Styx
Je vingers branden op open zee
Door de realistische, intense cameravoering op open zee voelt Wolfgang Fischers vluchtelingendrama Styx als een kruisbestuiving tussen zeilsurvivalfilm All Is Lost en documentaire Fuocoammare.
Laten we de rivier Styx uit de Griekse mythologie als analogie nemen voor dit vluchtelingendrama op open zee. Wie is in dit verhaal veerman Charon die doden naar de onderwereld brengt? Is het de Duitse arts Rieke (Susanne Wolff) die voor vakantie met haar zeilboot naar het Darwin-eiland Ascension vaart? Zijn het de West-Afrikaanse vluchtelingen die ze onderweg op een zinkende vissersboot aantreft? Of juist de mensen die deze vluchtelingen op een boot hebben gezet richting een zekere dood? Is het toch de kustwacht die weet van de crisissituatie, maar niet wil handelen?
Wellicht onthult de echte Charon zich pas als het al te laat is. In zijn tweede speelfilm suggereert de Oostenrijkse regisseur en scenarist Wolfgang Fischer namelijk dat iedereen te weinig verantwoordelijkheid neemt voor al die zinkende vluchtelingen. Ondanks haar goede bedoelingen wordt ook Rieke geconfronteerd met haar onvermogen om te handelen. Kan zij in haar eentje, op een boot van elf meter lang, überhaupt een verschil maken?
Door actrice Wolff, tevens een ervaren zeilster, al zeilend op open zee te filmen benadrukt Fischer in intense en authentieke shots hoe realistisch en veelvoorkomend deze situatie is: toeristenboten, commerciële vrachtschepen en internationale kustwachten schieten tegenwoordig amper te hulp als ze in contact komen met vluchtelingen in nood. Riekes verlammende dilemma kan zo gezien worden als het probleem van heel Europa, of eigenlijk van de gehele mensheid. Wie wil zijn vingers branden aan deze globale crisis?
Zilverfolie
Qua stijl komt Styx in de buurt van zeilsurvivaldrama All Is Lost, qua inhoud sluit de speelfilm aan bij documentaire Fuocoammare van Gianfranco Rosi. J.C. Chandors All Is Lost laat de weerloosheid van de mens op zee zien. Rosi’s winnaar van de Zilveren Beer toont hoe snel de vluchtelingencrisis normaliseert. Terwijl dagelijks talloze bibberende vluchtelingen in zilverfolie worden weggevoerd, gaat het leven van Italianen op het eiland Lampedusa gewoon door. In het tragische slot van zijn documentaire filmt Rosi het beeld waar de Italianen op dat eiland niet mee geconfronteerd willen worden: de gezwollen lichamen van overleden vluchtelingen die opgestapeld liggen in het ruim van een schip dat niet gered is.
Fischer gaat in Styx voor een soortgelijke confrontatie met de dood, al blijft die hier – ondanks alle authenticiteit – geënsceneerd. In zulke extreme momenten wordt het verschil tussen fictie en documentaire sterker voelbaar: de finale van Styx is in veel opzichten makkelijker te behappen dan die van Fuocoammare. In interviews vertelt Rosi dat hij niet meer verder kon filmen nadat hij in het ruim van dat schip was gekropen. Voor hem was de dood het natuurlijke eindpunt van zijn film. Styx mist misschien die gevoeligheid, maar is alsnog een belangrijke toevoeging aan de films over de vluchtelingencrisis. Al is het maar omdat de confrontatie op open zee tussen de (nog) levenden zo intens in beeld wordt gebracht.