El Eco
De toekomst is geen blanco vel
Observerende film over een Mexicaans bergdorp en de meisjes die daar opgroeien.
Er komt een moment dat wolken geen hondenkoppen of draken meer zijn, maar gewoon wolken. Dat schaduwen geen vliegende vogels meer voorstellen, maar gewoon schaduwen zijn. Als volwassenwording iets is, dan is het misschien dat. Het wegvallen van alles wat zou kunnen zijn. Elke nieuwe verantwoordelijkheid die de jonge Montse krijgt in El Eco, gumt een stukje van haar verbeelding uit.
Je zou kunnen zeggen dat Tatiana Huezo met El Eco terugkeert naar haar documentairewortels, na het fictie-uitstapje Noche de fuego (2021), maar haar films liggen toch vooral in elkaars verlengde en stellen die grens tussen fictie en non-fictie zelf niet zo scherp. Voor El Eco bracht ze achttien maanden door in het gelijknamige bergdorpje in de Mexicaanse staat Puebla. Ze vond haar hoofdpersonen en verhaal in drie generaties vrouwen die er voor elkaar en het land zorgen, terwijl de mannen ver weg in de stad werken.
Het is een bestaan waarvan het ritme gedicteerd wordt door de grillen van de natuur, gevangen in prachtig camerawerk van Ernesto Pardo. Van stortregens die de aarde doen zompen, of verzengende droogte die dezelfde grond straktrekt als een huid vol kloven. Terwijl de kinderen (vooral de meisjes) al op jonge leeftijd leren op het land te werken en het huishouden te doen, verliest de oudste generatie juist weer langzaam haar vaardigheden. “Nu ben ik nutteloos”, zucht oma.
El Eco is een film met een groot bewustzijn van tijd en de verschillende manieren waarop je die kunt ervaren. Hoe je als je nog klein bent de tijd kunt vertragen door, zoals Ray Bradbury eens schreef, ‘alles te zien en niets te doen’. En hoe naarmate je opgroeit diezelfde tijd zich steeds meer begint te haasten. Tot die lijzige, uitgestrekte tijd alleen nog in de nacht bestaat. Wanneer je wakker ligt en naar het plafond staart, terwijl de dieren buiten rondscharrelen en de hemel paarsblauw kleurt.
Soms verandert El Eco even in een geschiedenisles. Letterlijk. De piepjonge Sarahí onderwijst twee nog jongere kinderen over de Mexicaanse revolutie en Emiliano Zapata. “Zouden jullie in slavernij willen leven?”, vraagt ze. De piepkuikens schudden van nee. Maar Huezo werpt in haar film nadrukkelijk de vraag op wat er dan wel voor hen is weggelegd.
De toekomst is geen blanco vel voor deze kinderen, hun rollen zijn vooraf en langs genderlijnen uitgetekend. Net als in Tempestad (2016) en Noche de fuego observeert Huezo met aandacht hoe de wereld zich voor deze opgroeiende meisjes niet zozeer ontvouwt, als wel vernauwt.