Charlotte Rampling over Juniper

'Ik heb er niet voor gekozen acteur te worden'

Juniper

In het Nieuw-Zeelandse Juniper speelt Charlotte Rampling een voormalig oorlogsfotograaf met een alcoholprobleem. Haar recente acteerwerk oogt steevast als een masterclass. “Soms wil een filmmaker verschillende variaties op een thema, en doet hij alsof hij een dirigent is en jij zijn instrument.”

Acteur Charlotte Rampling (77) is onbetwist een van de grande dames van de Europese arthousefilm. Ze brak in 1974 door met The Night Porter (1974): een controversiële thriller, waarin ze een concentratiekampoverlevende speelt die een sadomasochistische relatie aangaat met een nazi-officier. Sindsdien speelde ze in talloze producties. De laatste jaren beleeft ze een soort renaissance met artistiek imponerende rollen in kleinere films als 45 Years (2015) en Hannah (2017). Tegelijkertijd is Rampling te zien in grote Hollywood-producties zoals Red Sparrow (2018) en Denis Villeneuve’s Dune-tweeluik.

In Juniper speelt ze Ruth, een voormalig oorlogsfotograaf met een alcoholprobleem. Als ze haar been ernstig heeft bezeerd na een val, verhuist ze tijdelijk van Engeland naar Nieuw-Zeeland om te revalideren. Daar kan ze terecht bij haar zoon Robert (Martin Csokas). Maar wanneer Robert ineens naar Engeland moet, wordt Ruths kleinzoon Sam (George Ferrier) de mantelzorger van dienst.

De zorg voor Ruth blijkt geen sinecure: Ramplings personage drinkt elke dag een pitcher gin. De Britse ontpopt zich al snel als hardvochtig, maar hulpbehoevend. En ook Sam worstelt met een aantal zaken. Gaandeweg groeien de twee naar elkaar toe.

Vanuit de tuin van haar Parijse woning vertelt Rampling via de telefoon dat ze voor de rol van Ruth (die filmmaker Matthew J. Saville baseerde op zijn eigen grootmoeder) ook inspiratie putte uit haar eigen leven. “Ik ben nu een oudere vrouw en ik heb best wel wat levenservaring. Ik kan me makkelijk tot personages verhouden.”

Voorafgaande aan de opnames werkte u met Saville een aantal dagen samen aan het script. Hij kwam u opzoeken in Parijs. Vroeg het script daarom? “Ik doe dat graag met jonge filmmakers. Juniper is Saville’s speelfilmdebuut. Het is een intiem verhaal, geworteld in zijn familiegeschiedenis. Maar ik wilde dat Ruth, die in het script zo’n tien jaar ouder was, qua leeftijd dichter bij mij kwam. Bovendien weten jonge filmmakers niet per se hoe het is om een oudere vrouw te zijn. Ik vond bijvoorbeeld dat er meer anekdotes in het verhaal moesten worden verwerkt. Dus zochten we elkaar op om daarover te spreken. Sommige filmmakers waarderen mijn inbreng, omdat die ten goede komt aan het script. Hoewel het initiële script al een geweldige sfeer ademde, had het input nodig. Soms is ook dat onderdeel van het acteerwerk, om vooraf zoiets met een filmmaker te kunnen doen.”

Werkt u ook samen met regisseurs die op de set tijdens de draaidag zelf veel bijsturen? “Bij mij draait geregisseerd worden meer om een goed gesprek over het optimaliseren van hoe het verhaal wordt verteld: verschillende stemmingswisselingen, expressies die je op een bepaalde manier uit. Soms wil een filmmaker verschillende variaties op een thema en doet hij alsof hij een dirigent is en jij zijn instrument. Dan ben je bij wijze van spreken een cello die net iets anders moet klinken.”

Dat lijkt me nog niet zo eenvoudig als het klinkt. “Nee, dat is het ook niet. Het is hard werken om de juiste toon op het juiste moment te geven. Dat is een oncomfortabel proces. Maar het eindresultaat oogt soms als een van de meest natuurlijke dingen in de wereld. Als een pianospeler die bijna door de akkoorden heen vliegt; als een artiest die het al zijn hele leven doet. Oefening baart kunst.”

