Foxtrot
Als je zoon sterft, vooral veel water drinken
Laatbloeier Samuel Maoz levert met Foxtrot pas zijn tweede speelfilm af, maar de Israëlische filmmaker toont zich na Lebanon opnieuw een meester van het medium met dit messcherpe drieluik over rouw en verlies.
“O, bij een soldaat kunnen we alleen ‘gevallen’ zeggen?” Inderdaad: gestorven, overleden of verloren zijn allemaal uit den boze voor de rouwadvertentie voor zijn zoon, krijgt Michael Feldmann (Lior Ashkenazi) te horen. Wanneer twee jonge soldaten komen melden dat zijn Jonathan in militaire dienst is overleden, wordt Michael overstelpt met regeltjes en procedures. Zijn vrouw Daphna (Sarah Adler) valt direct flauw bij het horen van het nieuws en de soldaten doen daar een schepje bovenop met kalmeringsmiddelen. Ook Michael wordt gekalmeerd, met procedures: doe dit, lees dat, drink water. Veel water.
In het eerste deel van Foxtrot, dat bij zijn première op het Filmfestival Venetië de Zilveren Leeuw won, zet Samuel Maoz een strak formalisme in om ons in de schoenen van Michael te plaatsen. Langzaam schuift alles keer op keer uit focus, om ons dan met een scherpe schnitt of opvallend shot ineens weer bij de les te trekken.
Dat formalisme blijft, maar de vorm verandert compleet wanneer we een onverwachte sprong maken naar de wereld van zijn zoon Jonathan (Yonaton Shiray). Met drie andere, even jonge soldaten is hij gestationeerd bij een verlaten checkpoint (codenaam: Foxtrot), waar hooguit af en toe een kameel onder de slagboom door loopt. Op tweederde maakt de film opnieuw een sprong in de tijd en in stijl, terug naar het appartement van de ouders maar dit keer bezien vanuit de beleving van moeder Daphna.
Elk op hun eigen manier bieden die drie segmenten een spiegelbeeld voor Maoz’ gelauwerde debuut Lebanon (2009). Daarin verwerkte de regisseur zijn ervaringen in de Israëlisch-Libanese Oorlog van 1982 tot een anti-oorlogsfilm die zich afspeelt in een tank. Het masculiene eerste deel van Foxtrot creëert eenzelfde gevoel van claustrofobie, maar nu aan het thuisfront. Het tweede deel is jongensachtig en toont dat de zinloosheid van oorlog ook overeind blijft in wijdse open ruimtes waar vrijwel geen schot wordt gelost. En het derde, moederlijke deel neigt naar een bitterzoete melancholie die een scherp tegenwicht biedt tegen alle eerdere boosheid.
Foxtrot is een film die uit al zijn poriën zelfverzekerdheid ademt — de zelfverzekerdheid van een maker die iets te zeggen heeft en weet hoe hij het wil zeggen. Een film die met een strakke vorm complexe emoties weet op te roepen. Een meesterlijke overdenking van rouw en verlies, met een diepgeworteld gevoel voor de eindeloze dans met het toeval en de dood.