Matt and Mara

Verraderlijk luchtig

Matt and Mara

Matt and Mara. Twee mensen. Een relatie. Maar de eenvoud van die titel blijkt bedrieglijk in deze vierde speelfilm van de Canadese regisseur/scenarist Kazik Radwanski.

Vlak voor haar college Poëtische Grammatica staat hij voor haar neus. Het is duidelijk dat ze elkaar jaren niet hebben gezien. Dat ze elkaar kennen uit een tijd dat ze nog niet waren wie ze nu zijn. Dat ze misschien verliefd waren. Na het college drinken Mara en Matt koffie in een nabijgelegen café. Hun gesprek meandert tussen een aangenaam terugvallen in groeven en het ongemak van tussenliggende jaren.

De terugkeer naar Toronto van losbol Matt, die in New York carrière maakte als schrijver, duwt het comfortabele maar misschien ook net wat wringende leven van Mara, met man en dochtertje, net een slagje uit balans.

Er zijn geen grote momenten, geen grote woorden. Of eigenlijk zijn die er stiekem wel, maar er wordt nauwelijks gewicht aan gegeven. De toon is licht, luchtig. Al is dat een verraderlijke lichtheid. Het is de lichtheid van mensen die steeds net niet zeggen wat ze eigenlijk willen zeggen. En als ze een keer wel zeggen wat ze willen zeggen, dat zo onnadrukkelijk doen dat de woorden ergens in de ruimte tussen hen lijken te vervliegen.

Diezelfde verraderlijke lichtheid zit ook in de vorm van de film. In het naturelle, soms bijna transparante spel van vaste Radwanski-acteurs Deragh Campbell en Matt Johnson. De deels geïmproviseerde dialogen, de schijnbaar uit de losse pols geschoten shots. Schijnbaar, want alles aan die vorm, aan hoe Matt en Mara in beeld worden gebracht (geïsoleerd of juist samen, in de marge of het centrum van het beeld), is wel degelijk doordacht.

Steeds weer vangt de camera van Nikolay Michaylov hun gezichten in close-up, vooral dat van Mara. Het benadrukt alleen maar dat we nooit echt bij deze personages kunnen komen. Matt and Mara is een tegelijk frustrerende en intrigerende film die je nooit de kans geeft volledig te doorgronden wie deze mensen zijn en hoe ze zich ten diepste tot elkaar verhouden. Omdat ze dat zelf ook niet doen.