Films over Lincoln

Van heilige tot pragmaticus

Young Mr. Lincoln

Net als bij jong gestorven popsterren leidt de dood bij vermoorde politici tot heldenverering en mythevorming. Niet alleen John F. Kennedy, maar ook de in 1865 doodgeschoten Abraham Lincoln spreekt tot de verbeelding.

Wat mythische figuren onderscheidt van gewone stervelingen, is dat iedereen zijn opvattingen op hen kan projecteren. Dat kan ver gaan. In D.W. Griffiths Birth of a Nation (1915), een epos over de vorming van de Verenigde Staten, valt het woord slavernij niet en is Lincoln een vriend van het Zuiden. Nogal apart voor een president die een oorlog tegen het Zuiden begon en de slavernij afschafte.

Ach, geschiedvervalsing is ook maar een woord, zal Griffith hebben gedacht. Vijftien jaar later maakte hij met Lincoln de eerste biopic over Lincoln in de filmgeschiedenis. Ook nu weer speelt slavernij nauwelijks een rol en voert de film Lincoln op als de man die Noord en Zuid met elkaar wil verzoenen.

Interessanter is de John Ford-klassieker Young Mr. Lincoln (1939). De film, waarin Henry Fonda met prothese-neus Lincoln speelt, doet het omgekeerde van Spielbergs Lincoln, want hij richt zich op Lincoln als twintiger. De film laat zich bekijken als de making of van een president. De kijker ziet een ambitieuze volksjongen met een intens goed karakter en een honger naar kennis. “Je las poëzie en Shakespeare en nu juridische boeken”, zegt een jonge vrouw, Ann Rutherford, bewonderend tegen hem. Lincoln is op haar verliefd (“Ik hou van rood haar”), maar zij sterft jong. Dat weten we, omdat Lincoln een bosje bloemen op haar besneeuwde graf legt.

In de rest van de film zien we hoe het Lincoln vergaat als advocaat in het stadje Springfield. Hij is populair, want altijd goedgehumeurd en heeft altijd een kwinkslag paraat. Als doodgewone twintiger voelt hij zich niet te goed om met vrolijke barbezoekers mee te doen aan een wedstrijdje boomstam-splijten als er feest is in de stad. In de buurt van vrouwen is hij verlegen, maar dat staat het krijgen van een nieuwe vriendin, de society girl Mary Ann Todd (“Ik heb hele goede dingen over u gehoord”) niet in de weg.

Tot zover de frivole Lincoln, die moreel serieus wordt getest als twee seizoensarbeiders van moord worden beschuldigd. Lincoln kan een lynchpartij maar net voorkomen. Na een getuigenverklaring lijkt niets de mannen nog van ophanging te kunnen redden, maar Lincoln ziet als enige het zwarte gat in de getuigenverklaring. Volgens de getuige had hij de (nachtelijke) moord gezien, omdat het volle maan was, maar Lincoln heeft de almanak erbij gehaald. Wat blijkt? Het was die nacht geen volle maan! Inderdaad: het verdedigen van aangeklaagden hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. De film eindigt met Lincoln die een heuvel oploopt. Er breekt onweer los. Op de soundtrack klinkt het strijdlied van de republiek (“Glory, glory, Hallelujah/His truth is marching on“). Deze man is klaar voor het presidentschap.

Na de oorlog verdween de belangstelling van Hollywood voor Lincoln. De president moest het vanaf de jaren zestig doen met miniseries op tv. De verklaring ligt in de verandering van ‘grote mannen-geschiedenis’ naar ‘gewone mannen-geschiedenis’. Illustratief was de roemruchte tv-serie Roots (1977), die de slavernij niet toont vanuit het perspectief van politieke leiders, maar vanuit meerdere generaties van één slavenfamilie. Door kritische historische studies bladderde Lincolns reputatie als grote slavenbevrijder ook nogal af. Was zijn optreden niet eerder halfhartig dan principieel geweest?

Met Lincoln redt Spielberg de president door een positieve draai aan de kritiek te geven: ja, Lincoln was halfhartig, maar daarmee bewees hij juist zijn politieke brille. Principes zijn mooi, maar soms moet een politicus een stap achteruit doen om er twee vooruit te kunnen zetten. Met die visie op de politiek als een praktijk van wheelen en dealen is Lincoln keurig op maat gesneden voor onze tijd. Hij kan weer een tijdje mee.