Hidde Boersma en Karsten de Vreugd over Paved Paradise
'Met apathie komen we er niet'
In hun zoektocht naar oplossingen voor het oprukkende landgebruik van boerenbedrijven kijken wetenschapsjournalist Hidde Buursma en filmmaker Karsten de Vreugd op een andere manier naar voedselproductie. “Het gekke is: we hebben het wel over stikstof en bestrijdingsmiddelen, maar over landgebruik gaat het helemaal niet.”
We bevinden ons in de Zesde Extinctie. 75 procent van de diersoorten zal uitsterven – en dat hebben we als mensheid helemaal aan onszelf te danken. Microbioloog en wetenschapsjournalist Hidde Boersma brengt deze misantropische boodschap in de openingsscène van Paved Paradise (vanuit een boomhut in Costa Rica) met een vleugje humor: er is namelijk iets aan te doen.
Na Well Fed (2017) en The Future of Food (2022) slaat Boersma opnieuw de handen ineen met zijn boezemvriend, filmmaker Karsten de Vreugd. De twee hebben een missie: ze willen de wijze waarop we naar klimaatverandering en voedselproductie kijken doen kantelen. Die klopt namelijk van geen kant.
Zo constateert Boersma in de eerste akte van de film dat er een discrepantie bestaat tussen hoe een agrarisch bedrijf in werkelijkheid functioneert en het geïdealiseerde beeld dat de meeste Nederlanders van boeren hebben. Dat beeld proberen Boersma en De Vreugd in Paved Paradise te ontkrachten. Niet door een pedant college te geven, maar op luchtige wijze: met vrolijke anekdotes, kleurrijke scènes – waarin ook diverse experts aan het woord komen – en een dynamische montage. Het resultaat is een documentaire die subtiel maar vakkundig een ander beeld schetst. Bijvoorbeeld van de nadelen van extensieve biologische landbouw, die veel meer land inneemt dan intensieve landbouw en daarmee lang niet zo zaligmakend is als linkse politici soms voorspiegelen.
Zo ziet Boersma meer heil in efficiëntere en duurzame intensieve landbouw die minder grond inneemt. Zodat er ruimte komt voor wilde natuur. In gesprek in een Amsterdams café bestrijdt de wetenschapsjournalist de misvatting dat kleinschalig biologisch boeren beter is voor de natuur: “Dat is gebaseerd op het idee dat als je je eigen voedsel moet creëren, je dan de zin van het leven zal voelen. Dat als we met z’n allen wat meer in harmonie met de natuur leven, dat het dan wel goed komt met het klimaat en de biodiversiteitscrisis.”
In de film laten jullie zien dat je met alleen biologische productie lang niet genoeg voedsel produceert en ook waar dat romantische beeld van de boer die met de natuur leeft vandaan komt. Onder meer uit de Bijbel. Boersma: “Dat is de pastorale mythe.”
Dat beeld zit de realiteit in de weg? De Vreugd: “Als je doel is om iedereen eten te geven, dan heb je een ander plan dan het behoud van het landschap in Nederland.”
Intensieve landbouw ziet er daarentegen niet zo romantisch uit en is vervuilend. Sommige politieke partijen streven om die reden naar kleine boerenbedrijven. Maar dat staat dus weer haaks op massaproductie van voedsel. Boersma: “Dat is natuurlijk ook goed, ik vind dat ook mooi. Als ik door de Piemonte rijd dan zie ik dat elke boerderij z’n eigen kaasje en worstje heeft. Als je over het goede leven nadenkt dan is dat het wel.” De Vreugd: “Maar wat geef je dan op? Wilde natuur, onder meer. Daarnaast houdt het feit dat we van honderd boeren naar één boer zijn gegaan in dat wij hier kunnen zitten, films kunnen maken, schrijven en andere dingen kunnen doen.”
In die zin openen jullie met deze film een discussie die momenteel niet wordt gevoerd. Over dat biologische landbouw meer grond nodig heeft om voedsel te produceren en dat dat leidt tot minder wilde natuur. Boersma: “Dat is ook het gekke: we hebben het wel over stikstof en bestrijdingsmiddelen, maar over landgebruik gaat het helemaal niet.”
