Sam de Jong over Goldie
‘Ik geloofde heel erg in Slick en in onze samenwerking’
Het visitekaartje dat Sam de Jong afgaf met zijn speelfilmdebuut Prins, leverde hem de kans op om Goldie te maken. In New York, voor een grote Amerikaanse studio. “Of ik nederiger ben geworden? Ik ben eerder geradicaliseerd.”
Na premières op Tribeca, de Berlinale en Movies that Matter krijgt het eigenzinnige en beklijvende jongerendrama Goldie eindelijk zijn landelijke bioscooprelease. Een spannend moment voor regisseur Sam de Jong, die nu ook op eigen bodem helemaal los kan over zijn eerste Amerikaanse filmavontuur.
Na zijn succesvolle filmdebuut Prins (2015) bleef De Jongs talent ook over de grenzen niet onopgemerkt. Studio 20th Century Fox gaf de jonge regisseur de kans een Amerikaanse film te maken. Dat werd Goldie, waarin fotomodel Slick Woods haar acteerdebuut maakt als de achttienjarige Goldie die droomt van een carrière als hiphopdanseres en intussen vecht om haar jongere zusjes uit handen van de jeugdzorg te houden. Het maken van de film was voor De Jong een tumultueuze en leerzame ervaring, met ruim twee jaar researchen en schrijven in New York aan wel vijftien scriptversies.
Zijn we je nu voorgoed kwijt aan Amerika? “Haha! Nee hoor, ik blijf voorlopig in Nederland. Goldie kwam dankzij Prins op mijn pad en ik wilde er graag in mee, omdat het qua thematiek aansloot op m’n debuut: die verheerlijking van de popcultuur en materialisme als identiteit. Het voelde logisch om het zusje van Prins in Amerika te maken, dicht bij het vuur. Maar na de afronding van dit tweede verhaal sta ik te popelen om weer in Nederland aan de slag te gaan. Ik ging nooit naar Amerika met het idee dat in Nederland alles kut is. Integendeel: ik voel juist een herwaardering voor het filmklimaat dat we hier hebben waar ik veel aan kan bijdragen. Nog een Amerikaanse film… dat komt misschien rond m’n veertigste weer.”
Het moet wel kicken zijn, die bekende tune van Fox aan het begin van je film. “Tuurlijk, dat is zo iconisch! Toen ik het voor de eerste keer hoorde, gaf het me echt een gevoel van: ‘Het is gewoon gelukt’.”
Wat is er dan precies ‘gelukt’? “Om eventjes onderdeel te zijn van dat Amerikaanse systeem. Het was heel interessant om te ontdekken hoe dat precies werkt, bij een studio waar het allemaal om geld verdienen gaat. En dan zien welke uitwerking dat heeft op je artisticiteit. Ik wist niet zo goed hoe die wereld in elkaar steekt en nu weet ik iets meer. Ben je te koppig, dan wordt je film gewoon niet gemaakt. Je moet je nederig opstellen, een lange adem hebben, kunnen laveren en tegelijk geen pushover zijn.”
Leerde je nederiger te zijn? “Ik ben van mezelf niet extreem koppig, dus ik geloof niet dat ik nog moest leren om nederig te zijn. Mijn ervaringen in Amerika hebben me eerder geradicaliseerd.”
Waar liep je dan tegenaan? “Ik heb mijn script vijftien keer moeten herschrijven. En het duurde na iedere versie lang voordat ik feedback kreeg, die vervolgens niet altijd even constructief was en waar ook niet echt de tijd voor genomen werd. In New York heeft niemand tijd. Je moet je voorstellen dat je op zo’n groot kantoor je script bespreekt met iemand die ondertussen vier telefoontjes krijgt en er nog drie e-mails uit moet doen. Na een paar krachttermen sta je weer op straat, in die grote stad, met je script onder je arm… Je staat er dan echt even alleen voor. En het is telkens spannend of je uiteindelijk het groene licht krijgt van de studio. De eerste versie schreef ik in het voorjaar van 2015 en in de zomer van 2017 konden we starten met filmen.”
Hoe hield je jezelf op die momenten gemotiveerd? “Gewoon tegen mezelf zeggen dat ik door moest. Want anders kwam die film er niet en dat was geen optie. Ik geloofde heel erg in dit verhaal, in Slick en in onze samenwerking.”
