Jeroen Houben over Torch Song

'Ik zie plot meer als vehikel dan als uitkomst'

Jeroen Houben. Foto: André Bakker

In zijn muzikale Engelstalige drama Torch Song kwam voor scenarist, regisseur, vormgever en componist Jeroen Houben alles bij elkaar: “Ik kon me met alle aspecten van de film bemoeien.”

In Torch Song strijkt Liz, een excentrieke Amerikaanse popzanger, na het overlijden van haar moeder neer in Amsterdam, bij haar halfbroer Gabe en diens vriendin Joey. Terwijl aspirant-schrijver Gabe bang is overschaduwd te worden door het succes van zijn beroemde zus, raakt Liz geïnspireerd door Joey. De toch al breekbare familieverhoudingen komen door de logeerpartij op scherp te staan.

Torch Song ging tijdens het afgelopen Nederlands Film Festival in première, waar het de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek won en genomineerd werd voor het Gouden Kalf voor production design.

Na het schrijven en regisseren van prijswinnende korte, komische films als Page 23 (2011), Sorry (2012) en Home Suite Home (2015) maakte Jeroen Houben (1987) zijn speelfilmdebuut met De matchmaker (2018). Deze romantische familiekomedie was een succes aan de kassa. Maar Houben, die het project als opdrachtfilm had aangenomen, verlangde terug naar de autonomie die hij bij zijn korte filmwerk had ervaren.

Houben: “Door de democratische constructie van zo’n publieksfilm, waarin alle partijen wat stemrecht hebben, krijgt iedereen een beetje de film die hij wil. Waardoor ook niemand helemaal tevreden is. Ik wilde terug naar het tegenovergestelde.”

Bij Torch Song werkte Houben bewust zo goedkoop mogelijk, nam de tijd en betrok zo min mogelijk partijen. “Bij producent Family Affair Films kon ik mijn ei kwijt. Wat me vooral in hen aantrok was, dat ik me met alle aspecten van de film kon bemoeien, dus óók met muziek, montage en promotie. Zonder dat ze daarvan terugschrikten.”

Houben bedacht zelf het filmidee van Torch Song, schreef het scenario, componeerde de songs en de muziekscore en deed samen met editor Lot Rossmark de montage. “Ik slaap slecht als iets niet helemaal is, of gaat, zoals ik wil. Als ik het idee heb dat een scène niet werkt, ga ik door tot het probleem opgelost is. Ik heb best lang in de postproductie gezeten. Je zou dat proces rommelig kunnen noemen, maar als het beter is voor de film moet het gewoon.”

Houbens idee ontstond vanuit een aantal ingrediënten, die na verloop van tijd de plot, de toon en het genre vormden. “Bij De matchmaker was er sprake van een duidelijk stramien: een begin, heldere plotwendingen en een einde. Nu ging ik eerst veel scènes schrijven. De meeste haalden de film niet, maar door dat schrijfproces leerde ik mijn personages kennen. Zo ontstonden er onderweg verschillende driehoeksformaties, totdat ik uitkwam op een man, een halfzus en een derde persoon.
“Ik wilde een film maken die elliptisch is en als een soort fotoalbum werkt. Je weet niet precies of opeenvolgende scènes zich een dag of een maand later afspelen. Het gaat meer over de hoogtepunten van de periode dat Liz in dat huis is. Het was een fijne, vrije manier om te schrijven, omdat je tot de kern komt en er uiteindelijk toch een plot ontstaat. Geen plot als kapstok overigens; ik vind het juist fijn om bezig te zijn met de jassen.”

Hij erkent dat het niet de meest economische manier van schrijven is, maar: “Van de films die ik zelf goed vind, herinner ik me vaak scènes, personages en situaties. Wat er precies aan de hand is, staat bij mij altijd op de tweede plek. Natuurlijk heb je een plot nodig, maar ik zie het meer als vehikel dan als uitkomst.”

Acteursregisseur
Het Amsterdam in Torch Song is opvallend dorps. Het zou bijna in een andere Europese plaats kunnen spelen. De reden ervan is tweeledig, legt Houben uit: “Ik wil geen ansichtkaarten-Amsterdam laten zien. Ik kom als inwoner van Amsterdam nooit op het Damrak bijvoorbeeld. Dus waarom zou ik dat filmen?”

