Zero Dark Thirty

De jacht op Osama bin Laden

Kathryn Bigelow maakt grote kans op haar tweede Oscar voor beste regisseur met deze zinderende jacht op Osama bin Laden. Maar de film stoeit ook met vragen over martelen die maar eens beantwoord moeten worden.

Het rumoer dat Zero Dark Thirty in de VS veroorzaakte, Kathryn Bigelows 160 minuten durende krachttoer over de jacht op Osama bin Laden, is vanaf deze kant van de oceaan gezien een beetje lachwekkend. Hoe konden Bigelow en scenarist Mark Boal zo onomwonden beweren, riepen tegenstanders van de film, dat de VS had gemarteld om zijn grootste vijand te vinden?

Lachwekkend, omdat je wel heel erg naïef moet zijn om te denken dat de VS deze enhanced interrogation techniques, zoals martelen in CIA-jargon heet, niet gebruikt(e). Daar heb je de foto’s uit de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis, die een inkijk gaven in de psychologische degeneratie van sommige militairen, en de getuigenissen van CIA-agenten en -officieren, zoals voormalig CIA-directeur Michael Hayden, niet eens voor nodig.

Die verontwaardiging, zelfs half januari nog te lezen in The New York Review of Books, voelt vals. Oorlog is een smerige zaak en iedereen weet het. Politici suggereren graag anders om de stemmende televisiekijker niet moreel te verwarren, maar die gespeelde onwetendheid zijn we voorbij.

Wraakactie
Een jaar geleden, toen het nieuws doorsijpelde dat Bigelow en Boal, in 2009 verantwoordelijk voor Oscar-winnaar The Hurt Locker, aan een film over de jacht op Bin Laden werkten, opende politiek rechts de aanval uit angst dat het duo militaire praktijken in een kwaad daglicht zou stellen. Nu duidelijk is dat de film een veel complexer standpunt inneemt, klaagt politiek links dat het martelen niet keihard veroordeeld wordt.

Aan aandacht geen gebrek dus. Maar Bigelow en Boal wilden geen journalistieke reportage maken, hoewel Boal, een voormalige journalist, wel sprak met mensen uit het leger, de CIA en het Witte Huis. Met toestemming van boven trouwens. Pas nu de film uit is, maken CIA en Washington zich zorgen over de details van de operatie die akelig veel op geheime informatie van binnenuit wijzen. Zaken die dus nooit verteld hadden mogen worden. Wat zich bijvoorbeeld aan het eind van de film in de woning van het beoogde doelwit afspeelt, is oorlogsrechtelijk gezien niet bepaald een compliment voor de Amerikaanse troepen en politiek. Al zullen de meeste Amerikanen weinig morele bezwaren hebben tegen de standrechtelijke executie van de man die het brein beweerde te zijn achter de aanslagen op 11 september 2001. Toch blijft voor buitenstaanders onmogelijk te zeggen wat realistisch is en wat niet.

Interessant is dat de makers zo het dunne touw kunnen blijven bewandelen tussen waarheid en fictie. Anders gezegd, ze kunnen artistieke vrijheid claimen als op feitelijke onjuistheden wordt gewezen en toch een actuele discussie aanzwengelen over de ellendige praktijk van het martelen. De vraag is: moeten in Zero Dark Thirty alle details kloppen om die discussie over martelen te mogen voeren? Natuurlijk niet, dat is altijd al de vrijheid van de verhalenverteller geweest. Liefst zoveel mogelijk, zoals hier het geval lijkt te zijn, maar het is manipulatief en huichelachtig om de vragen over martelen die worden gesteld af te serveren omdat Boal niet elk feit over deze meest clandestiene praktijk van natiestaten boven tafel wist te krijgen.

Obama
Propageert Zero Dark Thirty martelen, zoals The Huffington Post beweerde (‘een verachtelijke film’)? Nee. Wie oplet, ziet dat de martelingen &mnash; waterboarden, de meest fotogenieke vorm van martelen – niet direct relevante informatie opleveren. En dan is er die scène waarin CIA-agente Maya (Jessica Chastain) – wier jarenlange doorzettingsvermogen uiteindelijk tot de inval in schuilplaats van Bin Laden leidde – op televisie de net geïnstalleerde president Obama ziet zeggen dat de VS niet langer martelingen wil gebruiken om informatie te verkrijgen. Ze laat geen enkele reactie zien.

Dat emotieloze gezicht is het gezicht van de film. Oordeel zelf, zeggen Bigelow en Boal: wat moet je doen als staat in oorlog, hoe ver mag je gaan als de veiligheid bedreigd wordt? En wat leveren die enhanced interrogation techniques op? Zijn ze effectief? Of roepen mensen onder druk maar wat?

En dan is er nog die andere kwestie, waar heel heel heel weinig vragen over zijn gesteld: de executie van Bin Laden. Want dat was het en iedereen weet het. Maar niemand heeft zin om de VS die kwestie in het gezicht te gooien en zichzelf daarmee jarenlang te diskwalificeren. Zero Dark Thirty doet dat wel, al wordt – saillant detail – nergens gesuggereerd dat die executie het gevolg was van een order van boven. Die stilte zegt misschien genoeg. Maar stilte is geen bewijs.

Vragen genoeg dus. Zero Dark Thirty laat zaken zien waarvoor je even je ogen kunt sluiten, maar waarvan je uiteindelijk niet weg kunt kijken. Individueel misschien, maar niet als samenleving. Toch waren de makers slim genoeg om er niet op de eerste plaats een politieke film van te maken. Zero Dark Thirty is vooral een detectiveverhaal met een stuwend tempo dat tien jaar zoeken naar een doelwit samenperst in tweeënhalf uur heel degelijk entertainment. Chastain is fantastisch. IJzig, kwetsbaar soms, maar onderhuids blijft die wil om verder door te dringen in elke scène voelbaar, de wil om die onzichtbare speld in die brandende hooiberg te vinden. De film laat je geen seconde met rust. Klasse.