Beetlejuice Beetlejuice
De charme van ouderwets handwerk
Zo’n 35 jaar nadat opperplaaggeest Beetlejuice de familie Deetz uit huis wilde jagen keren Tim Burton en een deel van zijn oorspronkelijke cast terug voor een geinige filmreünie vol maakplezier.
Lydia Deetz (Winona Ryder) heeft een droevige boodschap voor haar dochter Astrid (Jenny Ortega): opa overleefde zijn ontmoeting met een haai niet. Met frisse tegenzin reist Astrid – even tegendraads als haar moeder ooit was – mee naar het spookhuis uit Lydia’s jeugd. Juist, die villa uit Tim Burtons komische spookfilm Beetlejuice (1988).
Ook de hysterische stiefmoeder Delia (O’Hara) is aanwezig voor het afscheid waarvan ze, geheel in stijl, een dramatische rouwperformance maakt. Lydia’s geliefde, gespeeld door een glijerige Justin Theroux, besluit haar tussen de rouwenden ten huwelijk te vragen en Astrid treft in de buurt de jongen van haar dromen. Tot zover veel gekkigheid, doch weinig bovennatuurlijk gespuis te bekennen. Maar Beetlejuice (Michael Keaton) wacht in het hiernamaals geduldig op een uitnodiging naar het land der levenden. Er hoeft maar één idioot te zijn die driemaal zijn naam uitspreekt.
In 1988 probeerden overleden huiseigenaren Alec Baldwin en Geena Davis zich al spokend te ontdoen van de nieuwe bewoners, de in hun ogen onuitstaanbare familie Deetz. Maar zelfs de door hen ingehuurde sar Beetlejuice kon de klus niet klaren. 35 jaar later keert dit koppel niet terug. Het gaat in dit vervolg vooral om de familie Deetz en de dynamiek tussen verschillende generaties. En de strapatsen van Beetlejuice, natuurlijk.
Er valt wel wat af te dingen op het scenario. Zo levert een plotlijntje rond de ex van Beetlejuice, de ‘zielenzuiger’ Dolores (Monica Bellucci), weliswaar leuke plaatjes op, maar het blijft inhoudelijk achter. Het bood Burton wel een excuus om een geinig achtergrondverhaaltje te filmen over hun eeuwenoude relatie. Hierin kon hij zijn liefde voor giallo en de Italiaanse, inventieve lowbudget horrorfilmmaker Mario Bava kwijt.
Willem Dafoe bevindt zich ook zo’n beetje in de periferie van het verhaal. Desondanks zet hij op verrukkelijke wijze een koffie slurpende speurder in het hiernamaals neer, die in een vorig leven als acteur politiemannen spéélde. Hij dist aan de lopende band cliché-zinnen op die we al duizend keer in misdaadfilms voorbij hoorden komen. En Dafoe kon zichtbaar z’n lol niet op. Sowieso straalt het maakplezier van deze productie af, waarin om de zoveel minuten grappen worden afgevuurd.
Anno 1988 werd er uitvoerig gewerkt met rekwisieten, animatronics en grime met prosthetics. Terugkijkend ogen die props soms als iets wat je thuis zou kunnen boetseren met papier-maché (wat natuurlijk niet zo is). Qua technieken ziet het er anno 2024 aanzienlijk volwassener uit, al blijft Burton wel trouw aan de stijl van toen. Er wordt spaarzaam gebruik gemaakt van computereffecten: Burton en zijn designteam kozen bewust voor inzet van ouderwets, analoog handwerk. Dat Burtons gothic fantasiewerelden er weinig gelikt uitzien, compleet met schokkerige stop-motion sequenties, is precies wat deze sequel charmant en aanstekelijk maakt.