Clio Barnard over Ali & Ava
Liefde, muziek en vriendelijkheid in tijden van polarisatie
Met Ali & Ava voltooit Clio Barnard haar Bradford-trilogie, op de plek waar ze ook The Arbor en The Selfish Giant filmde. De films zijn op meerdere manieren met elkaar verbonden. “Ik wilde een verhaal maken dat de weerbaarheid van deze mensen viert.”
Bradford blijft trekken. Clio Barnard (1957) keert met Ali & Ava terug naar de stad waar ze al jaren een zwak voor heeft. Deze voormalige industriestad, gelegen in het stedelijk graafschap West-Yorkshire, kent vergane glorie, werkloosheid, armoede, een rijke mengelmoes aan culturen, met paardenkarretjes racende Travellers en een sterke gemeenschapszin.
“Bradford ligt in een soort kom en de rafelranden worden omringd door prachtig heidelandschap; een combinatie die je niet vaak in films terugziet”, legt Barnard uit. “Het is vaak óf stad, óf platteland.” Ze is verzot op de looks van Bradford, maar meer nog houdt Barnard van de inwoners en hun strijdlust. “Ik wilde met Ali & Ava een verhaal maken dat de weerbaarheid van deze mensen viert.”
In Ali & Ava ontmoet huisbaas annex DJ Ali, die in ontkenning verkeert over zijn op handen zijnde scheiding, de van oorsprong Ierse klassenassistent Ava. Zij kreeg kinderen bij verschillende vaders en heeft haar buik vol van kerels. Ze komen uit andere delen van de stad, hebben een andere achtergrond en een eigen geschiedenis, maar de twee delen hun liefde voor muziek—en die voor elkaar. Ondanks de dagelijkse perikelen en achterliggende problematiek van beide personages, heeft Barnard vooral een film willen maken met lichtvoetige ondertonen. “Er moest iets heel moois en goeds in hun levens gebeuren. Daarnaast wilde ik laten zien wat er kan gebeuren als mensen voor elkaar open staan en simpelweg aardig zijn tegen elkaar.”
Economische duikvlucht
Barnard, als filmmaker veelvuldig bekroond, begon haar opleiding en carrière als schilder en tekenaar, waarbij ze veel gebruikmaakte van houtskool. Steeds vaker hield ze zich niet zozeer bezig met het resultaat van haar werk, maar vooral met het proces zelf. Toen ze een 16mm Bolex-camera in handen kreeg, begon ze de ontwikkeling van haar tekenwerk te registreren, in de stijl van een stopmotion-film. “Ik was verzot op die camera! Ik raakte verslaafd aan de verwerking van de film zelf en het ontwikkelen ervan.”
Aanvankelijk belandde ze na de kunstacademie bij muziekzender MTV, waar ze werkte aan de karakteristieke animaties die in de jaren negentig tussen de videoclips verschenen. De camera won het definitief van het potlood toen ze in 2010, na enkele shorts, debuteerde met de experimentele documentaire The Arbor. Met die productie deed Barnard tegelijkertijd haar intrede als filmmaker in de stad Bradford.
Bradford was ooit een levendige industriestad, een centrum van de textielindustrie. Toen men in de jaren zestig extra handen nodig had, werden fabrieksarbeiders vanuit Pakistan en Bangladesh gehaald. Lokale arbeiders trokken vanuit het centrum naar wijken aan de rand van de stad. Barnard: “Business was booming in die tijd.” Maar toen in de jaren tachtig de industrie volledig instortte, was de werkloosheid enorm. “Net als de sociaal-economische achteruitgang van iedereen die ooit werkte in de industrie.”
In haar veelgeprezen The Arbor dook Barnard dieper in dat gegeven. Ze portretteert er toneelschrijfster Andrea Dunbar, die zelf het staartje van Bradfords gloriejaren als industriestad meemaakte én de daaropvolgende economische duikvlucht. “Mijn drie films uit Bradford richten zich in zekere zin allemaal op de decennia die daarna volgden, in het Engeland na Thatcher. Dat is misschien niet altijd expliciet in de verhalen zichtbaar, maar behoort wel degelijk tot de fundering van mijn films.” Hoofd- of bijpersonages uit The Arbor, The Selfish Giant en Ali & Ava hebben direct of indirect te maken met het voormalige fabrieksleven en lokale sociaal-maatschappelijke issues. Je zou Barnards werk in die zin kunnen vergelijken met het sociaal realisme van Ken Loach, maar haar insteek is poëtischer.
