Bart Layton over The Imposter

Ik ben uw verloren zoon

Bart Layton

Het verhaal van film noir-documentaire The Imposter is zo bizar dat het onmogelijk waar kan zijn. En toch is het dat.

Hoe kan een 23-jarige Frans-Algerijnse oplichter maandenlang in de huid kruipen van een verloren gewaande Texaanse jongen van zestien met wie hij geen enkele fysieke gelijkenis vertoont? Niet alleen politie en justitie maar ook de familie van de in 1994 verdwenen Nicolas Barclay tuinden met open ogen in de verhalen van Frédéric Bourdin. Maandenlang hebben de Barclays willen geloven dat Bourdin hun Nicolas was toen hij drie jaar na diens verdwijning opdook. "Als het fictie was, zou niemand het geloven", stelt regisseur Bart Layton, die de film noir-documentaire The Imposter over de gebeurtenis maakte.

Precies die ongeloofwaardigheid leidde hem naar de opvallende vorm van zijn film. Interviews met de betrokkenen (Bourdin zelf, maar ook Nicolas’ familieleden, de FBI-agente die de zaak onderzocht en een privédetective die nog steeds onderzoek doet naar Nicolas’ verdwijning) worden vermengd met fictiescènes, waarin de woorden van de geïnterviewden vaak letterlijk in de monden van acteurs worden gelegd.

Het gebruik van die scènes had deels een praktische achtergrond, legt Layton uit: "Er is simpelweg bijna geen archiefbeeld dat we konden gebruiken." Maar hij koos niet voor het geijkte pad van de objectieve reconstructie. "Het verhaal staat met één been in de realiteit, en met een ander in een film van de Coen Brothers. We laten zien wat door de betrokkenen verteld wordt. De stilering – die teruggrijpt op moderne film noirs als The Usual Suspects en Zodiac – moet benadrukken dat je een subjectieve versie van de realiteit ziet."

Mysterie
Die verschillende versies van de realiteit stapelen zich gaandeweg steeds meer op, zoals ze dat ook voor Layton tijdens het maken deden. Het verhaal van Bourdin, op wiens intrigerende en mysterieuze persoonlijkheid de film voor een groot deel leunt, was het startpunt. "Toen ik in een Spaans tijdschrift op het verhaal stuitte, dacht ik dat het allang verfilmd zou zijn. Dat bleek niet zo te zijn, dus we hebben contact gezocht met Frédéric en hem direct naar Londen gehaald. We hebben twee dagen met hem gesproken, waarin hij simpelweg deed waar hij zo goed in is: verhalen vertellen."

Layton liet Bourdin recht in de camera spreken. "Frédéric sprak tegen mij, maar via een doorkijkspiegel, waar de camera weer achter stond. Eén van de dingen die me direct aansprak, is dat hij zichzelf presenteerde als het slachtoffer, en mij daar ook min of meer van wist te overtuigen. Pas achteraf realiseerde ik me dat ik zelf ook slachtoffer was geworden van zijn manipulaties. Daarom wilde ik de kijker in eenzelfde positie krijgen. Om te laten zien hoe hij je bespeelt. Zowel zijn charmante als zijn weerzinwekkende kanten moesten naar boven komen. De kijker moet verleid worden zodat die begrijpt hoe Bourdin anderen zo heeft kunnen misleiden."

Subjectieve verhalen
Na dat eerste interview was Bourdins rol in het proces uitgespeeld, zegt Layton. "Hij dacht volgens mij dat hij een groter aandeel zou hebben in de productie, en ik dacht aanvankelijk ook dat we later nog meer met hem zouden spreken, maar het bleek niet nodig. Gaandeweg de opnames met de anderen realiseerde ik me dat dit geen film zou gaan worden waarin we de verschillende betrokkenen met elkaars uitspraken zouden confronteren om de waarheid te vinden. Het draait juist om al die verschillende, subjectieve versies van het verhaal."

Dat werd ook het onderwerp van de film. "Je hebt het dan eigenlijk over ‘de waarheid’ in documentaires, over de vraag of die wel bestaat. Net zoals in de journalistiek is het bijna onmogelijk om objectief te zijn; je bent geen computer, je vertelt vanuit je eigen interpretatie, je eigen invalshoek. Maar je kunt het ook op een bredere manier bevragen. De realiteit is een construct, dat laten we zien. Een leugen die we zelf vormgeven en die we besluiten te geloven."