IFFR 2025: Wang Bing over de Youth-trilogie
'Er is voor niemand hoop'

Youth (Hard Times)
IFFR vertoont de drie delen van Wang Bings Youth-trilogie achter elkaar. Ze voeren je een kleine tien uur mee door de kinderkledingateliers van de uitzonderlijk ongereguleerde Chinese textielstad Zhili. “Als je vandaag kan werken, heb je te eten. Zo niet, dan niet.”
Youth van Wang Bing had ook één lange documentaire geweest kunnen zijn. Zoals zijn doorbraakfilm Tie Xi Qu: West of the Tracks uit 2002. Dat meesterwerk over het verval van het Tiexi-industriegebied in Shenyang duurde negen uur. Als dat lang lijkt: gok hoe lang zijn 15 Hours (2017) duurde.
Youth werd drie films, met als ondertitels Spring, Hard Times en Homecoming. Met weglating van enige herhaling zouden ze eveneens tot een film van een uur of negen gemonteerd kunnen worden. In wezen is zelfs het onderwerp vergelijkbaar: de ogenschijnlijke teloorgang van textielstad Zhili, op honderdvijftig kilometer van Shanghai. Met vooral aandacht voor de jonge arbeiders die daar vijftien uur per dag in razende vaart kinderkleding knippen en naaien.
Als één lange film was Youth een monumentaal meesterwerk geweest; als drie films achter elkaar (zoals het IFFR, Het Documentaire Paviljoen en Forum Groningen ze deze maand vertonen) komen ze daar dicht in de buurt.

De onderverdeling in drie titels heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis, vertelt Wang Bing me op het festival van Venetië kort na de première van Homecoming. “Ik ging naar Zhili om daar een half jaar te filmen, voor één film. Maar het onderwerp bleek zo complex en zo relevant, dat we tussen 2014 en 2019 periodiek zijn teruggegaan. Ik heb nog nooit ergens zo veel gefilmd; ik had 2.600 uur materiaal.”
Die drie delen bestaan overigens niet uit verschillende selecties uit hetzelfde bronmateriaal, maar volgen elkaar, op een paar scènes na, chronologisch op. “Het eerste deel speelt van 2014 tot juni 2015, het tweede van augustus 2015 tot eind 2016 en het derde van 2016 tot 2019.”
Zo krijgen we een behoorlijke periode mee van een in China uitzonderlijk gebied: het textieldistrict van Zhili. Enige achtergrondinformatie is zinvol. In Zhili wordt weinig geproduceerd voor de export, maar wel ruim tweederde van de Chinese markt voor kinderkleding bediend. Maar wat echt bijzonder is: er is nauwelijks overheidsregulering van de driehonderdduizend vooral jonge arbeiders in de ruim achttienduizend private textielateliers die hier, met verwaarloosbaar papierwerk, worden opgericht, productie draaien en regelmatig ook weer failliet gaan.
Lente
Het eerste deel heet Youth (Spring). Wat hier vooral verrast is de levendige energie van de jonge arbeiders. Want ja, ze werken eindeloze uren op een onwaarschijnlijk hoog tempo, in de georganiseerde chaos van de kleine ateliers, en hebben daarnaast nauwelijks tijd voor iets anders dan slapen. Maar zet een groep jongeren de hele dag bij elkaar met weinig supervisie en ze zullen toch gaan flirten, plagen, lachen en ruziën – en dat is wat we zien.

