Prénom Carmen #45
Vroem vroem
Carmen Felix schrijft over mainstream, genre en niche.
Elke keer weer kijken mensen me meewarig aan als ik ze vertel hoezeer ik van de Fast & Furious-films hou. Pin me er niet op vast na een paar jaar columns tikken, maar volgens mij heb ik er zelfs hier op dit Filmkrant-plekje al een paar keer over geluld: ik hou van Dom Toretto en zijn ‘familie’.
Wanneer ik het erover heb, zie ik dat de meeste mensen zich afvragen of ik op een soort quirky-ironische wijze poch met mijn liefde voor deze films in het genre ‘actie met auto’s’. Maar niets is minder waar, de (meeste) F&F-films doen voor mij exact wat ik wil van een goede actiefilm. En ik zeg ‘meeste’, omdat er uiteraard altijd een paar melige appels in een franchise van elf films zitten. Laat me je bij de hand nemen en ongevraagd vertellen waar je moet beginnen, wat je kan overslaan, waar je extra op moet letten en waar je uit kan tunen binnen het vroem-vroem-stoere-auto’s-en-Vin-Diesel-universe.
In 2001 verscheen de moeder der Fast and Furious’en, namelijk de eerste film genaamd The Fast and The Furious en ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: die film is shit. Maar echt, zonder te overdrijven, een doodsaaie film die je maar gewoon even moet zien als introductie van de personages zonder enig boeiend plot. Absoluut niet als eerste kijken dus, leg ’m even op de plank. Hetzelfde geldt voor de tweede film, 2 Fast 2 Furious (2003): veel lekkere mensen, mooie wagens, Eva Mendes, maar jeetje waar is die actie?
Wat mij betreft zijn nummer 5, 6 en 7 de absolute juwelen in het kistje. Met 7 als loodzware tiara die je bewaart tot aan het einde van dit trio. Waarom? Om emotionele redenen: het is een oprecht mooi en lief eerbetoon aan de te vroeg overleden Paul Walker. En simpelweg door het feit dat Furious 7 (2015) een paar van de allerbeste actiescènes in de geschiedenis van actiescènes bevat. Ik verklap niks, maar ga kijken en bedank James Wan.
Dan heb je ook nog wat films in de middenmoot, met Tokyo Drift (2006) als gekke outsider. Die film (nummer drie in de reeks) speelt zich af in een bepaalde Japanse stad en is de introductie van fanfavo personage Han (Sung Kang), maar heeft even veel haters als liefhebbers. Dat geldt ook voor Hobbs & Shaw (2019), hoewel daar toch net wat meer liefhebbers van lijken te zijn. Niet heel gek: het is de tweede film in een soort nieuw-volwassen era van F&F, ingezet door de film ervoor: Fate of the Furious (2017). Denk: meer geklaag van de personages dat ze met pensioen willen, romantische verhaallijnen, over the top en out of the box actie en een hele rits aan nieuwe bekende acteurs, onder wie Dwayne Johnson, Charlize Theron en Jason Statham.
Mijn tip? Begin dus lekker met 5, 6 en 7 en laat je keihard lovebomben door deze filmreeks. Daarna hop, door met 8, 9 en 10. En vergeet niet naar de bioscoop te gaan voor Fast X, de elfde film en het eennalaatste deel van de franchise. Die eerste twee films en nummer 4, de film die zo vergeetbaar is dat ik bijna vergeten was om ’m in deze column te noemen? Alleen kijken als je net als ik graag van complete puzzels houdt.