Het verhaal van Goldie is deels gebaseerd op het leven van je hoofdrolspeelster Slick Woods. Kende je haar al toen je begon met je scenario? “Nee. Het idee voor een film over een jongere zonder vast verblijf zat al tijdens m’n afstuderen in m’n hoofd. In New York ontwikkelde dat idee zich verder door een gesprek dat ik had met een jongen met wie ik tijdens een metrorit aan de praat raakte. Hij had geen huis en danste en zong op straat om rond te komen. Hij was te oud voor het pleegsysteem en behoorde daarmee tot de enorme groep Amerikaanse jongeren tussen de 18 en 21 die tussen wal en schip vallen. Ik ben daar toen meer research naar gaan doen, in de hoop om in de tussentijd een geschikte acteur te vinden die dit leven kende.”
Waarom was dat belangrijk? “Dan kon ik nog tijdens het schrijven voor me zien wie de rol zou vertolken. Een casting director die veel ervaring had met street casting liet me na een gesprek hierover een aantal gezichten zien. Toen zag ik Slick voor het eerst, en dacht: ‘Wauw, wie is dit?’ Die casting director merkte op dat het levensverhaal van dit fotomodel leek op het personage dat ik in gedachten had; ze was ook een tijd dakloos en had veel heftige dingen meegemaakt. Zo kwamen Slick en ik met elkaar in contact. Ze had ter voorbereiding op ons gesprek Prins gekeken en het sprak haar aan dat ik niet uit Amerika kwam. Ze hoopte dat jongeren steun uit deze film konden halen. Toen ik haar leerde kennen had ze nog maar een kleine following op Instagram. Tegen de tijd dat we gingen draaien, waren dat er een miljoen. Maar ze wilde deze film echt graag maken.”
Jouw eerste Amerikaanse film, haar eerste hoofdrol: hoe ging dat? “Een draaidag op een filmset is natuurlijk heel anders dan een fotoshoot. Dat was even schakelen voor Slick, die tijdens het filmen ook nog eens allerlei jeugdtrauma’s herbeleefde. Zwaar voor haar én voor mij om haar goed te begeleiden. We moesten weleens stoppen met de opnames en door de opgelopen vertraging ter plekke van alles veranderen. Maar een film is altijd een kwestie van problemen oplossen en samen zoeken. En het mooie is dat je weet dat je niet terug kan; je moet door. Bovendien beseften Slick en ik tussen het botsen en de pijntjes door wat we van elkaar wilden en dat we elkaar nodig hadden.”
Terugkijkend op de research, het herschrijven en de concessies: is Goldie nog een echte Sam de Jong-film? “Hij is iets minder lichtvoetig en dromerig dan ik aanvankelijk voor ogen had – maar ik weet niet of ik dat erg vind. Wat ik vooral wilde verbeelden, is de ontwikkeling van een zelfverzekerd persoon vol dromen die uiteindelijk de realiteit van een systeem waarin ook wij opgroeien, moet omarmen. En dat vertelt deze film. Goldie bevat daarnaast de uitgesproken stijlkeuzes die ik altijd belangrijk vond, zoals de kleuren en de animaties.”
Goldie droomt van een rolletje als danseres in een hiphopvideo en hoopt daarmee genoeg te verdienen om haar zusjes uit de handen van de jeugdzorg te houden. Is ze een superheld of vooral supernaïef? “Ik zie haar wel als een heldin, ja. Ze krijgt op jonge leeftijd met heel oneerlijke problemen te maken, waardoor ze haar dromen moet laten varen en gevangen zit in de marges van het kapitalisme. Van die extreem ongelijke samenleving waar ze in Amerika, maar wij ook hier mee te maken hebben. Maar het ‘superheldengehalte’ van Goldie nam wel iets af tijdens de research en het schrijven, ze werd steeds kwetsbaarder. We wilden de problematiek van dakloze jongeren in Amerika niet bagatelliseren. Ik hou van film als metafoor, het mag dingen uitvergroten. Maar niet in zo’n mate dat het een onderliggende pijn wegdrukt. Ik hoop dat als mensen nu zo’n clip zien met van die meisjes op de achtergrond ze beseffen welke persoonlijke worstelingen daarachter schuil kunnen gaan. Voor sommigen van die meiden en jongens is zo’n clip echt een kans om te ontsnappen aan hun levens.”
Prins betekende jouw gouden ticket naar Goldie. Wat betekent je nieuwe film? “Je weet nooit wat zo’n film gaat doen. Ik kreeg vorige week een sms dat Halle Berry ’m had gezien en misschien wilde samenwerken met een van de acteurs uit Goldie. Dan denk je wel even: shit, zij zág hem dus gewoon. Maar ik ben nu vooral blij dat hij eindelijk uitkomt en ik de film hier kan delen. De rest, dat zien we allemaal wel.”