Normale mensen
Er zijn meer onzichtbare connecties tussen de drie ‘Bradford-films’. Zo leerde ze tijdens de opnames van The Arbor een tiener kennen die haar inspireerde tot het schrijven van The Selfish Giant. “Die jongen belandde in de schimmige ijzerhandel en ging—net als zijn vrienden—niet meer naar de middelbare school. Het raakte me dat deze kinderen al zo vroeg buitengesloten werden van een normaal leven, daar moest ik iets mee als filmmaker.”
Op de set daarvan leerde ze zowel huisbaas en DJ Moey en klassenassistent Rio kennen, mensen die later de inspiratie vormden voor de personages van Ali en Ava. Al hebben Moey en Rio in werkelijkheid geen relatie en ontmoetten ze elkaar pas toen Barnard ze in het begin van haar scriptfase aan elkaar voorstelde. “Het zijn normale mensen met geweldige verhalen, die wat mij betreft veel te weinig verteld worden in de bioscoop.”
Barnard betrekt haar inspiratiebronnen altijd actief in het productieproces, door hen uitvoerig te interviewen en hen in een later stadium mee te laten kijken met improvisatieworkshops voor de acteurs. “Ik neem hun aanbevelingen mee naar huis om verder uit te werken in een script—dat ik later weer mee terugneem. Dat proces is als een cirkel.” Tegen de tijd dat haar acteurs op de set staan, kennen ze hun personage door en door en zijn ze dus in staat om rond de lijnen van het uitgewerkte scenario te improviseren.
Veel mensen die Barnard in de loop der tijd in Bradford ontmoette, duiken op in volgende producties; ze werkt graag met een mix van professionele acteurs en gewone burgers. Mensen, verhalen en locaties die ze in de ene productie ontdekt, worden in de volgende meegenomen. “Je zou inderdaad kunnen stellen dat deze drie films op verschillende manieren en op diverse niveaus met elkaar verbonden zijn.”
Show, don’t tell
Waar sociaal-maatschappelijke kwesties in Barnards werk nooit ver weg zijn, is Ali & Ava, de derde film in haar onofficiële Bradford-trilogie, vooral heel warm, hoopvol en vol levenslust. “In tijden waarin bepaalde politici aan de haal gaan met tegenstellingen in zulke gemeenschappen om er zelf beter van te worden, wilde ik deze mensen elkaar juist laten ontmoeten om samen het leven te vieren.”
Hoewel beide personages, hun familieleden en buurtgenoten met allerhande problematiek kampen, wordt daar geen nadruk op gelegd. Barnard werkt volgens het principe show, don’t tell. Psychische schade van sommige personages is duidelijk voelbaar en zichtbaar, maar er wordt niets uitgelegd. Ook dialogen houdt ze beknopt, zeker in Ali & Ava. Barnard: “Soms vraag ik me wel af of ik bepaalde zaken niet vetter zou moeten onderstrepen. Maar uiteindelijk kom ik altijd weer uit op de hoop dat kijkers zelf de pijnpunten ontdekken.”
Muziek is, vooral in het geval van Ali & Ava, een element dat Barnard maximaal inzet om de sfeer en gemoedstoestand van haar personages invoelbaar te maken. Dat begint al ín het scenario, omdat beide personages hun eigen link met muziek hebben: Ali is DJ en Ava’s vader zong Ierse rebellenliedjes in de pub. “Die muziekconnectie voelde als cadeautje. Eenvoudiger dan ooit tevoren kan je muziek die je op een of andere manier raakt, met elkaar delen. Ook binnen filmscènes. En is het niet zo dat muziek een enorme rol speelt als mensen verliefd op elkaar worden? Muziek is zo vreugdevol.”