Mahamat-Saleh Haroun over Une saison en France

'Vluchtelingen zijn geen stroom maar individuen'

Portret Frank Verdier

Je hebt bij films over vluchtelingen twee keuzes, vindt de Tsjaadse filmmaker Mahamet-Saleh Haroun: je kunt uitzoomen op hun massaliteit, of inzoomen op hun individualiteit. Dertig jaar na zijn eigen aankomst in Frankrijk deed hij dat laatste: "Migratie is zo eigen aan de mens, dat als je dat een halt wilt toeroepen, je net zo goed het einde van de mensheid kunt aankondigen."

Une saison en France is een film over een man die met zijn twee kinderen en zijn nieuwe liefde een bestaan in Frankrijk probeert op te bouwen. Tijdens het afgelopen Filmfestival Rotterdam probeer ik met regisseur Mahamat-Saleh Haroun de meest uitgebeende manier te vinden om het verhaal samen te vatten. We hebben het erover welke informatie nodig is om de geschiedenis van Abbas, zijn broer Etienne, de kinderen Asma en Yacinne en bloemenverkoopster Carole te kunnen kaderen.

Aan het begin van de film wijst niets erop dat Abbas een asielzoeker uit de Centraal-Afrikaanse Republiek is die op het punt staat uit de procedure te worden gegooid. Hij is een man die onder erbarmelijke economische omstandigheden probeert voor zijn gezin te zorgen. Dat is een universele geschiedenis. Langzamerhand wordt die ingevuld met details die het verhaal van Abbas zowel specifieker en intiemer als van een algemener belang maken.

Het is een manier van vertellen die we kennen uit zijn eerdere films over de burgeroorlog in Tsjaad (Daratt uit 2006 en Un homme qui crie, 2010): hij houdt er niet van om de toeschouwer tijdens het kijken bij te lichten, beklemtoonde Haroun in Rotterdam. "Ik wil dat de toeschouwer eerst met de menselijke kant van het verhaal kennismaakt, en dan met het grote wereldpolitieke beeld erachter. Dat heeft heel erg met mijn opvoeding en culturele achtergrond te maken. Film is als een ontmoeting. Als ik jou net leer kennen vraag ik je niet als eerste wat je doet en waar je vandaan komt. Misschien bied ik je eerst iets te drinken aan en praten we over kleine zaken. Het gaat erom wie je bent."

Vluchteling
Mahamat-Saleh Haroun kwam zelf dertig jaar geleden als vluchteling via Kameroen naar Frankrijk uit een door oorlog verscheurd Tsjaad. Voor hij in Parijs film studeerde werkte hij als journalist in Bordeaux. Maar toen hij zijn eerste film maakte – de documentaire Bye Bye Africa (1999) – keerde hij terug naar Tsjaad. Une saison en France is de eerste film die hij in en over Frankrijk maakte.

"Na dertig jaar kun je langzamerhand wel van mij verwachten dat ik een standpunt heb over de positie van migranten in Frankrijk. Het werd tijd om mijn verhaal te vertellen, maar niet vanuit mijn perspectief. Ik wilde iets over de ervaringen van vluchtelingen vertellen aan de hand van een actuele situatie. Zo kwam ik bij de Centraal-Afrikaanse Republiek. De oorlog daar is een van de onzichtbare rampen die zich momenteel voltrekt. Een paar jaar geleden begon het me in Tsjaad op te vallen dat er steeds meer vluchtelingen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek binnenkwamen die door probeerden te reizen naar Frankrijk. Maar het conflict daar scoort niet hoog in de vluchtelingen-top-tien. Voor Europa is er een gevoelsmatige afstand. Theoretisch kun je vanuit Syrië over land naar Europa lopen. Afrika, dat zijn die donkere mensen die in bootjes over de Middellandse Zee komen. Dat wordt ervaren als een probleem van de ander."

