Jia Zhang-ke over Still Life

'Modernisering in China is een misvormd kind'

Jia Zhang-ke

In een schrikbarend tempo wordt Fengjie afgebroken om plaats te maken voor een nieuw stuwmeer. In Still Life (Sanxia haoren) staat het natuurschoon rondom de Drieklovendam in schril contrast met de sloop van een miljoenenstad. De Filmkrant sprak met de Chinese regisseur Jia Zhang-ke op het Filmfestival van Rotterdam.

Kunt u een toelichting geven op de titel? “Die is ontleend aan de schilderkunst. Toen we in het gebied van de Drieklovendam kwamen, hadden we het gevoel dat alle gebouwen een soort leven uitstraalden. Met de titel wilde ik aandacht vragen voor de materialiteit van de omgeving.”

Is het landschap de hoofdpersoon van deze film? “Zo zou je het kunnen zeggen. Het landschap is het uitgangspunt geweest. Daar ben ik mee begonnen. Het gebied heeft een sterk theatraal karakter. Als je met een boot over de Jangtsekiang vaart dan zie je een landschap dat is vastgelegd in de traditionele Chinese schilderkunst. Ook in de poëzie wordt het beschreven. Je waant je in lang vervlogen tijden. Maar als je aanmeert in Fengjie, dan sta je ineens midden in de moderne tijd. Dan sta je midden in de herrie en alle veranderingen die daar plaatsvinden. Wat vooral een diepe indruk op me heeft achtergelaten is dat een stad, die een geschiedenis van tweeduizend jaar heeft, in twee jaar tijd geheel vernietigd moet worden.”

Staat Fengjie symbool voor het moderne China? “Die plek toont de absurditeit van het moordende tempo van de ontwikkelingen. Met die veranderingen gaat ook iets verloren van de herinneringen en de geschiedenis. Met de gebouwen vergaat ook de cultuur die daar bij hoort. Ik ben bang dat van het oude China niet veel meer dan een fotoalbum of een ansichtkaart overblijft.”

Kent u de Canadese film Manufactured Landscapes, die ook hier op het Filmfestival Rotterdam te zien is? “Ik heb er wel iets over gehoord, maar nog niet gezien. Er is ook een Italiaanse film waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de Drieklovendam. Die interesse uit andere landen geeft aan dat het gebied niet alleen model staat voor de veranderingen in China, maar dat over de hele wereld vergelijkbare processen gaande zijn.”

Manufactured Landscapes is een documentaire over industriële landschappen. De beelden in die film zijn nog apocalyptischer dan in Still Life. Heeft u het niet al te gruwelijk willen maken? “De ruïnes van Fengjie zijn niet alleen apocalyptisch. Ik zie er ook een nieuwe start in. Er kunnen nieuwe dingen opbloeien. En ik geloof dat, welke ramp er ook plaatsvindt in China, de kracht om door te blijven leven heel sterk is. Er is hoop.”

Waar is die hoop op gebaseerd? “Ik vind het heel belangrijk dat het individualisme opbloeit in China. Niet iedereen in de wereld begrijpt hoe ingrijpend dat is. Maar we komen uit een collectivistisch verleden. Met dit soort rampen worden mensen zich meer bewust van hun individualiteit. Dat is hoopgevend.”

De personages hebben iets van drijfhout. Alsof ze weinig grip op hun eigen leven hebben. “Dat is het centrale conflict in de film. Aan de ene kant zijn mensen de speelbal van de modernisering. Aan de andere kant zijn ze op zoek naar een manier om hun eigen leven richting te geven. Het leven van de gewone Chinees wordt verpletterd door de veranderingen. Maar die brengen ook nieuwe kansen met zich mee. Vergeet niet dat de eerste impuls om te moderniseren vanuit het volk kwam.”

Heeft de Chinese overheid de ontwikkelingen nog wel in de hand? “Het tempo van de modernisering is volledig doorgeslagen. Daar ligt een verantwoordelijkheid voor de overheid, vind ik. De modernisering moet op een aantal verschillende gebieden tegelijk plaatsvinden. Zowel economisch als politiek en cultureel. In China houdt de overheid de modernisering op politiek gebied tegen. Daardoor verloopt de modernisering onevenwichtig. Het is een misvormd kind.”

Ziet u zichzelf als de chroniqueur van een veranderend China? “In die zin dat ik het belangrijk vind om het moderne China vast te leggen, juist omdat er nu zoveel verandert. Als ik dat niet doe wordt er niets overgeleverd. En ik denk dat film daar een belangrijke rol in kan spelen. Alleen tekst is niet voldoende. Dan staat er ergens: ‘Eén miljoen mensen zijn geëvacueerd’. Of: ‘Tweeduizend steden zijn gesloopt’. Maar dat is te weinig om te kunnen begrijpen wat dat betekent. Film geeft ons iets waardoor we dat soort teksten kunnen invoelen.”

Ziet u uw werk als een onderdeel van een culturele modernisering? “Ik hoop dat ik met mijn films kan bijdragen aan de beweging voor meer gelijkheid en meer individualisme. Mijn eerste drie films mochten niet vertoond worden in China. Maar die heb ik wel gemaakt omdat ik vind dat ik als burger het recht heb mijn mening te uiten.”

De eerste Chinese films die ik heb gezien, zoals die van Zhang Yimou, waren zeer gestileerd. Uw films zijn realistisch. Zet u zich daarmee af tegen de oudere generatie? “Ik ben niet bewust op zoek naar een tegenreactie. Maar het is onvoorstelbaar dat je als filmregisseur niet geraakt wordt door de veranderingen in ons land en de theatrale aspecten daarvan. Het is onvoorstelbaar dat je dat als regisseur of als kunstenaar niet ziet.”

Gelijktijdig ontstaat er in China nu een filmindustrie die zich richt op oogverblindende epische spektakelstukken als The Promise van Chen Kaige. “Dat zijn regisseurs die cultuur terugbrengen tot economie. Voor hen is film een manier om geld te verdienen. Ze gaan mee in de cultus van het heldendom. Niet de oude communistische held, maar de held die het gemaakt heeft, die rijk is. Zij dragen bij aan een nieuwe cultus.”

Is er een publiek voor uw films in China? “Mijn vorige film The World was niet zo succesvol. Maar deze doet het beter. Zo’n 600 duizend mensen hebben de film gezien.”

Hoe ligt dat in verhouding met een commerciële film als The Promise? “1 op 10.”

Hoe reageert de overheid op uw film? “De overheid reageert niet. Ze is onverschillig. Ze moedigen het niet aan, maar ze liggen ook niet dwars. En zolang ik niet wordt tegengewerkt, ben ik allang blij.”