Redbad

In het land van vrije mensen

In Roel Reiné ’s anachronistische spektakeldrama Redbad vecht de legendarische Friese koning Radboud voor politieke en religieuze vrijheid. De film past in Reiné’s patriottische agenda.

Fijn voor een filmmaker als er weinig bekend is over een historische figuur over wie je een epos wilt maken, want dan kun je je verbeelding de vrije loop laten. Scenarist Alex van Galen, eerder coscenarist van Roel Reiné’s Michiel de Ruyter, heeft zich niet ingehouden bij Redbad. In een interview schat Reiné zelf de historische correctheid van de film op dertig procent. Dat is waarschijnlijk aan de hoge kant.

Redbad is geen historisch drama, maar een historische fantasiefilm over de Friese leider Radboud. Over hem is weinig méér bekend dan dat hij in 719 is gestorven en het tijdens zijn leven geregeld aan de stok had met de oprukkende Franken, met in hun voetspoor christelijke missionarissen als Willibrord. Het Middeleeuwse Frisia was niet het Friesland zoals wij het kennen, maar omvatte het huidige Zeeland, Noord- en Zuid-Holland en stukken van Drenthe en Utrecht.

Radboud was koning of hertog van de Friezen, maar heeft het waarschijnlijk nooit voor het zeggen gehad in het hele gebied. Zijn mythische reputatie van onverschrokken leider die het tegen de christelijke Franken opnam, ontstond lang na zijn dood. In werkelijkheid was hij waarschijnlijk een heerser als alle heersers in die tijd: belust op uitbreiding van macht en rijkdom. Afhankelijk van wat het meest profijtelijk was, vocht hij soms tegen de Franken en gooide het soms op een akkoordje met hen. Dat laatste deed hij bijvoorbeeld toen hij zijn dochter aan een zoon van de Frankische koning uithuwelijkte.

Dwaze rituelen
Tot zover de feiten, die er in Redbad niet toe doen, want daarin is de titelfiguur (de film hanteert de Friese benaming) een moderne verlichte leider, die vecht voor religieuze en politieke vrijheid. Redbad, krachtig gespeeld door Gijs Naber, neemt het op tegen de Franken, die Friesland willen veroveren en kerstenen, maar hij ziet ook al jong, lang voor hij koning is, de misstanden bij zijn eigen volk, zoals het offeren van mensen om de goden gunstig te stemmen. Toegegeven: hij heeft direct belang bij verzet tegen deze praktijk, omdat de bevolking na vier mislukte oogsten zijn vriendin (“Ze zullen je nooit laten trouwen met een meisje zoals ik”) op een brandstapel wil offeren. “Ik wil geen leider zijn van een volk dat vasthoudt aan dwaze rituelen”, zegt Redbad tegen zijn vader, koning Aldgisl (Huub Stapel), die wel kan leven met af en toe een mensenoffer.

Lang verhaal kort: Redbad wordt met zijn moderne ideeën verbannen en met een vlot de zee opgestuurd, waarna hij uitgeput in Denemarken aanspoelt. Daar is het veel gezelliger dan in Friesland, als de Zweden zich tenminste koest houden. Redbad valt er op door zijn intelligentie en strijdlust en wordt verliefd op koningsdochter Freia (Loes Haverkort), die geen koninklijke tuttebel is, maar voorop gaat in de strijd als er gevochten moet worden.

Als Redbad met haar terugkeert naar Friesland komt hij op het goede moment, want het land is door de aanvallen van de Franken redeloos, radeloos en reddeloos. De in Denemarken volwassen geworden leider heeft de juiste peptalk in huis: “Niemand vertelt ons hoe we ons leven moeten leiden of wat we moeten geloven. Dit is het land van vrije mensen die voor niemand buigen.”

Waterboarding
Ineens valt alles op zijn plek: Redbad is de filmversie van het lied ‘15 miljoen mensen’. Het spektakeldrama geeft net zo’n geïdealiseerd borstklopperig beeld van de Nederlander als vrijheidslievende burger als deze enorme hit uit 1996:

“Vijftien miljoen mensen
Op dat hele kleine stukje aarde
Die schrijf je niet de wetten voor
Die laat je in hun waarde
15 Miljoen mensen
Op dat hele kleine stukje aarde
Die moeten niet ’t keurslijf in
Die laat je in hun waarde”

Redbad gaat over Friezen, maar zij staan duidelijk voor ons Nederlanders in het heden. Reiné, die in Amerika carrière heeft gemaakt als regisseur van platte spektakelfilms (de categorie die vroeger linea recta naar de videotheek ging) houdt ons met Redbad, dat de kijker in tweeëneenhalf uur platslaat met een overdaad aan bombastische spektakelgevechten, een spiegel voor. We moeten trotser zijn op ons land. Op onze vrijheidslievende traditie. Op onze religieuze tolerantie. En we moeten voor deze verworvenheden willen vechten.

“Echte leiders pakken de macht”, zegt Redbads vriendin als hij nog een softie is, die de Franken met praten denkt te overtuigen. Als Redbad de fanatieke Willibrord (volslagen karikaturale Jack Wouterse) aan het werk ziet, die dopen opvat als waterboarding, weet hij wat hem te doen staat: “Wie vrij wil leven of vrij wil sterven, volg mij!” Het wachten, lijkt de film te suggereren, is op een nieuwe Radboud.