Tim Mielants over De Patrick

'Het naakt in mijn film werkt omdat het niet functioneel is'

Tim Mielants

Peaky Blinders-regisseur Tim Mielants debuteert als speelfilmmaker met De Patrick, een tragikomisch coming-of-age-verhaal over een verdwenen hamer op een nudistencamping. “Ze zijn alleen maar naakt en vrij binnen hun omheining.”

“Of ik naakt wil acteren, bepaal ik graag zelf”, schreef actrice Florence van de Haar deze zomer in een opiniestuk in de Volkskrant. Een dag later spreek ik in Brussel de Vlaamse regisseur Tim Mielants wiens internationale faam zich uitstrekt tot de Britse serie Peaky Blinders en die met vele televisieregies op zijn naam nu debuteert met een speelfilm waarin iedereen bloot is. De Patrick speelt zich af op een nudistencamping in de Ardennen en is een verhaal over rouw en wraak en hoe ook egalitaire minimaatschappijtjes aan dictatoriale tendensen ten prooi kunnen vallen. Deze tragikomedie over een hoofdpersoon om te veroveren (gespeeld door Kevin Janssens uit Undercover) is ook een vertederend coming-of-age-verhaal met een hamer.

Ik heb aan mijn hoofdredacteur beloofd om terug te komen met een verhaal over naakt en hamers… “Dus daar gaan we.”

Heeft u dat artikel van Van de Haar gelezen? Ik vraag het omdat ik denk dat we aan het verpreutsen zijn, én omdat ik me afvraag hoe u uw acteurs heeft overgehaald om een hele film in hun blootje rond te lopen. “Het probleem is het conceptuele idee rondom naakt. Naakt heeft vele betekenissen. Bijvoorbeeld de symbolisch-religieuze betekenis van de naakten in de schilderkunst. Maar het lijkt erop dat we naakt tegenwoordig alleen nog in een seksuele context kunnen zien. In deze film heb ik het seksuele aspect van naakt noch willen adresseren, noch willen benadrukken. Het niet-seksuele aspect van naakt interesseert me. Op de filmschool heb ik al een film gemaakt waarin naakte mannen uitleggen hoe de techniek van een ijskast werkt. Het naakt in De Patrick komt voort uit een jeugdherinnering waaraan ik trouw wilde blijven. Als kind belandde ik tijdens een mysterieuze, magische zomer op een naturistencamping in de Pyreneeën, waar het feit dat iedereen naakt was eigenlijk het minst bijzondere was. Ik ben in feite op zoek gegaan naar wat het bijzondere van die subjectieve ervaring van een zesjarig kind was.”

Bent u erachter gekomen? “Nee, maar dat is ook het mooie. Ik heb vooral mezelf ontdekt, en de dialoog van mezelf met dat zesjarige kind. De magie blijft in stand; ik heb vooral thema’s ontdekt die me interesseren, zoals de zoektocht naar identiteit.”

Wat is uw achtergrond; hoe kwam u met uw ouders op die camping terecht? “Op uitnodiging van een vriendin van mijn ouders. Mijn ouders waren in ieder geval geen naturisten. Wel de generatie die mei ’68 had meegemaakt, maar niet noodzakelijk hippies. Mijn vader was wetenschapper en mijn moeder kledingontwerpster.”

Oh, dat draait dus meer om bedekken… “In ieder geval was er geen enorme behoefte om kleren uit te trekken, noch een religieus bezwaar tegen naaktheid. Ik kom uit een heel normaal gezin. Naakte atheïsten zeg maar. Het naakt in mijn film werkt omdat het niet-functioneel is.”

Wat is functioneel naakt? “Om aantrekkelijk te zijn, om seksueel te zijn, om te choqueren, als het op een of andere manier een functie heeft voor de plot. Bij mij is het juist niets.”

Toch klinkt een film over naakte mannen die een gebruiksaanwijzing voorlezen ook grappig. En tijdens een vertoning van De Patrick in Nederland voor pers en vertoners werd er behoorlijk gegiecheld. Aan de ene kant is uw film best kuis, aan de andere kant zwiepen de piemels door het beeld. Hoe heeft u het expliciete en het onnadrukkelijke karakter van het naakt weten te balanceren? “Door er niet mee bezig te zijn. Ik heb het gedraaid als een kostuumfilm, en ik zie het ook als een kostuumfilm. Als het close is, is het close, maar alleen als er een dramatische reden voor is.”

Hoe was dat voor de cameraman en de acteurs? “Niet anders. Ik heb hetzelfde gekadreerd als wanneer ik iets als Peaky Blinders zou draaien. Ik hoopte dat het publiek er na tien minuten niet meer mee bezig zou zijn. Natuurlijk zijn er close-ups omdat we ergens langs moeten, maar dan zijn ze close omdat we erlangs moeten. Dan vertragen we niet. Het is geen komisch effect. Het concept was dat er geen concept was, en dat voelde juist aan. Het enige wat er gebeurt is dat het een allegorisch effect begint te krijgen en die allegorie vind ik wel interessant. Die is op verschillende manier te interpreteren.”

Hoe dan bijvoorbeeld? “Het is geen film over een hamer, het is duidelijk een metafoor voor andere dingen. Een Amerikaanse distributeur zag er een film over de opkomst van extreemrechts in. Dat vind ik te gek. Maar dat moet iedereen er maar voor zichzelf uithalen.”

Dan zijn we dus als vanzelf bij die hamer terechtgekomen. “De abstractie van het naakt geeft de mogelijkheid om ook andere dingen op een ander niveau te bekijken. Ik denk niet dat er een verschil is tussen nudistencampings en textielcampings. Overal heb je mensen die zich beter willen voordoen dan anderen of het voortouw willen nemen. Het idee is dat naaktheid vrijheid creëert, maar ze zijn alleen maar naakt en vrij binnen hun omheining. Dat was ook de inspiratie voor het personage Patrick. Ik erger me al sinds mijn middelbare school aan de rat race, aan het idee van carrière en dat ke ‘het moet maken’. Patrick is iemand die daar los van is en op bijna boeddhistische wijze één is met zichzelf. Hij probeert weg te vluchten van het gevang waar hij in zit. Het geluk schuilt in blij zijn met wie je bent. Dat kan Tommy Shelby in Peaky Blinders niet, en Patrick wel. In die zin is alles wat ik maak uiterst persoonlijk.”

Behalve dat hij dus geobsedeerd is door zijn verdwenen hamer. “De hamer is visueel. Je kunt er twee of drie naast leggen, en dan kan er eentje in het midden ontbreken. En er is een stelling van de filosoof Friedrich Nietzsche die zegt dat de diepe existentie wordt onthuld op het moment dat een meubelmaker zijn hamer mist. Ik snap het zelf ook niet helemaal, maar ik vond daar een mooie metafoor in zitten. Want we wilden juist die existentiële vragen onderzoeken. En daarnaast is het ook een McGuffin, een aanleiding voor een policier, voor een film noir, het geeft structuur aan de film, waardoor we de diepere lagen van de menselijke geest kunnen ondervragen en Patricks zoektocht naar zijn wezenlijke identiteit. Maar daar wil ik het nu niet te veel over hebben, want [barst in lachen uit] ik wil dat mensen denken dat het gaat over de opkomst van
extreemrechts.”