Ulrich Seidl over Sparta

‘Het draait om het creëren van ongemak’

Ulrich Seidl. Foto: André Bakker

In Sparta opent een Oostenrijkse pedofiel in Roemenië een judoschool voor jonge jongens. Het gedurfde drama, dat als Böse Spiele een tweeluik vormt met zijn eerdere Rimini, is een van Ulrich Seidls tederste films. “Ik wilde films maken over de onvervulde verlangens van mannen.”

Een man zit overduidelijk niet lekker in zijn vel. Seks met zijn vriendin gaat niet gepaard met gevoelens van lust en euforie. Hij is steevast met z’n gedachten elders. Totdat Oostenrijker Ewald (Georg Friedrich) besluit om te verhuizen naar een armlastige, troosteloze regio in Roemenië waar hij zijn droom wil verwezenlijken: het oprichten van een judoschool voor jonge jongens. Het is in Sparta van meet af aan duidelijk dat Ewald een pedofiel is: hij is in zijn contact met zijn pupillen telkens net iets te handtastelijk: één jongetje wrijft hij over z’n buik; bij een ander slaat hij opzichtig zijn arm om hem heen.

Sparta

Maar Ewald ontpopt zich geleidelijk ook als een vaderfiguur voor zijn volgelingen, bij wie de vaders goeddeels afwezig zijn in hun levens. De ingetogen Ewald is het broertje van Richie Bravo (een rol van Michael Thomas): de flamboyante volkszanger die vorig jaar te zien was in Rimini (2022). Maar waar de première van Rimini op de Berlinale probleemloos verliep, werd de première van Sparta op het filmfestival van Toronto in september 2022 afgelast, nadat het Duitse tijdschrift Der Spiegel had geschreven over hoe Seidl de jonge niet-professionele acteurs zou hebben uitgebuit.

Al snel bleek echter dat de schrijvers van het stuk de film niet hadden gezien. Ook kreeg de Oostenrijker bijstand van crewleden die de beschuldigingen weerlegden. Deze ogenschijnlijk ongefundeerde kritiek zegt misschien wel iets over de benepen manier waarop sommige media omgaan met het onderwerp dat Seidl met zijn film op de kaart zet. In wat je, ironisch gezien, als een zachtmoedige film mag beschouwen. Al vertelt Seidl tijdens het filmfestival van Rotterdam in het Marriott Hotel dat het niet per se zijn bedoeling was een zachtaardige film te maken.

Rimini

“In al mijn films voel ik een zekere empathie en tederheid naar mijn personages. Als ik dat niet had, dan zou ik geen films kunnen maken. Ik voel voor hen, ondanks hun zwaktes en tekortkomingen. Ik heb net zoveel begrip voor Richie Bravo als voor Ewald. De twee verschillen wel van elkaar: Ewald is een introvert, stil mens. Hij draagt een last in zich, een pijn die hij niet kan uitdrukken. Om die reden is hij een stuk voorzichtiger dan Richie Bravo, die op een aanmerkelijk aangenamere manier door het leven gaat.”

Op een gegeven moment begin je als kijker te sympathiseren met Ewald, ondanks zijn seksualiteit. Was dat moeilijk voor u? Om de kijker zo ver te krijgen? Omdat het lijkt alsof u de mens achter de pedofiel wil tonen. “Je krijgt misschien begrip voor het feit dat Ewald lijdt en daar niets aan kan doen. Ik wil inderdaad dat de kijker compassie voor hem heeft, om hem beter te kunnen begrijpen.”

Ewald wordt een vaderfiguur voor de jongens omdat hun eigen vaders het laten afweten. Wilt u daarmee iets zeggen over hedendaagse masculiniteit?Sparta is een film over echte vaders en over vaders die afwezig zijn. Zo wordt de vader van Ewald en Richie in een Oostenrijks verzorgingshuis verzwolgen door zijn dementie. En dan is er de stiefvader van Ewalds protegé Octavian, die ondanks zijn gewelddadige gedragingen geaccepteerd wordt door zijn omgeving. In tegenstelling tot Ewald, die niet geaccepteerd wordt om wie hij is. Maar die wel degene is die de kinderen blij maakt, die ze begrijpt en ze geeft wat ze nodig hebben.”

