Terence Davies (1945-2023)
De fragmenten van wie we zijn
‘And if thou wilt, remember / And if thou wilt, forget.‘ Met deze strofe uit een gedicht van Christina Rossetti sloot eerder vandaag een bericht af dat de dood van filmmaker Terence Davies op 77-jarige leeftijd aankondigde. Een passende tekst voor een regisseur in wiens oeuvre herinnering altijd een hoofdrol speelde.
‘Britain’s greatest living film director‘, staat er bovenaan de officiële website van regisseur Terence Davies. De tekst zal binnenkort aangepast worden, want Davies is vandaag na een kort ziekbed overleden, een maand voor zijn 78ste verjaardag. Het citaat is overigens van de Evening Standard, niet van Davies zelf, die zich in interviews juist altijd de bescheidenheid zelve toonde.
Filmkrant sprak in 1988 voor het eerst met Davies, in een zeer uitgebreid en openhartig interview naar aanleiding van zijn speelfilmdebuut Distant Voices, Still Lives. Daarin sprak hij onder meer al over zijn eigen einde: “Merkwaardig genoeg ben ik totaal niet bang voor mijn eigen dood. Als die komt, merk ik er toch niets van. Als er maar geen religieus ritueel achteraan komt, want daar geloof ik niet in. Ik denk dat we gaan zoals T.S. Elliott omschreef: ‘O dark, dark, dark, we all go into the dark‘. Daar is niets gruwelijks aan.”
Davies werd in 1945 geboren in een katholiek arbeidersgezin als jongste van tien kinderen. Op zijn zevende overleed zijn vader, een opluchting voor het gezin dat de man met harde hand bestierde. Nadat Davies op zijn zestiende van school ging, werkte hij eerst tien jaar als (ongediplomeerd) boekhouder voor hij op de Coventry Drama School terechtkwam.
Intussen had hij het katholicisme afgezworen, en was hij erachter gekomen dat hij homoseksueel was – iets waar hij zijn leven lang mee zou blijven worstelen. Het grootste deel van zijn volwassen leven was Davies celibatair. “Toen ik uiteindelijk besloot op zoek te gaan naar een partner vond ik de gayscene en de bijna exclusieve focus op het uiterlijk en seks afstotelijk”, vertelde hij erover in een interview in 2012. “Ik heb het geprobeerd maar dat was echt niets voor mij. Sommige mensen zijn goed in seks en anderen slecht, en ik hoor definitief bij de tweede categorie.”
Op de Coventry Drama School schreef hij het scenario voor Children (1976), en vervolgens kreeg hij de kans die korte film zelf te regisseren. “Vanaf het eerste moment dat ik door de lens keek, wist ik dat dit het was waarvoor ik geboren was”, vertelde Davies in het eerdergenoemde interview uit 1988. “Het was alsof overal het licht aan ging, the bullseye was being hit.”
Children zou met opvolgers Mother and Child (1980) en Death and Tranfiguration (1983) een autobiografische trilogie gaan vormen. Ook voor zijn eerste twee speelfilms Distant Voices, Still Lives (1988) en The Long Day Closes (1992) haalde Davies inspiratie uit zijn eigen leven. Na die sterk autobiografische vroege films maakte Davies vervolgens een viertal wisselend ontvangen boekverfilmingen, en de gelauwerde documentaire Of Time and the City (2008) over zijn geboortestad Liverpool. Zijn twee meest recente speelfilms waren biografieën van dichters – Emily Dickinson in A Quiet Passion en Siegfried Sassoon in Benediction (die laatste is op festivalvertoningen na nog altijd niet in Nederland uitgebracht).
‘Wie het oeuvre van Davies als geheel bekijkt’, schreef Elise van Dam vorig jaar in een oeuvre-overzicht, ‘ziet terugkerende thema’s, motieven en muziekstukken, ziet shots en personages die elkaar echoën. En ziet daarin vooral een reflectie van Davies zelf. Het oeuvre van Terence Davies is als een zelfportret, maar dan wel een gefragmenteerd zelfportret dat niet de uitkomst van een optelsom reflecteert, maar juist de manier waarop dat idee van een eenheid versplintert. Want meer dan het kloppende geheel dat we zo graag van onszelf maken, zijn we juist ook de spleten tussen de delen en de pijn dat die niet op elkaar passen. Uiteindelijk is dat wat al Davies’ personages verbindt, die onmogelijkheid om de fragmenten van wie we zijn met elkaar te verenigen.’
Davies’ website (ogenschijnlijk in 2019 voor het laatst bijgewerkt) vermeldt dat hij werkte aan een verfilming van Stefan Zweigs postuum gepubliceerde novelle Rausch der Verwandlung, onder de titel The Post-Office Girl. Die zal er nooit komen. Zijn laatste voltooide werk is, naar nu blijkt, een korte bijdrage aan het project 2×25 van het Film Fest Gent. Het blijkt een zeer passende epiloog op een groots oeuvre.
In die film van een kleine drie minuten, gemaakt op basis van muziek van de Uruguayaanse componist Florencia Di Concilio, leest Davies een zelf geschreven tekst voor. Het gedicht, opgedragen aan de in 2019 overleden Mary Roughley, kijkt de dood in de ogen, en is gezet op een kalm maar subtiel verontrustend beeld van een kale boom in een verder groen landschap. Met de laatste woorden van het filmpje lijkt Davies nu afscheid van ons te nemen.
So if you let me know you’re there,
in silence’s embrace,
breathe a sigh and tell me so,
for you are gone and not replaced.
But echoes of your lovely self
will bear us through life’s cruel stream
and if I am to join you there
oh what joy your face will bring.
Oh tell me so,
oh tell me all,
for my poor heart with tears is ringed.
Lees in ons Dossier Terence Davies alle in Filmkrant gepubliceerde stukken over zijn werk.