Dramatische clichés
We keren terug naar het begin van ons gesprek. Wat moeten we weten over Abbas? We zien dat hij zwart is, maar dat zegt niets over zijn status. Als toeschouwer begin je ook vanzelf al van alles in te vullen. Haroun vindt het geen ‘spoilen’ om het daarover te hebben. "Dat is juist het gesprek dat ik op gang wil brengen. Na de ontmoeting volgt het gesprek. In mijn film heb ik niet alleen willen laten zien hoe vluchtelingen politiek en administratief behandeld worden, maar ook willen aankaarten hoe ze doorgaans in mainstream films worden afgebeeld. We zien vluchtelingen in overladen rubber bootjes op zee. Illegalen die buiten de maatschappij vallen, ten prooi vallen aan economische slavernij of afglijden in de criminaliteit. Dat is allemaal waar. Maar het zijn ook dramatische clichés zonder welke een film niet als spectaculair genoeg wordt ervaren. Veel te weinig zie je een film over iemand met een naam en een gezicht."

"Je hebt bij films over vluchtelingen twee keuzes: je kunt uitzoomen op hun massaliteit, of inzoomen op hun individualiteit. Ai Wei Wei heeft in zijn documentaire Human Flow het eerste gedaan. Maar zodra je vluchtelingen als een stroom opvoert, maak je ze anoniem en gezichtsloos. Zo schep je uiteindelijk afstand. Ook als je de beste bedoelingen hebt. Daarom heb ik ervoor gekozen om iets van hun persoonlijke leven te laten zien. Een vader die eten kookt voor zijn kinderen, liedjes voor het slapen zingt."

Afrika is een realiteit
Abbas en Etienne zijn academici. Dat maakt het des te schrijnender dat ze in Frankrijk met racisme en vooroordelen worden geconfronteerd en nederige baantjes moeten vervullen: ze bevinden zich in een driedubbel isolement, juridisch, maatschappelijk én intellectueel. Overdag slepen ze met kratten op de markt, ’s avonds filosoferen ze over Afrika. Als we voldoende tijd met ze hebben doorgebracht, mogen we ze van Haroun leren kennen. En daarmee leren we ook zijn eigen gedachten kennen.

"Op een gegeven moment zegt Etienne: ‘De Centraal-Afrikaanse Republiek is een fictie’. Dat is de kern van het hele proces van kolonialisme, dekolonisatie en neokolonialisme in Afrika. Je trekt een streep over de landkaart. Verzint een land. Geeft het een naam. Dan voer je er een taal in, wat vaak de taal van de oude koloniale overheerser was, en een muntsoort, die gekoppeld is aan de Wereldbank. Dan blijkt dat er eigenlijk helemaal geen breuk is geweest tussen kolonialisme, dekolonisatie en neokolonialisme. Het is hetzelfde systeem met andere middelen."

"Hoe maken we van Afrika nu weer een realiteit? Dat is de vraag. De meeste mensen in Afrika zijn vreemdelingen in hun eigen land. Die de taal van de voormalige overheerser niet spreken, en daarom los van alle etnische en culturele conflicten, in hun eigen land al uitgesloten zijn van de meest simpele voorzieningen. Hoe gaan we dan ooit nadenken over in wat voor samenleving, wat voor gemeenschappelijkheid we willen leven? Wat voor ons het beste politieke systeem is? Het is mijn taak om mensen over dit soort vragen te laten nadenken."

Gedeelde herinneringen
"Film speelt daarbij een rol, want films, en kunst in het algemeen, kunnen een stem geven aan wat ons bindt, in plaats van wat ons scheidt. Een beeld geven van gedeelde geschiedenissen, en gedeelde herinneringen. Dat gaat niet alleen over de Afrikaanse identiteiten. Maar over wat het betekent om een mens te zijn. We hebben namelijk als mens allemaal gedeelde herinneringen die te maken hebben met hoe we Abbas leren kennen: als vader, als iemand die voor zijn naasten zorgt, als iemand die rouwt, lief wil hebben, zich ontoereikend voelt, aangetast in zijn mannelijkheid. Dat is ons gedeelde bewustzijn als mens."

"Het verlangen om een betere toekomst te zoeken hoort daarbij. Daarom zijn migratiestromen ook zo oud als de wereld, en zo eigen aan de mens. De mens beweegt. Hij is nieuwsgierig. Creatief. Inventief. Wil voorwaarts. Mensen die geloven dat je migratie kunt stoppen, een halt moet toeroepen, geloven feitelijk dat mensen moeten ophouden met bewegen. Dan kun je net zo goed het einde van de mensheid aankondigen."