Barbie en de emancipatie van ‘meisjescultuur’

Voorbij het roze

Barbie

Films en andere vormen van popcultuur die ooit werden weggezet als tuttig en frivool worden inmiddels openlijk omarmd, zoals ook blijkt uit het enthousiasme in de aanloop naar de release van Barbie. Maar we zijn er nog niet.

In januari dit jaar vond er in een Amsterdams debatcentrum een avond plaats rond een van de meest besproken vrouwen van het moment – geen beeldend kunstenaar, geen politicus, geen bestuurder of schrijver, maar een popartiest: Taylor Swift.

‘Taylor Swift: Een diepte-analyse’ heette het programma, en het voelde alsof die titel criticasters alvast de mond moest snoeren: nee, het was niet gebruikelijk om het op deze plek te hebben over popmuziek waarnaar vooral wordt geluisterd door meisjes en jonge vrouwen, maar de woorden ‘diep’ en ‘analyse’ beloofden dat het in ieder geval niet oppervlakkig zou worden.

Maar hoewel een programma rond Swift misschien niet past op die plek, past het wel in deze tijd. Een halfjaar later is The Little Mermaid (2023) – over de worsteling van een tienerzeemeermin – een van de meest besproken films, geldt voormalig meisjesidool Harry Styles als een bonafide popster, is er bij Jinek aandacht voor het feit dat Sex and the City 25 jaar geleden in première ging en beheersen vrouwelijke popsterren het gesprek van de dag. Al die zaken hebben één ding gemeen: ze werden ooit weggezet als iets waar louter meisjes of vrouwen in geïnteresseerd zouden zijn – kortom, ze werden gezien als een niche. Nu zijn ze mainstream.

In het debatcentrum zijn drie vrouwen aangeschoven: een schrijver en twee journalisten – allemaal Swifties. De gespreksleider, ook een Swiftie, vraagt wat hun favoriete liedje is, en waarom. Samen luisteren we naar het nummer, in de zaal wordt meegezongen. De vrouwen aan tafel bekennen dat ze zich vaak schamen voor hun fan-zijn, maar, zegt de gespreksleider: “Dit is een safe space.” Het is weliswaar een grap, maar ze heeft geen ongelijk. Op deze uitverkochte avond met voornamelijk fans in de zaal krijgen we toestemming om te zwelgen in onze liefde voor Taylor Swift. Maar niet alleen dat – we krijgen toestemming om die liefde serieus te nemen.

Iets soortgelijks belooft de film die ons deze zomer massaal naar de bioscoop zal trekken: Barbie. Al jaren wordt er gefluisterd over deze filmversie van de iconische speelgoedpop. Eerst zou Amy Schumer de hoofdrol spelen, daarna Anne Hathaway. Patty Jenkins werd even genoemd als regisseur.

Maar pas toen Margot Robbie (in de rol van Barbie) en Greta Gerwig (regie en scenario) voor de film tekenden werd het project een fenomeen, niet in de laatste plaats op het internet. Eind vorig jaar verscheen eindelijk de teaser online, waarin opzichtig wordt verwezen naar 2001: A Space Odyssey uit 1968. In plaats van mensapen die gereedschap (c.q. wapens) ontdekken, zoals in de film van Stanley Kubrick, toont de teaser van Barbie kleine meisjes die in de woestijn moedertje spelen met hun babypoppen. Maar dan verschijnt er een silhouet tegen het felle licht van een zonsopgang: geen monoliet, zoals bij Kubrick, maar een ranke pop in de vorm van een volwassen vrouw. Ook hier volgt geweld, maar het zijn de babypoppen die eraan gaan. Nu is er nog maar één pop die telt, en haar naam verschijnt in glanzende roze letters in beeld: Barbie.

Barbie

Dwarse tiener
Als meisje droomde ik van Barbie. Ik droomde van Barbie in een lange glitterjurk, met roze stola of in mantelpak. Ik droomde van het Barbie DroomHuis, de Barbie DroomCamper en de zilveren Barbie Corvette. Ik droomde van de tasjes, de oorbellen, de pumps, netjes geordend achter het plastic van de verpakking. Ik droomde van het losse ligbad, de kleine föhn, de borstelset. Zelf had ik welgeteld één Barbie, met één outfit, maar ik wist precies wat er te krijgen was, uit de schappen van de speelgoedwinkel en de meisjeskamers van mijn vriendinnen. Met Lego of blokken speelde ik zelden, aan klimrekken deed ik niet. Ik wilde de kick die Barbie me gaf.

Jaren later, toen ik een dwarse tiener was, verzette ik me tegen mijn eigen Barbie-verlangens. De Barbie uit mijn kindertijd, de enige die ik bezat, spijkerde ik aan een houten kruis aan de deur van mijn kamer, als een ironische variant op Jezus. Barbie, zo was ik inmiddels van mening, stond symbool voor alles wat nep, oppervlakkig en kapitalistisch was.

