Esther Rots over Retrospekt

‘Het werkt pas als alle stukjes op elkaar vallen’

Esther Rots

Na haar verbluffende debuut Kan door huid heen was het lang wachten op de tweede speelfilm van Esther Rots. Nadat het festivalpubliek in Toronto de in september première kreeg, trakteert Retrospekt ons opnieuw op haar durf en eigenheid. Hoe lukt het Rots om tegen de stroom in te roeien? ‘Veel zelf doen. Een lange adem hebben. Blijven ontwikkelen.’

In een elliptische en wild door de tijd springende vertelling dompelt Retrospekt je onder in het ontspoorde leven van Mette. Ze is hulpverlener bij het steunpunt huiselijk geweld, heeft thuis een jong gezin, en zit met zwaar hersenletsel in een revalidatiekliniek. In gevecht met haar beperkingen kijkt ze terug op de maanden die achter haar liggen. Waar begon ze de greep op haar leven te verliezen?

Mette is een introvert hoofdpersonage dat moeite heeft zich te articuleren in de wereld. Iets daarvan zat ook in het personage van Marieke in Kan door huid heen. Wat fascineert je in die persoonlijkheden? “Het is eerder zo dat ik graag een film wil vertellen vanuit een personage. Mijn streven is om in het hoofd van dat personage te kruipen, mee te maken wat zij meemaakt, de wereld te zien zoals zij de wereld ziet, te ervaren hoe zij zichzelf ervaart. Daarom is de structuur ook zo versplinterd, en toch logisch; omdat hij op haar emotie en haar psyche is gesneden. Of zij introvert is of niet, houdt haar niet bezig; waar zij mee worstelt is dat ze zoveel van buitenaf naar binnen krijgt. Ze moet continu keuzes maken, schakelen, omgaan met verschillende perspectieven vanuit haarzelf en haar omgeving. En ja, misschien is dat wel een heel introvert proces.”

Mette’s perspectief krijgt vorm in de subjectieve cameravoering van Lennert Hillige en in het opvallende sound design van Dan Geesin. Met beide werk je al sinds je eerste korte film samen. Hoe steekt die samenwerking in elkaar? “Dan is een autonoom verhalenverteller; hij heeft zijn traject en ik heb het mijne. Daaruit ontstaat het verhaal dat we uiteindelijk vertellen. De ervaring van de kijker stellen we centraal – hoe jij in je stoel zit en wat je over je heen krijgt. Aan de ene kant is dat een bijna sociaal-realistische vertelling over een jonge moeder die realistische problemen heeft. De liederen van Dan geven als daar het ware commentaar op van bovenaf, en vanuit dat perspectief krijgt die worsteling iets triviaals. Die twee vertellingen schuren met elkaar, maar ze houden elkaar ook in balans. Wat Dan erin bracht, dat bijna absurdistisch-theatrale, was echt iets tussen hem en mij. Met Circe, die de hoofdrol speelt, en Lennert besprak ik dit helemaal niet, want anders zou ik meteen ander spel krijgen en een andere cameravoering.”

Net als je speelfilmdebuut Kan door huid heen is Retrospekt ook weer een heel zintuigelijke film, waarvan de synopsis eigenlijk geen recht doet aan de vertelling. Maakt dat het niet moeilijk om je projecten gefinancierd te krijgen? “Ja, dat klopt. Het enige wat telt is het scenario. Ik vind het ook jammer dat het zo afgebakend is, maar zo is het systeem en daar moet je mee werken. Het belangrijkste is om een lange adem te hebben. Overtuigd te blijven van je idee, wat soms heel moeilijk is wanneer het steeds maar niet lukt om anderen te overtuigen. Meestal komt het erop neer dat je de verkeerde woorden hebt gekozen. Sommige films zijn nu eenmaal moeilijk te vangen in woorden of in een scenarioachtige structuur.”

Hoe heb je dat uiteindelijk opgelost? “De financiering kwam op gang nadat ik samen met Razvan Radulecu, de scriptschrijver van onder andere Child’s Pose, het scenario helemaal had herzien. Eerst alles eruit gegooid, en teruggepakt wat we nodig hadden. Totdat ik hem ontmoette geloofde ik nooit echt in het nut van script coaches, maar hij begreep meteen waar het scenario over ging: over dat wat tussen de woorden in stond. En hij kon dat heel scherp, veel scherper dan ikzelf, neerzetten.”

De chronologie van de vertelling heb je volledig overboord gezet. Hoe is die vertelstructuur ontstaan? “We hebben puur op Mette’s emoties gemonteerd. Gevoelens roepen herinneringen op, die komen in flitsen, en zo kijkt ze terug op het traject dat ze heeft doorlopen. Dat is niet chronologisch. Het lastige is dat zo’n montage pas werkt als alle stukjes op elkaar vallen. Met een ruwe edit werkt het niet. Daarom had ik het verhaal in eerste instantie wel aan één stuk door gemonteerd. Maar zo werd het niet de film die ik wilde maken.”

Wat miste er in die chronologische montage? “Mette’s perspectief, haar zelfreflectie. Daarom is de titel Retrospekt ook zo belangrijk: het is Mette’s ervaring van hoe het misging en haar kritiek op zichzelf. De dingen die ze doet, zijn voor haarzelf achteraf net zo onbegrijpelijk als voor het publiek. Ze is in dat opzicht een heel autonoom hoofdpersoon: ze doet niet wat je wilt, als kijker. Het maken van de film is een onderzoek geweest naar hoe ver je de kijker nog meekrijgt met een irrationeel hoofdpersonage. Ik vind het ook heel spannend hoe het publiek daarop gaat reageren.”

Je vorige film draaide bijna negen jaar geleden in de bioscopen. Heb je inderdaad sindsdien aan Retrospekt gewerkt? “Ja, maar niet continu natuurlijk. Zoals ik al zei: je moet een lange adem hebben. Ik had ook een ander verhaal liggen dat misschien makkelijker te produceren was geweest, maar ik had mijn zinnen gezet op deze film. En wat ook bijdraagt aan de lengte van ons productie- en financieringsproces: het is voor ons heel erg belangrijk dat we blijven ontwikkelen. Dus niet een scenario schrijven, daar geld voor binnenhalen en het dan uitvoeren, titeltjes erop, klaar. Dat gebeurt te vaak, en ik vind dat echt jammer. Het heeft ook te maken met tijd, want producties zitten vaak strak in hun jasje. Omdat wij de postproductie in eigen hand houden – ik doe zelf de montage en Dan het geluid – zijn we flexibeler in de hoeveelheid tijd die we eraan kunnen besteden. Je ziet nog wel eens dat er als laatste redmiddel, bijvoorbeeld als makers erachter komen dat ze het beoogde verhaal niet kunnen vertellen met het materiaal dat ze hebben, alsnog een heel spannend montageproces volgt waarin zich iets nieuws ontwikkelt. Maar ik vind eigenlijk dat je altijd open moet blijven voor wat zich tijdens het maken voordoet.”