Peter Hoogendoorn over Tussen 10 en 12
Tussen 10 en 12 is geselecteerd voor Venice Days, het prestigieuze parallelevenement van het grote filmfestival van Venetië. De debuutfilm van Peter Hoogendoorn gaat over een familie waarvan het leven voorgoed verandert als twee politieagenten voor de deur staan. Autobiografisch getint maar ook tragikomisch en absurd.
Op de dag dat hij een toelatingsgesprek had op de Filmacademie werd zijn zusje begraven. Auto-ongeluk. Toen de agenten het nieuws kwamen overbrengen was Peter Hoogendoorn alleen thuis. “Mijn vader was op zijn werk en ik moest het hem weer vertellen”, herinnert hij zich. “Daarna volgde een estafette van hartverscheurend nieuws doorgeven.”
Die ingrijpende gebeurtenis vormde de basis voor Tussen 10 en 12, Hoogendoorns debuutfilm die tijdens Venice Days (27 augustus t/m 6 september) in wereldpremière gaat. Maar voordat er beeld was, was er geluid.
“Mijn eerste idee was een soort geluidsscenario: voetstappen op het tuinpad, het kloppen op het raam – mijn herinneringen aan die dag die ik verzameld had. Ik wilde de dood laten voelen door geluiden. Maar al snel realiseerde ik me dat ik eigenlijk scènes aan het schrijven was en dat ik het verhaal moest verfilmen.”
Over een periode van vier jaar, met onder andere een periode aan het Binger Instituut, ontwikkelde Hoogendoorn het scenario, dat in eerste instantie de titel Uniform droeg. “Ik begon het verhaal te vertellen vanuit het perspectief van de agenten. Dat verschoof daarna naar de jongen die het nieuws als eerste verneemt, mijn eigen point of view. En uiteindelijk, na gesprekken met mijn ex-vriendin die toentertijd bij mij woonde en alles van dichtbij had meegemaakt, koos ik voor het standpunt van Katja, het meisje in de film. Zij zit middenin die onmogelijke situatie maar is ook een buitenstaander.”
Een autobiografische inslag is kenmerkend voor Hoogendoorns werk. De korte film Wes, waarmee hij in 2009 afstudeerde aan de filmacademie en waarvoor hij diverse prijzen ontving (Cineville Audience Award 2009, Leids Filmfestival IJzeren Haring Award 2010, Cinestud filmestival Audience Award 2010), is ook terug te voeren op zijn eigen leven. In het Rotterdamse jochie dat door zijn vader naar voetbalkamp wordt gestuurd terwijl zijn moeder op sterven ligt, is Hoogendoorn te herkennen, die zelf voetbalde bij de Feyenoord-jeugd.
“Wat ook in Tussen 10 en 12 zit, is het moeilijk kunnen delen en uiten van emoties”, vertelt Hoogendoorn. “In Wes geeft de vader zijn zoon op het einde een bijzonder onhandige knuffel. Buitenlanders die Tussen 10 en 12 hebben gezien, merkten op dat er tragikomische elementen inzitten en daar hebben ze misschien wel gelijk in. In het onderzoek naar wie ik ben als filmmaker kom ik altijd uit in de hoek van het absurdistische à la Happiness. Zo’n jonge agent bijvoorbeeld, die na het overbrengen van het nieuws als eerste aan zijn collega vraagt: ‘En, hoe deed ik het?'”
Tot twee weken geleden werkte Hoogendoorn nog aan zijn film. Een week geleden hoorde hij dat Tussen 10 en 12 is geselecteerd voor Venice Days, het prestigieuze parallelfestival van het ‘officiële’ Filmfestival van Venetië dat zich graag vergelijkt met het Cannes-bijprogramma Quinzaine des Réaliteurs. Hoogendoorns naam staat naast die van grootheden als Kim Ki-Duk, Alex de la Iglesia en Gouden Palm-winnaar Laurent Cantet. “Selectie voor een A-festival betekent veel voor me; het genereert aandacht en verhoogt het aanzien van een film die toch gemaakt is voor een smal arthouse-publiek”, zegt Hoogendoorn. “Veel films is geen leven gegund en dat is toch zonde als je ziet hoeveel tijd je erin stopt.”