Sofia Exarchou over Animal

'De hardheid staat niet ver af van de werkelijkheid'

Sofia Exarchou. Foto: Margarita Nikitaki

In haar tweede speelfilm Animal volgt Sofia Exarchou een internationale groep animateurs die toeristen moeten vermaken in haar thuisland Griekenland. “In bijna elke Griekse familie werkt wel iemand in de toeristenindustrie.”

De dansshows en het visuele spektakel zijn opgebouwd uit bordkarton, goedkope kostuums en badschuim. Zo trekt een groep entertainers een rookgordijn van escapisme op voor de toeristen in een Grieks resort.

In haar tweede speelfilm Animal (2023) kijkt Sofia Exarchou naar een voor haar thuisland belangrijk fenomeen: de toeristenindustrie. Ze kiest het perspectief van een groep internationale animateurs (Grieks, Roemeens, Pools, Kazachs), geleid door Kalia (Dimitra Vlagopoulou). We zien de geoliede groepsdynamiek van de entertainers en er komen flarden van de shows zelf voorbij, maar net als in haar eerste film Park (2016) gaat het Exarchou in Animal vooral om sfeer, om loze momenten.

Park was in 2018 ook al te zien in het zomerprogramma Previously Unreleased van Eye Filmmuseum. Die film bood een eerste kennismaking met Exarchou’s fascinaties. We zagen jongeren rondhangen en rondrennen, elkaar uitdagend in het binnen een decennium afgetakelde Olympisch dorp van de Spelen van 2004, nabij Athene. Droge en afbrokkelende vlaktes, verdorde begroeiing en zich dan weer neervlijende, dan weer energieke lichamen. Alsof al die jongeren in het verlaten Olympisch dorp op zoek waren naar een bokswedstrijd die nergens plaatsvond.

Een dag voor de Griekse première van Animal op het filmfestival van Thessaloniki vertelt Exarchou hoe benieuwd ze is naar de respons in haar thuisland. “Ik ben ervan overtuigd dat Grieken er een heel eigen blik op zullen hebben. In bijna elke Griekse familie werkt wel iemand in de toeristenindustrie. Daardoor komt de film veel sneller binnen. Dat merkte ik ook al toen Animal in andere Mediterrane landen draaide, zoals in Spanje. Het publiek pikt het daar al in de eerste paar minuten op.”

Animal

Zowel in Park als in Animal staat lichamelijkheid centraal en kies je een setting waaruit een bepaalde ‘vergane glorie’ spreekt. Begint zich daarmee een ‘Exarchou-signatuur’ af te tekenen? “Die lichamelijkheid is zeker iets dat ik wil ontdekken en onderzoeken. Ik vertel mijn verhalen en de gevoelens van mijn personages het liefst aan de hand van hun lichaam. Dat zegt zo veel meer dan alleen een close-up van een gezicht. In Park draaide het om tieners die niet in letterlijke zin gevangen zitten, maar die wel met een zekere onontkoombaarheid te maken hebben. Ze bevinden zich in een niemandsland en alle energie en spanning die ze voelen moet eruit. In Animal is het lichaam van de personages zelfs nog meer aanwezig. Hun lichaam is hun gereedschap bij het entertainen, dat draagt dus ook veel bij aan deze film.
“De setting is voor mij ook altijd een inspiratiebron. Het geeft een context met sociaal-politieke waarden, van waaruit ik mijn thema’s onderzoek. Het grappige is dat ik altijd vanuit iets heel concreets begin, zoals ‘een film over animatoren in een all-inclusive hotel’, en daarna enorm veel research doe. Maar vervolgens creëer ik een heel eigen universum. De meeste shows die je in Animal ziet, zal je bijvoorbeeld nooit tegenkomen als je ergens op vakantie gaat. Ze zijn behoorlijk specifiek en ingewikkeld. De plek waar de personages wonen, aan de periferie van waar alles gebeurt, in het donker bij de zee, is ook veel symbolischer dan waar je animatoren in het echt zal tegenkomen.”

Toch komt je film behoorlijk authentiek over. Je zet zo nauwgezet een eigen wereld neer, dat kijkers zich op veel punten zullen afvragen of dit is wat er echt gebeurt. “Mijn films kunnen heel documentair overkomen en dat wekt soms wat verwarring, maar het universum dat ik neerzet is wel degelijk geconstrueerd, het wijkt behoorlijk af van de werkelijkheid. Wat voor mij het documentairegevoel geeft, is allereerst het acteren: met mijn acteurs ga ik voor de meest rauwe en realistische benadering. Maar het zit volgens mij ook in hoe het door de camera in beeld gebracht wordt en het geluid. Ik besteed veel aandacht aan het geluid om het een intens realisme en documentaire kwaliteit mee te geven. Voor mij is dat tegenstrijdige gebied waar ik dan op uitkom heel interessant. Dat de personages die je volgt zo authentiek mogelijk zijn, dat het verhaal zo echt aanvoelt, dat zorgt ervoor dat de wereld die we neerzetten het gewicht van alle ideeën die erin zitten kan dragen.”

De houding van Grieken ten opzichte van toerisme is een eeuwige tweestrijd. Men is boos over de eindeloze bouwprojecten, over dronken toeristen die vernielingen aanrichten, maar er is ook loyaliteit naar de industrie die een groot deel van de economie van het land bepaalt. Ben je bang dat Grieken jouw film als een aanval op die industrie zullen zien? “Volgens mij oordeelt de film over niemand. Wat het wel doet is een spiegel voorhouden – niet alleen van het reilen en zeilen in deze industrie, maar met name van de nationale identiteit en hoe het land zich verhoudt tot toerisme. Daar kan wellicht discussie over ontstaan.”

Ik vraag het ook omdat er een derde overeenkomst is tussen je films: er lijkt altijd een zekere hardheid in te zitten. “Die is er vooral, omdat ik mijn publiek wil uitdagen met iets dat wellicht hard aanvoelt, maar niet eens zo heel ver van de werkelijkheid afstaat. Animal is als een achtbaan, je moet je erdoor mee laten nemen, je eraan overgeven. Als je dat doet, zal je op momenten overvallen worden door de donkerte van het verhaal, maar daar zit de spanning. Voor mij als maker geeft het voldoening als ik bezoekers naar buiten kan laten lopen met een gevoel van intensiteit die tot een gesprek kan leiden.”