Hirokazu Kore-eda over The Third Murder

'De waarheid zelf wordt vermoord'

Wat is de waarheid? Hirokazu Kore-eda, Japanse meester van de intieme familiefilm, voegt in een kort vraaggesprek over zijn uit­stapje naar het rechtbankdrama nog meer vraagtekens toe aan zijn onoplosbare whowhatwhydunnit The Third Murder.

Wat is de waarheid? Dat lijkt, oppervlakkig gezien, de vraag in Hirokazu Kore-eda’s misdaaddrama The Third Murder. Wie heeft waarom een moord gepleegd en kunnen we dat in een rechtbank überhaupt met zekerheid vaststellen? Zeker als de bekennende verdachte telkens zijn versie van de gebeurtenissen verandert.

Maar bij doorgraven lijkt het in de film over een diepere vraag te gaan, want: Wat is ‘Wat is de waarheid?’? Wat beschouwen we als een antwoord op die vraag? Is er eigenlijk wel een antwoord mogelijk?

Laten we eenvoudig beginnen: wat is de derde moord? Het antwoord lijkt simpel genoeg: verdachte Misumi (hypnotiserend goed gespeeld door Kôji Yakusho) is ooit veroordeeld voor een dubbele moord dus dit zou dan z’n derde zijn. Dat er, door iemand, nu een moord is gepleegd staat vast. Alleen vraag ik me af waarom de groeiende twijfel aan Misumi’s schuld, en de groeiende twijfel van diens advocaat aan het vermogen van de rechtbank om überhaupt schuld vast te stellen, nooit raakt aan die eerdere veroordeling.

Die dubbele moord, die dus niet ter discussie staat, wordt door veel critici gek genoeg als één ‘moordzaak’ geteld. Nummer twee is dan de nieuwe moord en als derde zien ze de dreigende doodstraf voor Misumi — moord van staatswege. Nog gekker is dat Kore-eda, tijdens een groepsinterview in Venetië, zelf ook zo redeneert. Nadat hij eerst niet wil vertellen wat ‘de derde moord’ is (“Ik krijg die vraag vaker en heb besloten niet te antwoorden”), antwoordt hij direct daarna toch: “Ik denk dat er meerdere mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld, zoals u zegt, dat de rechtbank daarvoor verantwoordelijk is. Maar in dat geval kun je de schuld ook bij zijn advocaat leggen. En we kunnen ook zeggen dat de waarheid zelf wordt vermoord.”

殺人 
De waarheid vermoorden. Als het zo metaforisch mag, kunnen we ook denken aan het vermoorden van het cynisme van de advocaat, die gaandeweg steeds meer betrokken raakt bij zijn ongrijpbare cliënt. Of aan het vermoorden van het idealisme van zijn jonge assistent, die geschokt reageert als rechter, OM en verdediging in een driehoeksoverleg achter gesloten deuren de zaak onderling blijken af te stemmen.

Lost in translation: als een aankomend advocaat die praktijk kennelijk al niet kent, moet dat laatste ook voor een Japans publiek schokkend zijn. Maar in hoeverre verschilt het Japanse recht van het onze en welke rol speelt dat in The Third Murder? Die vraag gaat mijn juridische pet te boven, maar Wikipedia stelt dat in Japan ruim 99 procent van de strafzaken tot een veroordeling leidt, vaak louter op grond van bekentenissen. Dat biedt context aan Kore-eda’s aanval op de geloofwaardigheid van een bekentenis. Tegen ons zegt hij: “Is het echt mogelijk voor een mens om over een ander te oordelen? Mensen zijn per definitie onzeker en een veroordeling is absoluut. Dat is angstaanjagend: mensen die over iemand anders een definitief oordeel mogen vellen.”

Nog meer lost in translation: we interviewen, met een handjevol journalisten, Kore-eda via een tolk, met de bekende veel-langer-dan-verwachte en veel-korter-dan-verwachte vertalingen. Wat verdwijnt daar en wordt voor hem en ons onkenbaar? Ondanks drie keer doorvragen, door verschillende journalisten, weet ik nog steeds niet of Kore-eda wil dat we de moord die we de verdachte aan het begin zien plegen als echt gebeurd beschouwen of alleen als Rashomon-achtige verbeelding van Misumi’s bekentenis.

Kore-eda zaait daarover eerst twijfel (“Wie zal het zeggen?”), om kort daarna te insinueren dat het wel degelijk echt gebeurd is, als hij zegt: “U heeft het gezien, maar de advocaat niet.”

Het maakt nogal wat uit: of we onze ogen als filmkijker kunnen vertrouwen. Heeft de film zelf überhaupt een werkelijkheid — en dus een waarheid — of kunnen we wat we feitelijk zien gebeuren ook nog in twijfel trekken? In de persmap geeft Kore-eda aan dat hij met die vormvraag in zijn maag zat: “Het genre van het rechtbankdrama werkt niet zonder een alwetend perspectief. Maar toch wilde ik dat niet, dus daar worstelde ik mee.” Waar hij op uitkwam, vermeldt de tekst niet.

疑い
Dat de film de zekerheid van juridische waarheden ondergraaft, is zeker. “Waarheid is wat het gunstigst is voor mijn cliënt”, zegt een advocaat droogjes. Het is het klassieke onderscheid tussen recht en rechtvaardigheid. Tussen feitelijke en vastgestelde waarheid. Om die juridische waarheid te bepalen, moet je informatie en bewijzen verzamelen. Dus dat doet Misumi’s advocaat, maar hij stuit daarbij op die andere klassieke waarheid: hoe meer je weet, hoe minder je weet. Elke volgende ontdekking zaait meer twijfel over wat hij dacht te weten. Ook bij de kijker.

Dat is een maatschappelijk waardevol inzicht, zeker in het kader van een rechtszaak. Die juridische onkenbaarheid van de werkelijkheid lijkt door Kore-eda te worden onderstreept door de waarheid van de film zelf onkenbaar te laten. Niet alleen die van de moordzaak in het verhaal, maar die van de film als geheel. Het lijkt erop dat wat de film ons vertelt, ook als het met beelden gebeurt, uiteindelijk Rashom-onzeker blijft. Kore-eda laat in het interview, als we hem via de tolk tenminste goed begrijpen, die mogelijkheid op z’n minst open.

Is de derde moord dan door Kore-eda zelf gepleegd? Een moord op het idee dat een film een werkelijkheid heeft — zelfs als die onkenbaar is? Is het onmogelijk om te weten, niet alleen of Misumi de moord gepleegd heeft, maar of er überhaupt een antwoord denkbaar is op die vraag? Het zou betekenen dat Kore-eda een Schrödingers film heeft gemaakt. Een film waarin de moord tegelijkertijd wel en niet door Misumi gepleegd is.