Koen Mortier over Skunk
'Ze probeerden me tegen te houden, dat is niet gelukt'
“Niemand wil dit verhaal zien”, klonk het toen Koen Mortier financiering zocht voor Skunk. Maar hij zette door en de film werd een succes in Vlaanderen.
“De ingehouden woede van jaren spuit hier in het rond”, schrijft een jongen op de eettafel van zijn ouderlijk huis, “zo luid dat het pijn doet.” De extreme emoties die psycholoog Geert Taghon beschrijft in zijn op feiten gebaseerde roman Skunk maakt regisseur Koen Mortier in zijn gelijknamige film zichtbaar. Ruw en rauw, hard en brutaal. Bewust expliciet.
“Ik wil voorkomen dat mensen wegkijken”, zegt Mortier tijdens een gesprek in Brussel, waarbij ook Taghon is aangeschoven. “De gewelddadige wereld van mishandelde jongeren blijft te vaak buiten beeld.” Niet in Skunk. Brutaliteit, frustratie, angst en woede spatten van het scherm.
“Mensen vinden het erg donker”, zegt Taghon. “En dat klopt, Skunk weerspiegelt de wereld waarin deze jongeren leven. De intensiteit die lezers of kijkers voelen maken zij een heel leven mee.” Een vriend waarschuwde hem dat niemand een verfilming zou aandurven – behalve misschien Koen Mortier. “Ik stuurde hem een exemplaar met de melding: ‘Ieder kind heeft een verhaal te vertellen.’ Plots kreeg ik telefoon: ‘Ik ben Koen en ik wil uw boek verfilmen.’ Zijn drive en overtuiging vond ik straf. Koen vroeg carte blanche, maar betrok me bij het hele proces.”
In tegenstelling tot Mortiers eerdere films Ex drummer (2007) en Engel (2018) is Skunk niet gebaseerd op een literaire hit. “Taghons boek was een non-seller”, aldus Mortier. “Er zijn amper zeshonderd exemplaren van verkocht; het is vooral gebruikt in de jongerenzorg. Bij het lezen was ik enorm gechoqueerd. Door de inhoud, maar ook door het feit dat het nieuw was voor me. Ik vroeg me af hoezeer dit in de doofpot wordt gestopt. Want we weten eigenlijk niets van die mishandelde jongeren. Met Geerts hulp ging ik instellingen bezoeken, praten met jongeren, luisteren naar begeleiders. Daardoor zag ik het niet langer als fictie, maar als een verhaal dat ik absoluut moest vertellen.”
Daarvoor greep hij terug op de stijl en toon van zijn debuut. “De thematiek verschilt maar stilistisch lijkt het op Ex drummer. We trekken de kijker meteen in het verhaal, doordat die zich gaat afvragen: wat is hier aan de hand? Dat was niet zo in het oorspronkelijke scenario. Daarin gebeurde veel, voordat hoofdpersoon Liam werd opgepakt. Ik vond het interessanter om pas later te tonen wat er gebeurd is. De kijker stap voor stap alles zelf laten ontdekken, versterkt de betrokkenheid.”
Continu spanning
Het maakt bovendien dat Liam niet enkel slachtoffer of dader is. “Hij is slachtoffer én dader. Dat is vaak het geval bij extreem mishandelde jongeren, omdat slachtoffers niet alleen kwetsuren oplopen maar ook dingen uit hun gewelddadige mishandeling overnemen. Het geweld dat ze ondergingen, leidt vaak tot agressief en sociaal problematisch gedrag.”
Mortier sleutelde voor zijn bewerking behoorlijk aan de roman. “Taghon speelt heel sterk het kleine individu tegen de rest van de wereld uit. Bovendien is zijn protagonist psychisch beperkt. Door mijn ontmoetingen met de jongeren wist ik dat ook iemand die intelligent is in deze situatie kan belanden. Dat biedt dramatisch meer mogelijkheden. Een geestelijke beperking wordt meteen het centrale probleem; dan blijft hij een slachtoffer en gaat de film alleen daarover. Omdat niets in de weg mocht staan van de verkenning van het personage ging ik voor de puurheid en realiteit van een situatie. Angst is permanent en alomtegenwoordig in de wereld van die gasten. Ook wanneer ze opgesloten zitten. Ze voelen continu spanning. Iedereen heeft zijn eigen emotionele rugzak met opgekropte frustraties en woede. Daardoor zijn ze een gevaar voor elkaar. Zo wordt er eindeloos van geweld naar geweld doorgegleden en ontstaat het gevoel dat er niets anders bestaat.”
