Terence Davies over A Quiet Passion en Sunset Song
'Je innerlijke leven moet rijk zijn'
Terence Davies, volgens sommigen de grootste levende Britse filmmaker, is geen veelfilmer, maar na enkele jaren stilte verrast hij ons met twee films over tragische zielen die hun familie koesteren, ook al betalen ze daarvoor een prijs: het intense lyrische drama Sunset Song en de uitgepuurde biopic A Quiet Passion. “Verbittering is het ergste wat je kan overkomen.”
Toen actrice Cynthia Nixon haar personage in A Quiet Passion, de dichteres Emily Dickinson, omschreef als patroonheilige van de verlegen mensen, had ze het over Terence Davies kunnen hebben. Een regisseur die ook graag dicht bij huis blijft. "Ik ben te bang", zegt Davies, "als iemand mijn biografie schrijft, zal het eerder een brochure dan een boek worden. Ik leid een saai leven."
Tijdens interviews is Davies niet op zijn gemak maar gebruikt hij ongewone, mooie woorden. ‘Solace‘ bijvoorbeeld, "gedichten schrijven geeft me troost, ik worstel vaak met wanhoop omdat ik het glas als halfleeg ervaar en poëzie geeft dat gevoel perfect weer." Zijn boodschap is navenant: "Je innerlijk leven moet rijk zijn."
A Quiet Passion toont de spirituele rijkdom van het besloten leven van de Amerikaanse negentiende-eeuwse dichteres Emily Dickinson. "Als achttienjarige ontdekte ik Dickinson dankzij een televisiedocumentaire. Claire Bloom las daarin haar gedichten voor. Pure lyriek: ‘Because I could not stop for death / He kindly stopped for me‘. Pas toen ik zeven jaar geleden haar radicale gedichten herlas kreeg ik interesse in haar leven. Zes biografieën later besefte ik hoe weinig er over haar bekend is. Nee, ze was niet lesbisch en leed niet aan epilepsie. Omdat ze weinig reisde dacht men dat ze geen rijk leven had. Maar Dickinson had wel een rijk innerlijk leven en provoceerde de patriarchale samenleving. Op je zeventiende zeggen: ‘ik wil altijd bij mijn familie zijn’ is heel bijzonder. Binnenshuis leven werkte voor haar niet beperkend, het maakte haar emoties krachtiger. Ik herken me in het feit dat ze heel spiritueel maar niet religieus was; zelf bleef ik een goede katholiek tot ik besefte dat geloof een leugen is. Haar spirituele tocht is interessant: wat doen we wanneer we een ziel hebben en er geen God bestaat? A Quiet Passion toont ook haar dapperheid. Pijnstillers bestonden toen niet en ze leed aan een pijnlijke nierziekte. Ze stierf na een hartfalen door die extreme pijn."
Naast muziek is ook schilderkunst een inspiratiebron. "Bij Sunset Song liet production designer Andy Harris me kennismaken met de Deense kunstschilder Vilhelm Hammershoi (1864-1916). Ik ben geobsedeerd door lege kamers, traphallen en mensen die aan ramen staan en dat zijn nu net de dingen die hij schildert. Als hij mensen in beeld brengt zijn dat vrouwen die met de rug naar de kijker staan. Alles baadt in een noorderlicht dat triestheid en melancholie creëert."
Je bent geboeid door protagonisten die vastzitten in een moeilijke situatie. "Ik zie hen niet als mensen die in een val zitten of berusten, ze zijn juist heel moedig. Mijn moeder worstelde ook met beproevingen, maar zette door. Ze vroeg zich af hoe ze het beste om kon gaan met de kaarten die het leven haar gaf. De Amerikaanse auteur Henry Thoreau schreef: ‘The mass of men lead lives of quiet desperation, and go to the grave with the song still in them.‘ Dat zag ik in het kantoor waar ik ooit werkte. Wat sommigen zien als berusting, is eerder wanhoop. Het gaat in Sunset Song en A Quiet Passion niet om aanvaarding, want dat gaat samen met berusting en leidt tot passiviteit. Wanneer je kijkt naar wat het leven geeft en wat je eraan kunt verbeteren, dan vecht je. Mijn moeder kon niets doen aan haar verschrikkelijke leven met mijn psychotische, gewelddadige vader. Ze zorgde voor tien kinderen en wilde niet verbitterd raken, want verbittering is het ergste wat je kan overkomen. In Sunset Song zegt de moeder van hoofdrolspeelster Chris: ‘Ik kan het niet meer aan’, maar ze wordt niet bitter. Bitterheid is verbonden met het gevoel dat je iets ontzegd is. Liefde, een comfortabel leven of de publicatie van je gedichten. Professionele jaloezie vloeit voort uit afgunst, maar dat gevoel kende Emily Dickinson niet. Daarom is ook zij niet bitter."
Mocht je na twaalf jaar niet radicaal met je kantoorwerk gebroken hebben, dan hadden we Distant Voices, Still Lives (1988) en The Long Day Closes (1992) nooit gezien. "Zo dramatisch was het allemaal niet. Uit geldnood ging ik werken bij een transportbedrijf waar elke dag een beetje meer sterven was. Ondanks acteerlessen kwam ik maar niet binnen bij een Londense theaterschool. Uiteindelijk mocht ik met een kleine beurs naar de Coventry Drama School, waar ik het eerste deel van mijn trilogie schreef. Met een klein bedrag mocht ik het van BFI-producent Peter Shannon regisseren. De draaiperiode van Children (1976) was een hel, omdat alle cast- en crewleden me haatten. Ik was ervan overtuigd geen talent te hebben en wilde stoppen. Maar je moest dan je beurs terugbetalen en dat kon ik niet, dus ik ging terug naar de toneelschool. Ondertussen was Peter Sainsbury BFI-productiehoofd geworden en vroeg hij me verder te gaan met het verhaal van mijn alter ego Robert Tucker, Madonna and Child (1980) en Death and Transfiguration (1983)."
Je blijft gefascineerd door geheugen en tijd. "Mijn favoriete gedicht is er een van T.S. Eliot over geheugen en tijd. Maar ik ben ook een technofoob die zelfs niet overweg kan met mobiele telefoons. Ik begrijp de moderne wereld niet en walg van het heersende narcisme. Waarom zou je een foto van jezelf nemen wanneer je eet? Dergelijk narcisme is beangstigend. Ook populaire cultuur is vreemd voor mij. Ik kijk niet naar televisie, het brengt je niets bij en voert enkel mensen op die totaal geen intelligentie hebben. Ik heb actrice Cynthia Nixon gezegd dat ik Sex and the City maar niets vond; alles wat ze doen is eten, seks hebben en dingen kopen; gruwelijk. Maar Cynthia lijkt fysiek op Dickinson en acteert sterk."
Jouw films geven je als kijker het gevoel dat je ze moest maken. "Ik kan niets doen waar ik niet hartstochtelijk in geloof. Meedraaien in een industrie die draait om geld zint me niet; ik wil emotioneel en intellectueel geraakt worden door films. Wanneer ze ons zelf dingen laten interpreteren zijn het goede films. Wanneer je de instructies ‘lach’, ‘huil’ en ‘wees opgewonden’ krijgt, zijn ze slecht."