Anca Damian over Marona

‘Ik wilde belangrijke levenszaken verpakken in een sprookje’

Nadat ze in de Parijse verkeersdrukte is doodgereden, blikt een zachtmoedig hondje terug op haar leven en de drie baasjes die zich achtereenvolgens over haar ontfermden. In de vertederende animatiefilm Marona toont filmmaker Anca Damian wat we kunnen leren van viervoeters. “Een hond laat je zien hoe je er op dat moment voorstaat.”

In de openingsscène van het meermaals bekroonde Marona wordt het aaibare titelpersonage na een aanrijding subiet ‘een veeg stoepkrijt op het asfalt, zonder naam, en zonder verleden’. Waarop de film van haar leven ‘wordt teruggespoeld’. In een grote flashback maken we kennis met de drie baasjes die ze heeft gehad in haar tamelijk kortstondige bestaan: de droefgeestige acrobaat Manole, de onbeholpen aannemer Istvan en het onbevangen kind Solange. De drie levenspassages zijn door verschillende animatoren vormgegeven, waardoor de film telkens van stijl wisselt: van met de hand getekend naar digitaal geïllustreerd; van figuratief naar abstract. Gezamenlijk vormen de beelden een prettig eclectisch geheel waarin de harmonie tussen mens en dier centraal staat.

Op het filmfestival van Rotterdam vertelt Anca Damian hoe haar nieuwste film draait om het omarmen van levensvreugde. “Mijn film draait niet om de dood, maar om leven. Natuurlijk geeft de dood waarde aan het leven: het versterkt gevoelens van geluk en liefde, leven in het moment, het leggen van verbindingen met de mensen om je heen. We zijn soms geneigd zaken over het hoofd te zien, omdat we denken dat we altijd zullen blijven leven.”

Dat klinkt als een maatschappelijk probleem: we zijn gefixeerd op de toekomst en vinden het moeilijk in het nu te leven. Terwijl honden, en dat geldt min of meer ook voor jonge kinderen, dat voortdurend doen. “De boeddhistische filosofie moedigt leven in het nu aan en honden hebben dat spirituele niveau al bereikt.” Damian lacht. “Voor ons is er nog een lange weg te gaan.”

Doordat u samenwerkt met verschillende kunstenaars lijkt het alsof de film in esthetisch opzicht alle kanten op kan springen. Damian lacht. “Nee hoor, de film gaat maar één kant op en dat is rechtdoor. Voor mij was het concept dat in mijn hoofd zat leidend.”

Gaf u de illustratoren specifieke voorbeelden mee waarop ze de personages konden baseren? “Voor Manole had ik als voorbeeld acteur en danser Bob Fosse die de slang speelt in The Little Prince (1974). We spraken uitvoerig over Manole’s manier van lopen. Maar de illustrator doet zelf op den duur natuurlijk ook voorstellen die in het concept passen. Na drie of vier maanden samenwerking komt het moment dat ik ze alleen nog kleine regieaanwijzingen hoef te geven omdat ze dan het personage zijn geworden.”

Dat klinkt bijna als method acting. “Ja, je zou het kunnen vergelijken met een acteur in een live-action film.”

U heeft ook live-action films gemaakt zoals Crossing Dates (2008). Geeft u de voorkeur aan het maken van live-action of animatiefilms? “Ik voel me meer senang bij het maken van animatie omdat je niet de druk voelt van een cast en een crew op een set. Op een gegeven moment moest ik tijdens de productie van Marona een animator vervangen, na zo’n drie maanden. Ik realiseerde me eerder al dat het niet ging werken en gaf hem twee weken om tot datzelfde inzicht te komen. Toen heb ik hem vervangen. Als je dat doet met een acteur in een live-action film dan heb je of genoeg budget of genoeg tijd of beide. Dat is dan een veel moeilijkere beslissing. En dan heb je bij de opnames van een live action-film nog te maken met een crew die eten wil en op een gegeven moment uitkijkt naar het einde van een draaidag.”

Toch zal het maken van Marona ook niet makkelijk zijn geweest. Omdat de kunstenaars met wie u werkt niet op één plek wonen. “Dat was misschien wel het moeilijkste. Ik had als regisseur een persoonlijke relatie met iedereen maar er was geen sprake van een groepsgevoel. En groepsenergie maakt sommige dingen eenvoudiger. Nu moest ik iedereen energie geven. Bij tegenslagen was ik degene die iedereen enthousiast moest houden, gefocust en artistiek betrokken bij het proces.”

Verschilt Marona van uw andere werk? “De eerste films die ik maakte gingen over kunst, schilders, schrijvers en dichters. Dat waren meer essayfilms. Daarna maakte ik een aantal films over zware onderwerpen als gevangenschap [Crulic — The Path to Beyond, 2011, OL] en de oorlog in Afghanistan [Moon Hotel Kabul, 2018, OL]. Wat ik leuk vind aan Marona is dat ik belangrijke levenszaken kan camoufleren en verpakken in de vorm van een sprookje. De boodschap is hierdoor minder opzichtig en kleurrijker.”

En misschien ook poëtischer? “Ja, poëtischer en menselijker. Hoewel natuurlijk een deel van het volwassen bioscooppubliek niet naar Marona zal gaan omdat ze een poster zien met een hond erop; omdat ze denken dat het een familiefilm betreft. Maar de film spreekt tot alle leeftijden, met voor elk wat wils. Misschien wel omdat de personages veel dichter bij ons staan dan de personages uit mijn vorige films.”

Het thema is ook universeel: hoe mens en dier elkaar helpen betere wezens te worden. “Ook ik heb een hoop non-verbale taal geleerd van mijn hond. Als je niet goed in je vel zit dan zie je dat in je hond; een hond laat je zien hoe je er op dat moment voorstaat. Als ik ’s ochtends wakker word en ik heb geen behoefte aan koffie en ik maak me niet druk om de huidskleur van een ander, dan heb ik de levensvreugde van mijn hond geëvenaard.”

En hoe zit het met kattenliefhebbers: denkt u dat die anders reageren op uw film? “Ik denk dat dierenliefhebbers als geheel een groep vormen. Wie een kat heeft zal mijn film ook begrijpen. Maar jij hebt een kat?”

Ja, ik heb er twee. “Gisteren was er iemand die me vroeg of kattenliefhebbers de film op een andere manier interpreteren. Ik zei: ‘Ja, natuurlijk.’ Een relatie met een kat is anders. Een hond voelt zich meer verbonden met je; een kat komt wanneer ze wil. Maar de hond is al tienduizend jaar bij ons en de kat nog maar vijfduizend. De kat heeft nog eens vijfduizend jaar nodig om dezelfde verbondenheid met de mens te voelen.”