Ook in de structuur van het verhaal trok Mortier zijn eigen plan. “In het boek worden grote stukken verleden gevolgd door grote stukken heden. Ik vreesde dat die aanpak in een film de emotionele diepgang zou ondergraven. Door te werken met korte flashbacks blijven we in de geest van het hoofdpersonage en vormen zijn emoties de leidraad. Een mooi voorbeeld is de scène waar Liam gevraagd wordt te luisteren naar de muziek van Maria Callas. Hij raakt overstuur, omdat hij er de hysterische stem van zijn moeder in herkent.”
Niets voorbereiden
Mortiers vorige film Engel was extreem gestileerd – elke beweging, elk shot, elke compositie was op voorhand ingestudeerd. Voor Skunk koos hij bewust voor een documentaire aanpak, met een observerende camera die in de woning meer afstand neemt en in de jeugdinstelling dichter op de huid van de personages zit, alsof hij een van hen is.
“DoP Nicolas Karakatsanis en ik besloten niets voor te bereiden. We kozen voor 16mm en een camera die geen dramatische impact heeft. Het is aan de acteurs en kijkers om die impact te bepalen. De camera treedt enkel op als waarnemer. Er zijn natuurlijk wel stijlafspraken. Thuis was voor mij de hel, Caravaggio – een bloederig, warm en zweterig gevoel. De sfeer in de jeugdinstelling is lichter, niet minder deprimerend, maar met een ademruimte die thuis ontbreekt. De scènes in de ouderlijke woning zijn expressionistisch. De kelder is Dante’s wereld en wanneer Liam de trap naar boven gaat is dat bijna Nosferatu.”
Ondertussen wordt een groen paradijs een groene hel. “Door Liam in het bos zijn eigen wereld, zijn eigen cocon te laten creëren, wilden we een gevoel van onschuld laten ontstaan. Zijn doel is onduidelijk. Als kijker denk je dat het misschien wel een plek is waar hij zich goed voelt, waar hij tot rust komt of zijn ouders ontvlucht. Kortom, dat hij daar zijn eigen plek gevonden heeft.”
Mortier heeft meer dan bij eerdere films moeten vechten voor dit project. “Filmfinanciering is nooit vanzelfsprekend, maar door het onderwerp was het deze keer wel extra moeilijk. Het ergste was dat de toenmalige intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds, Erwin Provoost, me vroeg wie er nu geïnteresseerd was in het verhaal van die jongen. ‘Ik ben geïnteresseerd’, dacht ik toen, en met mij heel wat mensen. Dat zoiets vanuit de subsidieverstrekker kwam, was wel heel heftig. Maar het motiveerde mij extra om de film te maken. No way dat ik me laat afschrikken, dacht ik, de film komt er. Hoe dan ook. Ze hebben me met Ex drummer al een keer proberen tegen te houden, dat is niet gelukt, en ik wilde dat met Skunk opnieuw niet laten gebeuren.”
Therapeutisch
De film werd een succes in Vlaanderen, iets dat Mortier niet had durven hopen. “Distributeurs stonden niet meteen te springen. De sfeer begon te keren toen hij tijdens het filmfestival van Tallinn goed scoorde bij het publiek én in de prijzen viel. Helemaal verheugd waren we toen bij de vertoning op het filmfestival van Oostende duidelijk werd dat het publiek volledig meeging in de film.”
Op geen van zijn eerdere films kreeg hij zoveel persoonlijke reacties, zegt Mortier. “Van filmmakers, acteurs, filmliefhebbers. Maar ook van jongeren die misbruikt zijn en die aangaven dat het voor hen haast een therapeutische ervaring was. Ze vonden het geweldig om via de film een stem te hebben. Bovendien beweegt er bij de overheid ook iets. Ik zag de film als een wake-up call, een manier om mensen wakker te schudden en ik ben blij dat dit lijkt te lukken.”