Zo kwam Houben terecht in zijn eigen buurtje, in straten en op specifieke plekken die hem eerder waren opgevallen. Ook telden de indrukken mee van zijn veelal internationale vrienden die tijdelijk in Amsterdam kwamen wonen. “Zij lieten me plekken zien die zij op een of andere manier bijzonder vonden: bepaalde straten en kroegjes die Amsterdammers misschien voor lief nemen, maar die expats charmant vinden. Expats vormen best een grote groep, maar we zien ze in de Nederlandse popcultuur nooit voorbijkomen. Er worden vrijwel geen expat-personages geschreven. Het leek me leuk om zo’n internationale groep mensen in de creatieve sector de arena in Torch Song te laten zijn.”

De Zwitserse acteur Carla Juri (Blade Runner 2049, 2017) stond aanvankelijk niet op Houbens radar. Samen met castingdirector Rebecca van Unen maakte hij een lijst met zo’n vijfenzeventig Britse en Amerikaanse acteurs; hij schreef de rol van Liz niet met een specifieke acteur in het achterhoofd. “De actrice zou die gekte van Liz moeten kunnen verkopen als iets wat klopt en niet alleen als een soort quirky grapje. En zij moest een soort mysterie hebben.” Toen de castingdirector Houben op Juri wees, viel alles op z’n plek. “Ze bleek ook nog te kunnen zingen. We zijn gelijk gestopt met zoeken.”

In de loop van zijn carrière merkt Houben dat hij zich heeft ontwikkeld als acteursregisseur. “Vroeger had ik precies in mijn hoofd hoe het moest worden. Daar ga je dan naar op zoek. Maar eigenlijk kan dat niet, want je werkt met levende mensen. Je wil de acteur zo ver mogelijk preppen en instrueren en daarna is het aan die acteur om het personage te vinden. Dat is belangrijk, want het menselijke, het meest complexe aspect, zit in de binnenwereld van die acteur. Je wil dat iemand iets niet alleen speelt, maar ook is.”

Dus probeerde hij voorafgaand aan de opnames met zijn cast te repeteren. “Dat is heel fijn, uiteindelijk vind je daar de hele dynamiek van zo’n scène, de choreografie en de tekstbehandeling. Een beetje zoals je dat op een toneel zou doen.” Daarnaast wilde hij de tijd nemen tijdens de opnames zelf. “Het is mijn taak om daar de beste situatie te creëren, een omgeving waarin acteurs de vrijheid hebben om dingen te proberen – óók nog bij take drie of vier.”

Kippenvel
Houben speelde zelf van jongs af aan allerlei instrumenten: basgitaar, gitaar, drums en een beetje piano. En hij schreef nummers voor de bands waarin hij zelf drumde. Tot een jaar of tien geleden, toen zijn filmwerk meer tijd begon op te slokken. “Ik wilde aanvankelijk alleen een paar liedjes voor het hoofdpersonage schrijven, maar dat werd alle muziek in Torch Song. Ik had bedacht dat Liz pianist zou zijn – het instrument dat ik het minst beheers. Dat vond ik wel een uitdaging. Het leuke is: ik ken de gitaar heel goed, maar omdat ik bij piano minder goed weet wat ik doe, kom ik vaker op onverwachte plekken. Dan maak ik een fout – een raar akkoord bijvoorbeeld – die opeens goed blijkt te klinken.”

Hoewel hij concludeert na deze film beter piano te kunnen spelen, liet hij alle partijen, ook strijkers bijvoorbeeld, inspelen door professionals. Zijn partituur liet hij nalopen door een klassiek geschoolde kenner. “Hij keek wat er klopte en wat er beter kon. Zo wees hij enkele noten die ik voor een altviool schreef, toe aan een cello. De basis bleef hetzelfde, maar nu klinkt het beter. Kippenvel, wanneer wat je geschreven hebt na de opname precies zo klinkt als je hebt bedacht.”