En al moeten ze knetterhard werken en zou ik niet graag met ze ruilen, ze zijn jong en veerkrachtig, ze hebben ondanks alles een soort relatieve vrijheid vergeleken bij de militaristisch gerunde staatsfabrieken en je kan nog denken dat ze sparen voor een volgende stap in hun leven. Veel tijd om geld uit te geven hebben ze in elk geval niet. Maar een taaie onderhandeling met een weerspannige baas over de stukprijs van geproduceerde goederen – waarbij de jonge arbeiders in feite fungeren als hun eigen onofficiële minivakbond – wijst op de economische onzekerheid van dit bestaan.
Zware tijden
Die onderhandelingen en onzekerheid spelen een grotere rol in deel twee, Youth (Hard Times). Hier beginnen de slechte betaling en twijfelachtige bazen, die er soms opeens met de kas vandoor gaan, steeds zwaarder te wegen. Kledingproductie in Zhili is seizoenswerk, maar de onderhandelingen over de stukprijs vinden pas plaats aan het einde van elk werkjaar. Je weet dus nooit waar je financieel aan toe bent. En in Hard Times blijken de resultaten steeds vaker tegen te vallen, als de jonge arbeiders aan het einde van het seizoen teruggaan naar de rurale provincies waar ze vandaan komen: Yunnan, Guizhou, Anhui, Jiangxi, Henan, Jiangsu – tot wel tweeduizend kilometer verderop.
Ook belangrijk om te weten: in China kan iemand zich niet zomaar buiten de eigen provincie inschrijven. En zonder registratie heb je nergens recht op. Aangezien deze seizoensarbeiders bijna allemaal van het platteland komen, hebben ze in Zhili geen poot om op te staan. “Als je vandaag kan werken, heb je te eten. Zo niet, dan niet”, vat Wang het eenvoudig samen. “Ze hebben geen enkele garantie, geen recht op een uitkering, geen pensioen, geen zorgverzekering. Ze hebben niks: geen uitzicht op een beter leven of een betere toekomst.”
En als ze demonstreren, zoals bij de Zhili-rellen van 2011, toen de ‘naaimachinebelasting’ opeens zo sterk werd verhoogd dat talloze ateliers kopje onder dreigden te gaan, grijpt de politie hard in. Een jonge werker vertelt in Hard Times hoe hij werd opgepakt en gemarteld. En hoe hij op dat moment leerde “wat de werkelijkheid is van deze samenleving”.
Thuiskomst
In Youth (Homecoming) gaat Wang met enkele werkers mee terug naar hun familie op het platteland (zoals ook aan het einde van Spring en Hard Times al kort te zien was). Zo zoomt de trilogie in op de onderliggende structuren, door sociaal en geografisch juist steeds verder uit te zoomen.
In eerste instantie voelt dit als een bevrijding. De ruimte en rust van het platteland en de openheid van het vrije veld doen de stress en onzekerheid van het stadsleven even vergeten. Maar de werkers keren in feite met lege handen terug, omdat ze te weinig verdienen om te sparen. En ook in het dorp, leren we al snel, wordt de politie niet vertrouwd. Kraanwater is hier nog geen gegeven. En ja, er is een traditionele Nieuwjaarsviering en een feestelijk huwelijk – maar daarna gaan deze jonge arbeiders onverbiddelijk terug naar Zhili om hun familie weer een klein jaar niet te zien. En blijft de vraag in de lucht hangen, wat nu eigenlijk hun home is?

Ook om Homecoming valt, zoals bij elk deel, te lachen. Zoals wanneer de pas getrouwde vrouw haar eega, een voormalig IT-specialist, probeert uit te leggen hoe de naaimachine werkt (“Trouw toch een theoretisch opgeleide, zeiden ze!”). Maar de overheersende emotie is melancholie. De enthousiaste jongeren in Spring die steeds moedelozer strijden in Hard Times en na een korte familieonderbreking in Homecoming weer op dezelfde plek terugkeren, zien de toekomst steeds minder duidelijk voor zich.
No future
Hoe ziet Wang zelf de toekomst? “Toen ik Tie Xi Qu maakte, was ik zelf nog jong en gaven de economische en politieke ontwikkelingen in China me energie en hoop voor de bevolking en voor mezelf. Maar twintig jaar later heb ik die hoop niet meer. Aan het einde van Homecoming zie je dat ateliers sluiten en het moeilijk is werk te vinden. En al vinden ze ergens anders werk, dan nog blijven hun arbeidsomstandigheden hetzelfde. Ze zullen altijd moe blijven. Voor deze industrieën zijn mensen alleen maar gereedschap. Als er eentje kapot gaat, neem je een nieuwe. Zo zijn er de afgelopen veertig jaar al twee generaties door die ateliers heen gegaan; nu is de derde bezig. Is iemand te oud, dan neemt een volgende hun plaats in. De mensheid is een middel geworden.”
Weet hij hoe het gaat met de arbeiders die hij in Homecoming filmde? “De textielbedrijfjes zijn er nog steeds, dat is niet veranderd. Maar de arbeiders uit mijn films zijn ouder geworden en in plaats van vrolijkheid en enthousiasme hebben ze nu vooral stress en werkdruk. En degenen die je in mijn film ziet trouwen, zijn ondertussen alweer gescheiden. Net als enkele andere stellen die je hebt gezien. Dus dat romantische deel van hun leven is ook alweer voorbij. Het komt erop neer dat, ook al zijn mijn en hun levens niet hetzelfde, er voor niemand hoop is.”
De Youth-trilogie wordt integraal vertoond op IFFR op dinsdag 4 februari 2025. In samenwerking met het festival vertonen ook twee andere theaters de drie films achter elkaar: Forum Groningen op zaterdag 8 februari 2025 en Documentaire Paviljoen (Amsterdam) op zondag 9 februari 2025.