Venetië 2024: Fascisme
Fascisme keert terug naar Venetië
De uitgesproken politieke programmering van Venetië biedt een huiveringwekkend beeld van wereldwijd toenemend fascisme. Van Joker tot Harvest en van Riefenstahl tot Homegrown: 2073 staat voor de deur.
Hoe dichterbij het fascisme komt, hoe moeilijker we het vinden het zo te noemen. Nu in Nederland de meest rechtse regering sinds de Tweede Wereldoorlog aan de macht is, discussiëren we of we de PVV ‘extreem-rechts’ of ‘radicaal-rechts’ moeten noemen. Het verschil zou zijn dat radicaal-rechts binnen de democratie wil blijven. Maar wat als extreem-rechts zich kleedt in radicaal-rechtse schaapskleren?
Op de Biennale draait de (wat omslachtige) documentaire Riefenstahl, van regisseur Andres Veiel, over de technisch briljante regisseur Leni Riefenstahl die met films als Triumph des Willens (1935) de verleidelijke beeldtaal van het totalitarisme schiep die nog altijd onze filmische verbeelding domineert. Na de oorlog spendeerde ze haar hele verdere leven aan ongeloofwaardige ich habe es nicht gewußt-ontkenningen. Want fascist noem je jezelf alleen als het uitkomt.
Gezien vanuit Venetië is het duidelijk: het fascisme is wereldwijd in opkomst. Het festival dat in 1932 werd opgericht onder Mussolini heeft dit jaar een zeer politiek programma. Met documentaires gerelateerd aan de oorlogen in Palestina-Israël (Of Dogs and Men van Dani Rosenberg; Happy Holidays van Scandar Copti; A Man Fell van Giovanni C. Lorusso; Israel Palestina på Svensk TV 1958-1989 van Göran Hugo Olsson) en Oekraïne (Songs of Slow Burning Earth van Olha Zhurba; Russians at War van Anastasia Trofimova); en daarnaast ook nog de documentaires Apocalipse nos trópicos van Petra Costa over de extremistische Braziliaanse ex-president Bolsonaro en Soudan, souviens-toi van Hind Meddeb, waarvan de titel mijn schuldgevoel dat ik hem niet in mijn schema heb kunnen passen nog vergroot.
Over Mussolini gesproken: donderdag 5 september 2024 gaan de eerste vier afleveringen van Joe Wrights miniserie M. Il figlio del secolo in première, over de opkomst van de eerste zelfbenoemde fascist. Wright presenteert de serie als waarschuwing. In een interview met The Hollywood Reporter zei hij: “Fascisme is niet voorbehouden aan Italië. Het is overal en dat maakt het zo beangstigend. Dat is het probleem.” Ook festivaldirecteur Alberto Barbera merkte tegen Variety op: “De periode waarover het gaat heeft opvallende overeenkomsten met het heden.” In een land dat wordt geleid door de extreem-rechtse Giorgia Meloni, die zichzelf eveneens probeert te distantiëren van haar fascistische verleden (zo noemde ze Mussolini in 1996 nog de beste Italiaanse politicus van de voorgaande vijftig jaar), is dat een gewaagde uitspraak. Zeker aangezien Meloni, geheel volgens het fascistisch handboek, de culturele sector publiekelijk op de korrel heeft genomen.
Met zijn filmselecties en uitspraken toont Barbera, die ook niet aarzelde Netanyahu op persoonlijke titel een “crimineel” te noemen en zijn beleid in Gaza een “oorlogsmisdaad”, zich opvallend strijdvaardig in deze tijd van steeds verdergaande verrechtsing – Venetië steekt dit jaar Berlijn naar de kroon als meest politieke van de Drie Grote filmfestivals. Misschien dat daarom de selectie van Venetië 2024 zo’n wereldwijd samenhangend patroon te zien geeft. Al mag het festival ook de hand in eigen boezem steken: de door extreem-rechts verafschuwde gender parity in de selectie is nog ver weg (behalve bij zijprogramma Giornate degli Autori) en we kijken hier nog steeds films in Sala Volpi – vernoemd naar de fascistische voormalige minister van Financiën die het festival oprichtte. Daar zou je toch eens een andere naam voor kunnen verzinnen.
Volpi een fascist noemen is makkelijk – dat deed hij zelf ook. Maar een heldere definitie van fascisme geven is notoir moeilijk; Umberto Eco verklaarde dat vanuit de innerlijke tegenstrijdigheden van de politieke stroming en stelde daarom in 1995 een lijst op van veertien kenmerken, elk waarvan volgens hem zelfstandig de kern kon vormen van een ontluikend fascisme. Het is een handig handvat, want angst om de term te gebruiken is niets anders dan een cadeau aan extreem-rechts. Bovendien wijst Eco’s lijst op iets belangrijks: het is juist in de samenhang van al die kenmerken (waaronder een afkeer van migranten, lgbtqi+ en intellectuelen en een verheerlijking van ondoordachte, liefst gewelddadige daden boven weloverwogen compromissen) dat het patroon zichtbaar wordt. Dat patroon is: we worden met z’n allen wereldwijd steeds fascistischer. Met als meest zichtbare gevolg en gevaar: een aanval op de democratie en haar instituties.
