Joker: Folie à Deux
Zonnestralen in een grimmige wereld
Joker: Folie à Deux gooide dit jaar in Venetië minder hoge ogen dan voorganger Joker. Toch werkt de film behoorlijk goed als melodramatische en hyperromantische musical.
De première van Todd Phillips’ Joker op het filmfestival van Venetië sloeg in 2019 in als een bom. Dat uitgerekend Lucrecia Martels jury de Gouden Leeuw aan deze film over het iconische personage uit het DC-stripboekenuniversum overhandigde, was de spreekwoordelijke olie op het vuur.
Het grimmige en gewelddadige Joker leek op dat moment alles wat er mis was met deze wereld te belichamen. Bovendien zou de bekroonde film een oproep zijn aan alle gefrustreerde jongemannen om eindelijk van zich af te slaan. Zo ging paniek over cinema shootings en incel-bewegingen in de echte wereld hand in hand met kritische overpeinzingen over de manier waarop Phillips de miserabele maatschappij van het fictieve Gotham City neerzette.
Dat deed hij als een plattere variant op het New York van Martin Scorsese’s Taxi Driver (1976) en The King of Comedy (1982). De wereld van Joker is nog veel guurder: een beerput van misère, corruptie en geweld, die Arthur Fleck (een Oscar-winnende rol voor Joaquin Phoenix) naar het randje van de afgrond duwt, alwaar de gebroken man zijn titulaire superschurkenidentiteit vindt.
Vervolg Joker: Folie à Deux draaide dit jaar opnieuw in de hoofdcompetitie van Venetië, maar viel niet in de prijzen. Ongetwijfeld omdat de film minder controversieel en zeitgeisty aanvoelt. We zijn weer terug in het ellendige Gotham, deze keer in de gevangenis, waar Arthur Fleck zijn straf uitzit voor de moorden die hij in de eerste film als Joker heeft gepleegd. Na de misdaad komt natuurlijk de boetedoening, al gaat die typische tweedeling hier niet volledig op. Wat Todd Phillips bewust doet is breken met de meer controversiële en gewelddadige aspecten van het eerste deel, om zijn iconische hoofdpersonage nu in een heel ander daglicht te zetten. Letterlijk: Arthur Fleck wordt verliefd, waardoor de zon voor het eerst in zijn miserabele leven begint te schijnen.
Lady Gaga zingt
Als gevangenis- en rechtbankfilm werkt deze vervolgfilm best aardig, maar Joker: Folie à Deux komt pas echt tot zijn recht als het hyperromantische melodrama dat het eigenlijk is. De film viert de mogelijkheid tot innerlijke transformatie en toont hoe na een ontmoeting tussen Arthur Fleck en de enigmatische Harley Quinn (Lady Gaga) bij een muziektherapieklasje, de wereld om hen heen begint te zingen. En Joker, die zingt mee. Dit is ook een musical, waarin Joaquin Phoenix en Lady Gaga de vurige liefde van hun personages via zang en dans verbeelden.
Hopeloos romantische nummers uit het ‘Great American Songbook’ dringen de ernstige verhaalwereld in. Ze nemen Joker en Harley Quinn mee naar hun eigen dimensie, die ze met hun verbeeldingskracht mogen inrichten. Zelfs tussen de vier muren van het gevang kan Joker zo aan de realiteit ontsnappen, zichzelf meevoerend naar een liefdevollere wereld waarvan hij samen met Quinn de schepper is.
Je gelooft dat deze excentriekelingen elkaar de bezieling kunnen geven die ze zo hard nodig hebben om hun helse milieu te overleven. Phoenix’ rauwe spel en Gaga’s innemende speelsheid zijn in die zin de fundering waarop deze verder best ingetogen film moet bouwen. Je begrijpt hun verwantschap ook meteen: het is zij tegenover de rest van de wereld — meer hebben ze niet nodig.
Bergen bouwen
Voor mij voelt dit als veel radicaler dan de hypergewelddadige en, om eerlijk te zijn, nogal voor de hand liggende maatschappijkritiek van de eerste Joker. Geef mij maar een film die het hart boven de vuist verkiest. Al helemaal binnen de context van mainstream Hollywood-films, die rommelige, chaotische, complexe en overweldigende liefde vaak niet meer aandurven.
“We gaan bergen bouwen”, zegt Quinn meerdere keren in de film als dé missie van hun relatie. De ironie is dat zelfs voor Joker zulke meeslepende liefde te complex wordt. Joker: Folie à Deux kent het liefdesspel goed en weet dat je je in elke relatie een bepaalde rol moet kunnen aanmeten of een bepaald spel moet spelen. Phillips haalt dan ook het meeste drama uit de schijnbare onmogelijkheid voor Arthur Fleck om daar permanent in mee te gaan. Hij zit immers vast tussen vier muren en twee persoonlijkheden.
Zijn pogingen om zich in de naam der liefde daaruit te wurmen zijn spannender en spectaculairder dan het orgastische superheldengeweld dat we meestal voorgeschoteld krijgen.