Er zit ook een fragment in de film waarin jullie kritisch zijn op de veeteelt. Boersma: “Als het gaat om landgebruik is vleesproductie het grootste probleem. Er zijn activisten die zeggen: rundvlees is de steenkool onder het eten.”
Streven jullie naar een systeemverandering die inhoudt dat mensen minder vlees zullen eten? De Vreugd: “Je moet het systeem niet veranderen. Als jij door middel van precisiefermentatie [een alternatieve manier van vleesproductie waarin micro-organismen een rol spelen; OL] of door andere innovatieve producten hetzelfde kan blijven bieden zonder dierenleed, dan hoeft er niets te veranderen. Dat is zo leuk aan technologie. Bovendien zijn mensen nu eenmaal inherent lui. We willen te lang douchen en de verwarming aan laten staan.” Boersma: “En vaak vlees eten.” De Vreugd: “We willen op vakantie, kinderen krijgen. We zijn gewoon egoïstisch. Dat moeten we faciliteren met technologie en beleid.” Boersma: “Op het moment dat er een alternatief komt dan gaan we daarnaast misschien toch denken: hé, dat systeem is eigenlijk helemaal niet zo normaal.” De Vreugd: “Ik at gisteren chili con carne met vegetarisch gehakt. Verschil is er smaaktechnisch niet.”
In jullie film reizen jullie af naar Costa Rica, om te laten zien dat de overheid daar al meer dan drie decennia inzet op rewilden; een verwildering van de natuur die ook toeristen aantrekt. Maar daarnaartoe vliegen is toch slecht voor het milieu? De Vreugd: “Misschien komen er dan minder mensen naar Amsterdam.” Boersma: “Binnenkort kunnen we dat soort jungle ook in Portugal zien. Vroeger was Ierland ook een gematigd regenwoud. In Nederland kan het ook mooier worden. Er zouden bijvoorbeeld weer moeraslanden kunnen ontstaan in het Groene Hart.”
Dat klinkt aantrekkelijk in het kader van duurzaam reizen. Toch zal niet iedereen hierop zitten te wachten en gebeurt zo’n verwildering van de natuur alleen als de overheid daartoe beslist en er ruimte voor is. Momenteel lijkt dat niet het geval. Is dat frustrerend? De Vreugd: “Het was een opgave om een verhaal te brengen dat eigenlijk al decennia wordt genegeerd. De overheid bepaalt beleid op basis van wat de consument wil en de consument kijkt films, zoals The Biggest Little Farm (2018), die aansluiten bij wat zij denken over voedselproductie.” Boersma: “Als politici nu met dit verhaal komen, dan moeten ze erkennen dat hun partij er dertig jaar naast heeft gezeten.” De Vreugd: “Dan word je draaikont genoemd, als je van gedachten verandert. Terwijl ik politici juist geloofwaardig vind als ze dat doen. Bij maatschappelijke organisaties werkt dat ook zo: we hebben een potdicht verhaal, ga daar niet aan zitten tornen. Dan heb ik als filmmaker zoiets van: ja, dat doe ik dus wel. Laten we toch eens even kijken wat daarin zit.”
En jullie dragen alternatieven en oplossingen aan. Optimisme prevaleert in Paved Paradise. Boersma: “Voor mij is optimisme een plicht. Met apathie kom je er niet.” De Vreugd: “Wij geloven allebei dat je soms moet onderkennen dat we als mensheid al veel hebben bereikt. Ik wil graag uitdagingen aangaan in plaats van alleen maar te concluderen dat het leven op aarde over tachtig jaar miserabel zal zijn als we niets doen.” Boersma: “In 1900 leed zo’n tachtig procent van de wereldbevolking honger. Mensen leefden in extreme armoede. Als je had gezegd dat over honderd jaar de opbrengsten waren vertienvoudigd, dan had niemand je geloofd. Maar dat is wel gebeurd. We kunnen nu zes van de zeven miljard mensen voeden. Dat is een godswonder. Dat hebben we te danken aan innovatieve krachten die zeiden: dit probleem gaan we oplossen. Misschien geloven mensen mij niet als ik dit zeg, maar ik denk dat als wij ons weer op die manier inspannen, dat we dan in 2100 een duurzaam voedselsysteem hebben.”