Wat Eco’s lijst in de praktijk kan betekenen voor een zoekende jong-volwassene die zich tot het fascisme aangetrokken voelt, toont Jouer avec le feu van Delphine en Muriel Coulin, waarin Vincent Lindon als socialistische vader niet weet om te gaan met de radicalisering van zijn zoon (geweldig gespeeld door Benjamin Voisin, wiens personage door het fascisme wordt verleid en die zelf de kijker verleidt). De film legt de nadruk niet op de inhoudelijke, maar de fysieke en anti-intellectuele aantrekkingskracht van de beweging. Als pa tegen zoon zegt dat “honderd procent Lorraine” zijn, als iets zuivers, een onzinnige nageprate slogan is, omdat de bevolking altijd gemengd is geweest, is zoons kalme tegenwerping: “Maar ik geloof het.” Waarna hij pa, als die vraagt wat overleden ma ervan gevonden zou hebben, direct fysiek aanvliegt. Niet nadenken, doen. Versimpelde tradities, niet historische feiten. Antwoorden, geen vragen. Dat is Eco in de praktijk.
Binnen de programmering is de ‘sciencefiction-documentaire’ 2073 de film die het meest zelf de grote greep doet. Als een soort addendum bij onze eerdere blog over dystopieën over Errol Morris’ documentaire Separated (over Trumps uiteenrijten van asielzoekende ouders en kinderen aan de Mexicaanse grens) en de politiek gemotiveerde near-future sciencefictionfilm Planète B (die een dystopisch Frankrijk toont in 2039, dat in veel opzichten al werkelijkheid blijkt in Separated), gebruikt regisseur Asif Kapadia reeds bestaande dystopische documentairebeelden, van klimaatverandering tot massasurveillance, voor een fictief sciencefictionverhaal waarvoor 2073 eigenlijk al bijna te ver weg voelt – 2039 klinkt aannemelijker. Een sinister fragment waarin Steve Bannon, voormalig chef-strateeg van Trump, aan Brexit-stoker Nigel Farage voorstelt daadwerkelijk al die autoritaire – in meer of mindere mate fascistische – leiders te verenigen tot één internationale macht, maakt de directe dreiging die uitgaat van de wereldwijde ontwikkeling akelig expliciet.
Kapadia zelf, die in zijn film ontelbare foto’s toont van autoritaire leiders die elkaar de hand schudden (Poetin, Jinping, Modi, Trump, Erdogan et cetera), schroomt niet dit te benoemen als de gevolgen van “neoliberalisme” en “fascisme”. Zo compact gepresenteerd lijkt dat inderdaad de beste samenvatting van de recente wereldgeschiedenis.
Je zou kunnen zeggen dat Athina Rachel Tsangari’s indrukwekkende Harvest hiervan de kiem toont, wanneer een xenofobe, maar hechte en in zichzelf duurzame middeleeuwse boerengemeenschap, onder leiding van een welwillende heer, wordt geërfd door een geldbeluste nieuwlichter, die zijn ‘dorp van genoeg’ wil veranderen in een ‘nederzetting van overvloed’. Stap één in deze schets van de destructieve kracht van kapitalisme: zo veel mogelijk mensen wegsturen – dat kost alleen maar geld en met schapen hoeden valt meer te verdienen. Net zoals later met machines. Deze ontwortelde mensen, die dan maar naar de stad trekken waar ze nooit zijn geweest, zijn niet wezenlijk anders dan de migranten die tegenwoordig uit armoede en honger wegtrekken naar een onzekere toekomst ver weg. Net zoals de spanning tussen kapitalisme en sociale rechtvaardigheid sindsdien nooit meer is verdwenen. Terwijl de cartograaf die het grondgebied voor de nieuwe meester zorgvuldig in kaart brengt (een noodzakelijke stap in de abstrahering van het land tot productiegoed), maar daarvoor geen verantwoordelijkheid wil nemen en zichzelf liever ziet als kunstenaar, ons weer terugbrengt bij eerdergenoemde Riefenstahl.
