Tatiana Huezo over El Eco

'Dit waren de eerste of de laatste mensen op aarde'

Tatiana Huezo. Foto: André Bakker

Voordat ze ging filmen in het piepkleine dorp ‘De Echo’, te midden van de uitgestrekte natuur, trok Tatiana Huezo eerst jaren uit om vertrouwd te raken met de bewoners.

‘De Echo’, heet het dorp waar Tatiana Huezo gedurende een periode van meer dan vijf jaar het leven van de dorpsbewoners filmde. Zonder het boerenbestaan daar te romantiseren. Maar El Eco is geen typische documentaire. Huezo’s beeld en geluid zijn hier de penselen waarmee ze een magische, verborgen wereld creëert.

U brengt het landschap rond het dorp in beeld als een magische plek. Hoe bepalend was deze plek voor uw film? “Landschappen en natuur zijn heel belangrijk voor de film. Voor vrijwel alle films. Met een landschap kun je de wereld van de film creëren en je kunt het gebruiken om het emotionele landschap van je personages neer te zetten. Toen ik voor het eerst in El Eco aankwam, was mijn eerste gevoel: wat is het hier plat, het lijkt wel een maanlandschap!
“Maar al snel wist ik dat ik niet voorbij de horizon wilde kijken. Er moest geen dorp in de verte zichtbaar zijn. Ik had het gevoel dat deze bewoners de eerste of de laatste mensen op aarde waren. Dat wilde ik zo houden. De drastische veranderingen die zowel het landschap als het klimaat in de loop van het jaar doormaken zijn heel belangrijk. Ze bepalen het leven van de personages. Zaaien, oogsten. Aan het verstrijken van de seizoenen zie je hoe de tijd verstrijkt en hoe de kinderen groter worden.”

Moest het specifiek dit dorp zijn? “Ik heb heel lang gezocht tot ik het geschikte dorp vond. Maar geen enkel ander dorp sprak tot me zoals El Eco. Ik was op zoek naar precies deze kindergezichten, naar de blik van kinderen die intuïtief aanvoelen wat de toekomst kan brengen. Het thema van groter worden, opgroeien en de sporen verzamelen in jezelf die je je hele leven bijblijven, en hoe kinderen leren van oudere generaties, dat kun je natuurlijk overal filmen. Maar alleen al de naam ‘De Echo’ maakt dat dit dorp een unieke symbolische waarde had.”

U registreert niet alleen, u brengt het leven in het dorp op een speciale manier in beeld. Was het moeilijk om dat met mensen te doen die nog nooit zo uitgebreid waren gefilmd? “Nee. Ik ben voor het filmen vier jaar lang dicht bij deze mensen geweest. Zoals een Mexicaanse uitdrukking luidt: ik zat bij ze in de keuken. Ik heb hun leven gedeeld, in hun huizen geslapen. Dat is het enige echte geheim van een film als El Eco: je moet een band opbouwen met je personages.
“Pas na die vier jaar zijn we gaan draaien. Toen de camera en microfoon erbij kwamen, zorgde dat eerst voor opschudding. Maar ook daar hebben we de tijd voor genomen. Uiteindelijk werd de camera in die achttien maanden waarin we met regelmaat opnamen maakten, gewoon iemand die erbij was. Een wezen. Dat gezegd hebbende: ik geloof niet in het idee van de fly on the wall. De apparatuur was er gewoon, die werd niet onzichtbaar. Maar mijn manier van filmen maakt dat ik heel dicht bij de personages kom. Ik kan ze aanraken.
“Heel soms doe ik iets om een situatie of een reactie uit te lokken. Maar ik leg niemand woorden in de mond. De scène bijvoorbeeld waarin twee ouders aan tafel ruzie maken en de vrouw zegt: volgende keer ga ik wel werken en blijf jij maar thuis, dan zullen we elkaars werk wel gaan waarderen. Dat is een koppel dat heel erg van elkaar houdt, maar dat ik vaak fel ruzie heb zien maken. Toen we deze scène begonnen te filmen, hadden ze net gegeten. Ik vroeg of ze aan tafel wilden praten over iets uit het dagelijks leven. Dat was mijn provocatie. Het is een film zonder interviews, maar dit heb ik gezegd en toen ben ik gaan filmen. Ik heb een uur gefilmd en daarbinnen zat deze bom die tot ontploffing kwam.”

El Eco

Is het moeilijk, zeker als vrouwelijke filmmaker, om te zien hoe die nieuwsgierige meisjes beknot worden, terwijl je aan ze ziet dat ze de wereld in willen? Als een vader na het avondeten tegen z’n zoon zegt: laat het servies op tafel staan, want mannen hoeven niet af te ruimen, is het dan niet moeilijk om je mond te houden? “Absoluut. Heel moeilijk. Zeker toen ik het voor het eerst meemaakte. Want het is een patroon dat zich steeds herhaalt. De vaders gaan buiten het dorp werken. Die zijn een maand of twee maanden weg. Dan komen ze thuis en zeggen ze dit soort dingen tegen hun zonen. En dus ook tegen hun dochters. De eerste keer dat ik het hoorde, kookte mijn bloed. Ik zag de blik van Rosamaria, grote donkere ogen vol onbegrip en verbijstering. Maar: je bent een film aan het maken. Je wilt dit universum begrijpen. Het is een wereld die je aan het ontdekken bent, maar waar je geen deel van uitmaakt. Voor mij is een gouden regel dat je in zo’n situatie nooit moet zeggen wat je denkt.
“Zo’n zelfde scène heb ik twee of drie keer gezien. In de periode dat de vaders weg zijn, zeggen de moeders tegen dochters én zonen: pak je bord en was het af. De kinderen doen dat ook gewoon. Maar zodra de vader er is, is er een andere realiteit. Dat is absoluut deel van het onderwerp van de film. El Eco gaat ook over de vrouwen en meisjes die hun eigen stem zoeken in deze gemeenschap en in dit enorm patriarchale systeem. De rol van de vrouwen werd een verhaallijn in de film omdat ik dat een belangrijk onderwerp vind. Ik wil benadrukken dat de vrouwen niet passief zijn. Ze zoeken hun plek. Denk bijvoorbeeld aan Montse, het rebelse meisje dat als enige in het dorp paardrijdt. Ook de vader, ook al is hij ontzettend machista, is niet eendimensionaal. Hij heeft ook z’n chiaroscuro in z’n karakter. Hij heeft ook een grote liefde voor z’n kinderen.”

Zoals veel vaders. Maar de meiden worden wel beknot. “Absoluut. Het leven voor vrouwen daar is heel pittig.”

Als je met zo veel liefde filmt en vier jaar af en aan in een gemeenschap leeft, hoe voorkom je dan dat je het leven daar romantiseert? “Dat was een van mijn belangrijkste ambities. Het is een precair evenwicht, want ik wilde ook de magie en tederheid tonen die ik zag in deze kinderen, die allerlei nieuwe dingen ontdekken. Ik wilde met de blik van een kind kijken. En ik zie een enorme schoonheid in het landschap en in de gezichten. Maar zónder het boerenleven te romantiseren. Omdat deze manier van leven heel kwetsbaar is. Het dorp wordt op allerlei fronten bedreigd. Doordat hun natuurlijke rijkdommen worden geplunderd en door de drastische klimaatverandering die duidelijk merkbaar is in het dagelijks leven daar. Al met al is het een hard leven. Toch zie ik een grote kracht in hoe ze dit alles het hoofd bieden.”