Kajillionaire

Paradoxaal ontroerend

Kajillionaire

In haar nieuwe film Kajilionnaire zet Miranda July haar onderzoek naar menselijke connectie voort. Met dit keer niet zichzelf, maar Evan Rachel Wood in een schitterende hoofdrol.

De ouders van de 26-jarige Old Dolio (Evan Rachel Wood) hebben zich nooit aan de maatschappij willen conformeren. Ze weigeren ‘nep’ te zijn en een masker op te zetten. Of misschien lukt het Theresa (Debra Winger) en Robert (Richard Jenkins) gewoon niet om mee te draaien.

Hoe dan ook: het gezin dat centraal staat in Miranda July’s Kajillionaire overleeft al sinds voor Old Dolio geboren werd van vaak onpraktische en onlogische zwendeltjes. Het is eigenlijk meer een team samenzweerders dan een gezin, al kunnen ze met hun ‘klusjes’ nauwelijks het hoofd boven water houden. Bovendien doet Old Dolio meestal het gros van het werk, terwijl de verdiensten wel altijd door drie gedeeld worden. En dan dreigen ze door een huurachterstand ook nog eens uit het vervallen kantoorgebouw gezet te worden waar ze slapen, dat op gezette tijden overstroomt met roze schuim uit de aangrenzende bubbelfabriek.

Dit alles voltrekt zich in Los Angeles, in het licht van de (voor July’s werk typerende) felle Californische zon en met regelmatig weer een aardbeving, die bij Robert telkens een apocalyptische paniek veroorzaken. Tot ze tijdens een klus Melanie (Gina Rodriquez) tegen het lijf lopen, die wel erg graag wil helpen. Zoals de kijker wel kan raden, zal de familie nooit meer hetzelfde zijn.

Te oud en te jong
July is een immens productief en veelzijdig kunstenaar. Ze won de Gouden Palm in Cannes met haar speelfilmdebuut Me and You and Everyone We Know (2005) en maakte vervolgens een tweede film, The Future (2009). Maar ze schreef ook meerdere romans, initieert (multimedia)kunst en maakt sculpturen; ze exposeerde onder meer op de kunstbiënnale van Venetië in 2011.

In veel van July’s werk, en zeker in haar films voert ze personages op die worstelen met het uiten (of zelfs het zich bewust zijn) van hun gevoelens. In Kajillionaire levert het Evan Rachel Wood een geweldige acteerprestatie als de totaal in haar eigen gevoelens vastgelopen Old Dolio. Haar enige context is de familie. Of beter gezegd: het team. Maar wie is ze als ze een stap buiten deze eenheid zet?

Het is verleidelijk om in het gezin van Kajillionaire parallellen te zien met het onconventionele gezin waarin July zelf opgroeide: haar ouders, beiden schrijver, hadden een uitgeverij aan huis die zich specialiseerde in esoterische boeken. Hun kinderen, al vroeg creatief, waren meestal op zichzelf aangewezen. Maar die parallel is waarschijnlijk een stuk minder belangrijk dan de parallellen die de kijker met zichzelf zal ontdekken. Niet dat alle ouders halfbakken zwendelaars zijn, maar iedereen kent de familiedynamiek waar we soms zo hopeloos in vast kunnen lopen.

Het is een herkenning die tegelijk ook verontrustend is. Het komt dicht bij wat Sigmund Freud als Unheimliche beschreef: iets wat onbekend of zelfs vreemd zou moeten zijn, maar vertrouwd voelt. Het resultaat is griezelig, we snappen niet waar de herkenbaarheid vandaan komt. Ook dat is typisch voor het werk van July: haar kleine, herkenbare verhalen over eenzame mensen die een connectie proberen te maken zijn opvallend serieus in hun raarheid, waardoor er een afstand tot de kijker ontstaat.

Waarom beweegt Old Dolio toch zo raar, kijkt ze altijd maar naar de grond? De serieusheid waarmee de eigenaardige personages zich door de wereld bewegen is vervreemdend. De eigenzinnigheid van July’s kunst (al is dat maar een half toereikende vertaling van het Engelse quirky, dat beter de lading dekt) werkt sommige kijkers op de zenuwen. Het voelt ironisch, als nep-serieus, zoals Old Dolio’s ouders haar hebben ingeprent dat de maatschappij ‘nep’ is.

Maar die serieusheid is gemeend. Het is is een stilering waarmee July, zoals Richard Brody ooit in de New Yorker beschreef, juist dichter bij de innerlijke wereld van haar personages komt. Ons innerlijk is raar, niet te vatten in woorden of realisme. Precies dat probeert July over te brengen in die paradox van absurditeit en oprechtheid. Dat lukt haar vaak, ook in Kajillionaire.

In de tweede helft van de film komen we via Melanie steeds dichter bij Old Dolio. Dankzij hun voorzichtig tot stand komende vriendschap, die tegelijk een soort heropvoeding is (maar zijn niet alle relaties dat?), doet Old Dolio haar eerste stapjes naar volwassen vrijheid. Een vrijheid die zwaarbevochten is, want eigenlijk kan je pas echt volwassen worden als je echt kind hebt mogen zijn. Old Dolio’s transformatie, of de poging daartoe, is ontroerend. Toch zal niet elke kijker dat voelen door de laag stilering en vervreemding heen. Dat is en blijft de paradox van July’s stijl.