En ze symboliseerde nog iets waar ik wars van was: meisjesachtigheid. Het waren de jaren negentig en als je serieus genomen wilde worden als vrouw, kon je je meisjesneigingen maar beter negeren. Jurken droeg ik alleen ironisch, mijn liefde voor Tori Amos hield ik geheim, mijn sentimentele inborst verstopte ik achter cynisme. Dacht ik aan de manier waarop ik ooit van Barbie had gedroomd, dan kwam ik niet voorbij het plastic en het roze. Ik dacht dat mijn obsessie me louter was ingegeven door het kapitalisme, dat die alleen maar draaide om kopen. Maar het spel dat ik rond mijn Barbie verzon had daar niets mee te maken, dat draaide om het bouwen van huizen, het samenstellen van outfits en het verzinnen van verhalen. Hele constructies verrezen in mijn kinderkamer, zoals het huis dat ik vervaardigde uit een klapstoel met een paraplu als dak. Kortom, ik speelde – met alle verbeelding en creativiteit die daarbij hoort.

Dit is wat de teaser van Barbie ons probeert te vertellen: met een babypop spelen kinderen moedertje, maar met Barbie spelen ze God.

Titanic

Chick flick
Halverwege de jaren negentig, zo vertelt een gast in Caroline O’Donoghue’s podcast Sentimental Garbage, werd er reikhalzend uitgekeken naar de nieuwe spektakelfilm van een gerespecteerde regisseur van actiefilms. De regisseur: James Cameron. De film: Titanic. Toen de film uitkwam in 1997 stelde deze niet teleur: recensenten waren lovend, bezoekers waren enthousiast, Titanic was een popcultureel fenomeen. Maar… toen kwamen de meisjes. Tienermeisjes vonden Titanic niet alleen goed, ze waren fan. Ze hadden een crush op Leonardo DiCaprio en waanden zich Kate Winslet. Ze stonden in de rij toen de film uitkwam op vhs en keken ’m ieder slaapfeestje opnieuw. Ineens was Titanic geen spektakelfilm meer, het was een chick flick. En dat was reden genoeg om er lacherig over te doen.

In het Amsterdamse debatcentrum maken de vrouwen aan tafel plaats voor twee mannen, beiden werkzaam als muziekjournalist. Zij zijn er om meer te vertellen over de muziekindustrie waarvan Taylor Swift onderdeel is. Ook deze mannen zeggen liefhebbers te zijn van de singer-songwriter, ze laten allebei een favoriet liedje horen. Een van hen zegt: “Ik snap niet zo goed waar die vrouwen zich voor schamen.”

In Sentimental Garbage bespreekt Caroline O’Donoghue met steeds een andere gast boeken, films, muziek en tv-series, maar ook ‘lichamen’, koekjes bakken, break-ups en het stopwoord ‘like’. Wat al die onderwerpen gemeen hebben, is dat ze behoren tot iets wat je ‘meisjescultuur’ zou kunnen noemen, en op die manier worden ze ook besproken. Films als Charlie’s Angels (2000) en Bring It On (2000) of series als Gilmore Girls (2000-7) en Sex and the City (1998-2004) worden niet zomaar beoordeeld op hun kwaliteit, maar op hun impact. Wat betekenen deze vormen van cultuur voor O’Donoghue en haar gast? Wat zeggen ze over hun levens? Waarom is het onterecht om ze weg te zetten als frivool, onbetekenend en oppervlakkig?

Mean Girls

Fanshirts
Frivool, onbetekenend en oppervlakkig zijn precies de woorden die we ooit gebruikt zouden hebben voor Barbie, waarin de personages letterlijk van plastic zijn. Dat er zo smachtend naar Greta Gerwigs film wordt uitgekeken, dat lichtvoetige films als Legally Blonde (2001), Clueless (1995) en Mean Girls (2004) inmiddels worden erkend als moderne komedieklassiekers, dat we bepaalde vormen van meisjescultuur minder makkelijk wegzetten als ‘sentimental garbage’ – dat is allemaal winst. Maar we zijn er nog niet.

Heeft de muziekjournalist gelijk als hij suggereert dat Swifties zich nergens voor hoeven te schamen? Een antwoord is te vinden in de beschrijving van Sentimental Garbage, waarin staat dat de podcast gaat over ‘the culture we love that society can sometimes make us feel ashamed of’. Want zo zit het: de schaamte komt niet van binnenuit, maar van buitenaf. De schaamte wordt ons ingeprent.

Toen de muziekjournalist zei dat de vrouwelijke Swift-fans zich nergens voor hoefden te schamen, zei hij eigenlijk: die schaamte is irrationeel. Of: die schaamte bestaat niet. Of: ik wil er niks over horen. Maar die schaamte is er wel degelijk, en in Sentimental Garbage wordt die niet alleen bezworen, ze wordt ook onderzocht. Dit is hoe je meisjescultuur écht serieus neemt: niet alleen door Legally Blonde-memes te verspreiden of Leonardo DiCaprio-fanshirts te dragen, maar door de complexe gevoelens te analyseren die gepaard gaan met je fan-zijn. Of Barbie aan dergelijke onderwerpen zal raken? Deze zomer weten we het.


Sentimental Garbage is te beluisteren via alle podcastkanalen.