Je kunt van hieruit allerlei paden kiezen door de programmering, maar hoe dan ook is Trump niet te vermijden – al wordt hij door films als 2073 wel in een breder verband geplaatst, meer als voorbeeld van iets groters dan als zelfstandig probleem. Zelfs in de huiveringwekkende documentaire Homegrown, over Trump-supporters in de aanloop naar de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, wordt opgemerkt dat Trump uiteindelijk ook maar een vehikel is voor een beweging die ook zonder hem verder zou moeten kunnen. Het slopen van de democratie gaat niet met een klassieke revolutie, maar stap voor stap. Zoals regisseur Michael Premo zegt: “In de 21e eeuw sterven democratieën niet met een klap, zoals een militaire coup, maar met gemopper, doordat het vertrouwen in het idee langzaam erodeert van binnenuit.”
Premo kon niet bevroeden dat hij met z’n keuze voor drie Trump-aanhangers van de extreem-rechtse Proud Boy-beweging uiteindelijk op de voorste rij van de bestorming van het Capitool zou belanden. Het zijn chaotische, extreem intense beelden, die mij op het puntje van mijn stoel hielden. Belangrijker nog zijn de voorafgaande scènes, waarin je sommige MAGA-volgers weliswaar leert kennen als gewelddadige extremisten, maar andere eerder als sympathieke activisten. Premo volgt één Latino Proud Boy die een onwaarschijnlijke band opbouwt met de vertegenwoordiger van een lokale Black Lives Matter-afdeling. Volgens Premo, zelf een zwarte filmmaker, trekt Trump meer zwarte en Latinx kiezers dan alle andere Republikeinse presidentskandidaten sinds 1960. Minder dan Biden deed, maar toch. Het is een belangrijke nuance van in ieder geval mijn beeld van MAGA.
Dat sluit aan op Todd Phillips opvolger van Joker (2019), Joker: Folie à Deux. Want wat ook Jokers doelwitten van haat zijn, racisme speelt in zijn wereldbeeld geen rol. Seksisme feitelijk ook niet. Het zijn de instituten en hun vertegenwoordigers die het moeten ontgelden: democraten, wetenschappers en journalisten vormen voor hem het weke uitschot der aarde.
Dat Folie à Deux ondertussen een musical is, het minst macho aller genres, en dat Joaquin Phoenix’ Joker een man, weliswaar zonder passie, daartoe uitgedaagd op de mond kust, lijkt allebei bedoeld om afstand te creëren tot de controversiële neutraliteit van het origineel, die ook MAGA-supporters genoeg gaf om van te genieten. Fascisme laat zich niet ironisch uitvergroten. Dus waar een Antifa in Joker misschien nog een deconfiture herkent van de fascistische verleiding, is het voor een ‘Fa’ alleen maar dat: verleiding. In Joker: Folie à deux worstelt Phillips merkbaar met deze ongemakkelijke erfenis van deel één, wat de film zowel ongerichter als, in zekere zin, interessanter maakt.
Homegrown kent een vergelijkbaar probleem. Premo, die een uitgesproken tegenstander is van de beweging waartoe hij een onwaarschijnlijke mate van toegang wist te krijgen, koos voor een “neutrale studie van mensen die gevoelig zijn voor de politiek van ‘ons’ tegen ‘hen’”. Het voordeel daarvan is dat je directe toegang krijgt tot hun ideeën en meningen. Het nadeel is dat ook een Trump-volgeling hierin waarschijnlijk niets vindt om het mee oneens te zijn. Sterker nog, ik kan me goed voorstellen dat MAGA-fans de documentaire gezamenlijk bekijken, trots op de beelden van de Capitool-bestorming en ondertussen lerend van fouten die gemaakt en gefilmd zijn – en dan heb ik het niet over morele fouten, maar over acties die contraproductief bleken te zijn.
François Truffaut zei ooit: “Elke film over oorlog is uiteindelijk pro-oorlog.” Ik vrees dat voor fascisme iets vergelijkbaars geldt. Hoe zorg je ervoor dat een eerlijk portret van de extreem-rechtse bewegingen die gezamenlijk de opkomst van het fascisme vertegenwoordigen niet uitpakt als een wervingsvideo? Hetzelfde geldt voor details als het boek dat in Justin Kurzels The Order, waarin Jude Law (de meest uitzonderlijke what’s in a name van dit festival) het opneemt tegen klassieke anti-semitische neonazi’s, hakenkruizen en al, wordt gepresenteerd als het meest populaire handboek voor Amerikaanse fascistische opstandelingen – wist ik niet. Weer wat geleerd. Even googlen. Ah, pdf!
Voor M. Il figlio del secolo heeft ook regisseur Wright aangekondigd dat ze iets “gevaarlijks en controversieels” hebben gemaakt door de fascistische beweging van binnenuit te filmen met nadruk op de verleidelijke charme van Mussolini. Maar het publiek laten oordelen zonder zelf duidelijk stelling te nemen is een risico, weet Todd Phillips inmiddels. Mijn advies voor Wright: begin nu maar vast te schrijven aan opvolger M: The Musical.