In interviews gaf u vorig jaar aan dat u Rimini specifiek heeft geschreven voor Michael Thomas. Geldt dat bij Sparta ook voor Georg Friedrich? “Dat klopt.”

Stemde Friedrich meteen in? Ik kan me voorstellen dat hij twijfelde, omdat vast niet alle acteurs een pedofiel willen spelen. “Acteurs maken zich soms ongerust, omdat ze bang zijn dat mensen hen zullen aanzien voor de rol die ze spelen. Dat was ook het geval bij Friedrich. Hij was bang dat hij door het publiek zou worden gezien als een echte pedofiel. Interessant genoeg geldt hetzelfde voor Michael Thomas: hij vreesde dat mensen hem gingen zien als Richie Bravo in plaats van iemand die gestalte geeft aan een rol.”

Heeft het risico dat deze acteurs nemen te maken met het idee dat kunst soms offers vraagt? “Het zijn geen offers, maar Friedrich had wel een zekere angst voor zijn personage. Tegelijkertijd kan die angst zeer motiverend werken. Het feit dat je veel moet investeren, dat je jezelf helemaal moet geven om een rol te spelen die niet gemakkelijk is, dat kan heel behulpzaam zijn. Dat is onderdeel van het proces van het toe-eigenen van een rol. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de vrouwen die in Rimini spelen en dan doel ik met name op de seksscènes. Dat moet niet makkelijk voor hen zijn geweest, om zo bloot te acteren. Maar soms is dat nodig, dan is dat het juiste voor de film. Ik maak geen simpele vorm van entertainment.”

Het lijkt alsof u in uw werkwijze altijd op zoek bent naar een zekere waarheid. Zo valt in Sparta op hoe oprecht de relatie oogt tussen Ewald en zijn leerlingen. “Er ging een lang proces vooraf aan de opnames van de film, waarin de acteurs op een comfortabele manier met elkaar en met de kinderen konden kennismaken. De niet-professionele spelers in de film komen uit verschillende dorpjes, daarom brachten we ze lang voor de opnames samen, zodat ze de kans kregen bevriend te raken. Zo is de stiefvader van Octavian in de film niet zijn echte stiefvader, en zijn moeder niet zijn echte moeder. Het duurde daarnaast ook even voordat er tussen de jongens en Friedrich sprake was van een vertrouwensband.”

U heeft vast niet tegen de jongens gezegd dat Friedrich een pedofiel speelt? Dan zou uw concept wellicht ook niet hebben gewerkt. “Dat wisten de kinderen niet. Ze wisten niets van Ewalds innerlijke strijd. Alleen dat hij ervan houdt om tijd door te brengen met kinderen.”

Zijn er ook vakgenoten geweest die tegen u hebben gezegd: weet u het wel zeker dat u deze film wil maken? Gezien het feit dat sommige critici moeilijk onderscheid kunnen maken tussen fictie en realiteit? “Vooraf was er geen oppositie. De film is een coproductie met Duitsland en Frankrijk, dus het scenario was al in een vroeg stadium gelezen door mensen van verschillende filmfondsen. Niemand tekende bezwaar aan tegen het onderwerp van de film. Zorgen kwamen pas aan het licht door dat manipulatieve en oneerlijke artikel in Der Spiegel.”

Ondanks het artikel was de film te zien in Rotterdam en zal Sparta ook in Nederlandse filmtheaters uitgebracht worden. Wat wilt u uiteindelijk met deze film bereiken? Een bepaalde emotie oproepen? Een boodschap communiceren? “Geen boodschap. Natuurlijk wil ik dat de film emotioneel is, want door emoties kun je de kijker raken. Voor mij draait het om het creëren van een gevoel van ongemak, in de beste zin van het woord. Zodat de kijker aan dingen gaat twijfelen, zichzelf gaat bevragen. Ik wil graag dat bezoekers de filmzaal na de voorstelling verlaten als een ander mens dan toen ze de bioscoop inliepen.”