Venetië 2024, blog 1: Supersterren

Terug van weggeweest

Beetlejuice Beetlejuice

Tim Burtons Beetlejuice Beetlejuice opent vanavond de 81e editie van het filmfestival van Venetië, dat de rode loper uitrolt voor flink wat supersterren. Filmkrant doet de komende tien dagen verslag vanaf het Lido.

Het filmfestival van Venetië wil van de daken schreeuwen dat het terug is van weggeweest. Vorig jaar waren vanwege de stakingen in Hollywood niet veel sterren aanwezig op de rode lopers van het Lido. Dit jaar lijkt dat dubbel en dwars te worden ingehaald: onder anderen Brad Pitt, George Clooney, Angelina Jolie, Cate Blanchett, Joaquin Phoenix, Lady Gaga, Nicole Kidman en Julianne Moore komen langs.

Zo hoopt het festival op de uitstraling die het vorig jaar miste: een toneel voor de wereldcinema, waar de Hollywood-elite schouder aan schouder staat met de grote namen van de hedendaagse artfilm.

Artistiek directeur Alberto Barbera mag in zijn handjes knijpen, want dit is zijn visie op het festival: een plek waar Hollywood Oscar-campagnes lanceert en waar internationale arthousefilms een kans krijgen op een mondiaal publiek. In een recent interview met Variety spreekt hij over het festival als vehikel om de filmliefde bij een breed publiek aan te wakkeren en om het dalende bioscoopbezoek na de pandemie weer op niveau te krijgen. In zijn inleiding op de festivalwebsite spreekt hij zelfs over “nieuwe parameters” voor film.

Wellicht verklaren die ambities Venetië’s behoorlijk populistische programmering. Het is makkelijk grappen maken over Tim Burtons Beetlejuice Beetlejuice als openingsfilm – ‘beetje een dooddoener’. Maar zo’n groot marketingmoment, kort voor de release van de film in bioscopen over de hele wereld, sluit naadloos aan bij de ambitie van Venetië om een springplank te zijn voor elk type film. Ook Joker: folie à deux, het musicalvervolg op Todd Phillips’ Gouden Leeuw-winnende Joker (2019), past in dat plaatje: een mainstreamfilm met hoofdrollen voor Joaquin Phoenix en Lady Gaga, maar ook met genoeg artistieke ambities voor een plek in de hoofdcompetitie.

Het zet meteen ook op scherp hoe onevenwichtig de competitie dit jaar is. Onder leiding van voorzitter Isabelle Huppert moet de jury dit superschurkengeweld vergelijken met bijvoorbeeld Youth: Homecoming, het slotstuk van Wang Bings observerende documentairetrilogie over Chinese textielarbeiders. Jurywerk is altijd een kwestie van appels en peren, maar tijdens deze editie van Venetië lijken de contrasten scherper dan in Cannes of Berlijn. Alsof er ook allerlei groente tussen het te vergelijken fruit terecht is gekomen.

Babygirl

Voor het eerst sinds Martin Koolhovens Brimstone in 2016 is een film van een Nederlandse maker geselecteerd voor de hoofdcompetitie, in de vorm van Halina Reijns derde speelfilm Babygirl. De Amerikaanse productie, met Nicole Kidman in de hoofdrol, gaat over een succesvolle CEO die een affaire aangaat met een van haar stagiairs. Met de focus op seksueel beladen hiërarchische relaties, scheve machtsstructuren en intense psychologische aanvaringen klinkt Babygirl als een thematische opvolger van Reijns indrukwekkende regiedebuut Instinct (2019). In zijsectie Giornate degli Autori draait Jan-Willem van Ewijks vierde speelfilm Alpha. (slechts een week na de première in Nederland van zijn derde film Pacifica.), een drama tegen de achtergrond van de Alpen rond een vader en zoon, gespeeld door echte vader en zoon Gijs en Reinout Scholten van Aschat.

Een terugkerend discussiepunt rondom festivals van wereldniveau is de manier waarop de filmselectie zich verhoudt tot de wereld om ons heen. We hebben het afgelopen jaar herhaaldelijk gezien hoe poreus de festivalbubbel is, en hoe makkelijk de politieke realiteit bij IDFA en de Berlinale binnendrong. Ook Venetië probeert zich zo diplomatiek mogelijk op te stellen. Bijvoorbeeld door de Israëlische film Of Dogs and Men naast het Palestijnse Happy Holidays te programmeren. Maar in dit specifieke geval is dat een intellectuele en politieke faux pas. Het feit dat Of Dogs and Men een focus legt op de Hamas-aanvallen van 7 oktober, terwijl Happy Holidays een veel kleiner intercultureel onderwerp aansnijdt, lijkt te onderstrepen dat het festival zelf geen sterke positie in kan nemen met betrekking tot deze oorlog.

Ook rond de oorlog in Oekraïne doet Venetië een poging om beide kanten van het verhaal te tonen, al is die selectie veelbelovender. Olha Zhurba’s Songs of Slow Burning Earth toont vanuit Oekraïens perspectief de vernietiging door de Russische invasie, terwijl Anastasia Trofimova’s Russians at War de grauwe realiteit van Russische soldaten aan het front verkent. Hier kun je je voorstellen dat er een dialoog tussen de films ontstaat, als twee werken die voorbij propaganda gaan, en op hun eigen manier de verwoesting en ontgoocheling van oorlogsvoering in kaart brengen. Zodat het festival hopelijk meer wordt dan de som der delen.