Zodiac

Maniakale speurneuzen

  • Datum 01-05-2007
  • Auteur Joost Broeren
  • Thema Filmkrant 288
  • Gerelateerde Films Zodiac
  • Regie
    David Fincher
    Te zien vanaf
    31-05-2007
    Land
    Verenigde Staten, 2007
  • Deel dit artikel

Zodiac

Met Zodiac maakt David Fincher een seriemoordenaarsfilm waarin de seriemoordenaar een bijrol speelt. Belangrijker is de obsessie van de speurders en van Fincher zelf met de zaak.

In de late jaren zestig werd de streek rond San Francisco opgeschrikt door een reeks brute moorden. Ze werden door middel van gecodeerde brieven aan het dagblad de San Francisco Chronicle publiekelijk opgeëist door een seriemoordenaar die zichzelf Zodiac noemde. Ook de dan zesjarige David Fincher is woonachtig in de streek, en hij kan zich de angst die leefde nog goed herinneren. Zijn nieuwe film Zodiac kan dan ook gezien worden als een persoonlijke afrekening met deze ‘ultimate boogeyman’, zoals Fincher de Zodiac noemt.

Toch gaat de film, ondanks de titel, niet over de seriemoordenaar. Zodiac is een karakterstudie, een film over de obsessie van de drie mannen die achter Zodiac aan zitten. Paul Avery (Robert Downey Jr.) is de misdaadjournalist van de Chronicle die uiteindelijk aan drank en drugs ten onder gaat. Inspecteur Dave Toschi (Mark Ruffalo) is belast met het politieonderzoek. Toschi is de topagent waarop Hollywood zijn topagenten baseerde – naar verluidt stond hij aan de basis van personages als Bullitt en Dirty Harry (aan beide gelijknamige films wordt in Zodiac gerefereerd) – maar verliest mede door de nooit opgeloste Zodiac-zaak zijn reputatie. Robert Graysmith (Jake Gyllenhaal), de jonge cartoonist van de Chronicle, raakt geïntrigeerd door de puzzels van de Zodiac en kan de zaak niet loslaten, zozeer dat zijn (tweede) huwelijk er aan kapot gaat. Geen van de drie mannen staat echter centraal. De opeenvolging en overlapping van hun drie zoektochten maakt van Zodiac een karakterstudie van procedure, van het zoekproces zelf.

Wolkenkrabber
David Fincher, begonnen als regisseur van videoclips en reclamefilms, stond voorheen vooral bekend als extreme stilist. De trukendoos waaruit hij voor films als Fight Club (1999) en Panic Room (2002) zo enthousiast putte heeft hij voor Zodiac echter grotendeels dicht gelaten: de film is bewust zeer klassiek geschoten. Hoewel er gedraaid is met digitale camera’s heeft de film de textuur van het Hollywood van de jaren zeventig, tot aan de logo’s van de productiemaatschappijen toe. Door die stijl, en door de voor hedendaags Hollywood ongekend volwassen benadering, komt de film dichter bij journalistendrama All the President’s Men (1976) dan bij Finchers debuut Se7en (1995), ook over een seriemoordenaar.

Slechts een handvol shots wijken duidelijk van dit classicisme af. Het verschil met zijn eerdere films is dat de shots hier geen opzichzelfstaande trucs zijn maar duidelijk een centraal aspect van de film onderstrepen. Zoals het ’time-lapse’ tussenshot waarin de bouw van de Transamerica-wolkenkrabber digitaal (maar niet als zodanig herkenbaar) wordt gereconstrueerd. Het illustreert expliciet het onafwendbaar verstrijken van de tijd in een zaak die zich steeds verder van een oplossing verwijdert. Elders in de film wordt dit op subtielere manieren belicht: door de gekozen muziek, door minieme verschuivingen in de kledingstijl, door de tijdsaanduidingen die niet absoluut maar relatief zijn: ‘een week later’, ‘een jaar later’.

Snippers
Een ander centraal shot is dat waarin de taxi van Paul Stine, het vijfde dodelijke slachtoffer van de Zodiac, vanuit de lucht gevolgd wordt. De camera zweeft direct boven de auto en volgt hem door de stad. Ook als de moord wordt gepleegd blijft de camera boven de taxi hangen; hier geen sensatiebeluste claustrofobische worstelingen in de auto zoals die in Se7en wel zaten. Fincher toont niets meer dan dat wat uit de politierapporten was te achterhalen: de exacte route die de taxi reed.

Niets meer, maar ook niets minder. Zodiac baadt in dit soort details. Hoewel de film gebaseerd is op de boeken van Robert Graysmith, spitte scenarioschrijver James Vanderbilt met Fincher elke snipper bewijs opnieuw door. Fincher huurde zelfs een eigen handschriftexpert in, om na te gaan of hedendaagse technieken nieuw bewijs op konden leveren. Elke wending, elk citaat, elk beeld van de film is dan ook te staven aan het echte bewijsmateriaal van de zaak. En omdat de psychologie van het onderzoek centraal staat, is elke snipper even relevant als elke andere – of het uiteindelijk nu ergens toe leidt of niet. Dat lijkt saai en willekeurig, maar in handen van Fincher wordt het intelligent en aangrijpend.

Door die manie centraal te stellen gaat de film deels ook over Fincher zelf. Uit het uitputtende bonusmateriaal op de dvd’s van zijn vorige films komt zijn perfectionisme en detailgerichtheid duidelijk naar voren, en Zodiac gaat hierin zo mogelijk nog verder. De regisseur stond er bijvoorbeeld op dat het briefpapier in de lades op de Chronicle-set de authentieke logo’s droeg en dreef zijn acteurs tot wanhoop met een eindeloos aantal takes, op zoek naar een nuance die alleen hij kon zien. Uiteindelijk is het dan ook niet de obsessie van Avery, Toschi en Graysmith, maar vooral die van Fincher waar de film over gaat.