten. Er zijn meer momenten waarop mensen plotsklap sterven. Verlies is overal aanwezig in Atlantis, want leven na de oorlog betekent niet dat het lijden opeens is opgehouden. “De strijd is misschien voorbij”, merkt Vasijanovitsj op, “maar de oorlog leeft voort in onze geest.”

Openen
“Daarom gaat de film uiteindelijk om leren leven met een trauma”, vertelt de regisseur die in zijn vorige film Black Level (2017) ook onderwerpen als depressie en eenzaamheid behandelde. “Een van de wereld afgesneden Oekraïne moet leren weer lief te hebben, intimiteit te voelen, zichzelf te openen en naar de toekomst te kijken.” Maar om dat te doen moeten de personages eerst leren een plek te geven aan de gebeurtenissen uit het verleden. Uiteindelijk doet Sergej dat vrij letterlijk door oorlogsslachtoffers uit de grond te graven. Na het sluiten van de fabriek krijgt hij de taak een vrachtwagen vol water naar een van de weinige bewoonde gebieden te vervoeren. Daar stuit hij op Katja (Bileka), een vrijwilliger voor de humanitaire organisatie Black Tulip Mission die de vermiste lichamen van de oorlog opspoort. Het lijkt een van de weinige betekenisvolle taken te zijn in dit uitzichtloze leven. De slagzin van de echt bestaande organisatie is dan ook: ‘Oorlog is pas voorbij als de laatste soldaat is begraven.’

Volgens Vasijanovitsj zou de film zich eerst veel meer focussen op die verloren lichamen. Maar de ontmoeting tussen Sergej en Katja gaf de gelegenheid een soort remedie tegen het leed in de film te introduceren: liefde. “De film schetst misschien een pessimistisch beeld van de oorlog met Rusland, maar ik kon het niet laten toch met enige hoop naar de toekomst te kijken. Het klinkt misschien erg sentimenteel, maar ik geloof dat liefde voor jezelf en je medemens het antwoord kan zijn.”

Opwarmen
Zo kregen Rimaroek en Bileka, beide debuterende acteurs, de lastige taak heel geleidelijk en genuanceerd warmte aan deze kille omgeving te geven. Het overbrengen van trauma ging ze veel makkelijker af. “Ik ken genoeg mensen die al te veel verloren hebben”, vertelt Rimaroek. “Soldaten met PTSS weten hier niet hoe ze hulp kunnen vragen. Dat soort gevoelens komen veel voor in mijn omgeving.” “Onze uitdaging was een enorme emotionele kloof tussen deze personages te overbruggen”, vult Bileka aan. “Deze mensen zijn vergeten wat intimiteit is en moeten opnieuw leren hoe ze een liefdevolle vorm van lichamelijk contact kunnen hebben.”

De manier waarop Vasijanovitsj lichamen in beeld brengt is opmerkelijk. In de openingsscène van de film zien we in infrarood hoe een persoon eerst neergeslagen en vervolgens begraven wordt in het graf dat hij zelf heeft gegraven. De infraroodbeelden vangen hoe de warmte langzaam uit zijn lijf trekt. Met diezelfde gemilitariseerde blik filmt Vasijanovitsj, die hier naast regie en scenario ook de montage en cinematografie voor zijn rekening neemt, later in de film de lichamen van Rimaroek en Bileka als ze voor het eerst met elkaar vrijen. Nu zien we in de subtiele kleurverschuivingen van het infrarood hoe hun lichamen in elkaars nabijheid opwarmen.

Niemandsland
De acteurs hopen dat Atlantis mensen aan het denken zet over het lot van Oekraïne. “Tegelijkertijd wilden we ook een universeel verhaal vertellen dat zich niet beperkt tot onze landgrenzen”, vertelt Bileka. “Als ik om me heen kijk in Europa en elders in de wereld”, beaamt Rimaroek, “zie ik veel plekken die met soortgelijke problemen kampen. We moeten de wereld als een groter geheel zien want ook de ecologische rampen die we hier aankaarten zullen niet vanzelf weggaan.”

Voor Vasijanovitsj was het bewaken van het universele aspect van de film erg belangrijk. “Een landgenoot als Sergej Loznitsa maakte met Donbass (2018) bijvoorbeeld ook een film over de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, maar doet dat op een manier die heel specifiek reflecteert op deze omgeving. Misschien heet mijn film ook wel Atlantis omdat ik een soort niemandsland wil verbeelden dat op de hele wereld kan slaan. Wat ik er mee wil zeggen is dat Oekraïne niet alleen is in deze strijd om de toekomst van de mensheid. We moeten die strijd met elkaar aangaan, alleen is nog niet iedereen zich daar bewust van.”