Bent u door de jaren heen, door uw toegenomen ervaring, meer betrokken geraakt bij de totstandkoming van films? “Dat hangt van de regisseur af. Ik werk veel met auteur-cineasten, dus vaak is de regisseur ook de schrijver van de film. Dan bespreken we wat ik zou kunnen toevoegen aan de rol. Zo’n gesprek draait niet om dat ik een grotere rol wil, maar om de algemene psychologie van het personage en hoe die zich in een bepaald verhaal ontwikkelt.”

Hoewel Saville u voor Juniper al in gedachten had, kan ik me voorstellen dat het behoorlijk intimiderend kan zijn om u, met al uw ervaring, te casten voor een film. “Dat begrijp ik, en dus wil ik er zeker van zijn dat de filmmaker met wie ik werk zich niet geïntimideerd voelt. We zijn gelijk in ons werk. Ja, ik heb meer ervaring in mijn professie; ik ben ouder, heb meer gedaan. Maar de filmmaker heeft misschien wel meer technische know-how of heeft iets anders in te brengen. Het uitwisselen van ervaringen kan wat dat betreft van toegevoegde waarde zijn, zolang de regisseur daar klaar voor is.”

In Juniper is uw tegenspeler de 22-jarige George Ferrier. Is dat ook een wisselwerking, en raakt u nog steeds geïnspireerd door jonge acteurs? “Natuurlijk. Het is prachtig om te zien hoe een bloem begint te bloeien. Dat is een van de hoogtepunten van de natuur. Het was voortreffelijk om met hem te werken. Hij keek voortdurend naar mij. En als je qua acteren echt iets wil leren, dan kijk je naar elkaar en bevraag je elkaar. De jonge acteurs van nu hebben soms iets te veel opleiding gehad. Daar had George ook last van, dus dan zei ik tegen hem: ‘Vergeet je training en doe wat je denkt dat interessant is.’”

In Juniper speelt u een alcoholist. Hoe voorkom je dat je verzandt in clichés van de dronkaard? “Ik heb ook wel eens problemen gehad met drank. Ik ben geen alcoholist, maar ik weet wat er met je gebeurt als je drinkt. We weten allemaal hoe we reageren op verschillende stimuli in het leven. Op emoties, trauma’s en problemen… Dus daar moet je aan denken als je acteert. Maar je moet die levenservaringen niet opzichtig uitbeelden en over the top acteren, dat is onzinnig. Ken je dat gevoel wanneer je door alcohol de controle verliest? Duik in dat gevoel en als je dat weet te vinden, dan heb je ook geen overdreven gestes nodig.”

In Ruths blik is te zien dat ze veel heeft meegemaakt. Maar ze verzwijgt haar verleden goeddeels. U kan ook goed mysterieus kijken en enigmatische personages lijken bijna uw handelsmerk. Was er voor Ruth een achtergrondverhaal waarop u kon terugvallen? “Ach. Ook ik heb een hoop meegemaakt in m’n leven. Daar kan je mee spelen. We zijn wie we zijn. En als ik enigmatisch overkom, en dat woord is aan me vast gaan plakken, dan is dat misschien wel de essentie van wie ik ben. Dat valt kennelijk niet te veranderen. Je kan jezelf proberen te verbeteren, maar het dna waarmee je wordt geboren zal altijd in je blijven.”

Naast enigmatische personages valt op hoe eclectisch uw oeuvre is. Uw rollen lopen nogal uiteen. Is dat altijd al uw intentie geweest? “Absoluut. Hoewel ik er sowieso niet voor gekozen heb om acteur te worden. Ik werd gevraagd. En pas toen ik ging acteren, realiseerde ik me dat ik het kon. Mensen bleven me vragen en acteren werd mijn manier van leven. Mijn menselijke staat hunkert daar kennelijk naar. Ik ontdekte dat ik een persoon ben die in staat is om mijn gevoelswereld en mijn karaktertrekken te kunnen uitbeelden op het witte doek. Maar ik wil mezelf daarin wel blijven uitdagen.”

Is er tot slot een film die u zou willen bestempelen als dé Charlotte Rampling-film? “Mijn hemel. Misschien de film waardoor ik internationale bekendheid verkreeg, The Night Porter. Dat is een film die alles in zich heeft. De film die mij het meest definieert.”