Sundance 2022, blog 1
Zwart en wit
Wilfred Okiche doet verslag van Sundance 2022 en zag de gruwelhorror van Speak No Evil, waarvan de tweede helft zich in Nederland afspeelt. Voor wanneer de film in Nederland uitkomt – hij is aangekocht door September Film en verschijnt ergens in 2022 – een waarschuwing aan de kijker: dit is geen makkelijke zit.
Het kan toeval zijn, maar het lijkt er op dat aardig wat films die te zien zijn op Sundance de staat van de gemeenschap willen reflecteren waaruit de filmmakers afkomstig zijn. Als kunst een weerspiegeling van z’n tijd is, lijken de films op Sundance zich deze editie zeer bewust van die verantwoordelijkheid.
Genrecinema heeft zich de laatste jaren bewezen als een perfect medium voor een tijdsgewricht als dit. Een aantal breakout-films heeft het horrorformat gebruikt om een ground zero te creëren voor artistieke beschouwingen op machtsdynamiek, sociale rechtvaardigheid en raciale ongelijkheid, om er een paar te noemen. De resultaten varieerden van mild ongemakkelijke tot achteloos wrede films. Het moet wel gezegd worden dat zelfs als deze films niet helemaal gelukt waren, ze toch fascinerend bleven en in staat bleken voor het horrorgenre en zelfs cinema in het algemeen een spannende nieuwe koers uit te zetten. Variërend van opvallende debuten van beginnende filmmakers tot ervaren makers op hun creatieve hoogtepunt.
In Mariama Diallo’s bedachtzame en betrokken Master bijvoorbeeld krijgt Regina Hall – die eerder een opvallende maar vervangbare speler was in de Scary Movie-serie, een reeks tamelijk flauwe horrorparodieën – heel wat serieuzere verantwoordelijkheden in een film die de horror veel ernstiger inzet.
Hall speelt Gail Bishop, een hoogleraar in een fictief maar gerenommeerd onderwijsinstituut in New England. Ze is de eerste zwarte vrouw die als Master wordt aangesteld in de prestigieuze instelling, waar verder vrijwel iedereen wit is. De term ‘master’ heeft natuurlijk problematische raciale connotaties – zie de slavernij – zeker in een land waar het spook van het racisme nog lang niet verdwenen is. Het is dus geen verrassing dat de titel van de film die dubbele betekenis heeft.
Als Master van het college is Bishop niet immuun voor de institutionele dynamiek die ervoor zorgt dat mensen met een bepaalde achtergrond niet tot bloei kunnen komen. En dus, scène voor scène, wordt Master opgezet als een eindeloze serie agressieve ontmoetingen – micro en macro – waar Bishop en elke ander zwarte vrouw in het college doorheen moeten waden.
In dat opzicht lijkt Master een beetje op Nikyatu Jusu’s prachtig uitgelichte Nanny, een ander debuut dat focust op de niet-aflatende psychologische aanvallen die vrouwen van kleur in het Westen te verduren hebben. De setting is wel anders: van de eerbiedwaardige hallen en gangen van Master gaan we in Nanny naar de luxe privileges van New Yorks Upper East Side. Maar de trauma’s blijven.
De talentvolle Anna Diop (Titans, sinds 2018) speelt Aisha, een immigrant zonder papieren die een baantje vindt als kindermeisje bij een getroebleerd wit echtpaar dat weinig tijd heeft voor hun kind. Aisha maakt overuren om genoeg geld te verdienen om haar zoon uit Senegal over te laten komen. Maar zelfs een doorzetter als zij ontkomt niet aan de voortdurende vernederingen van het onderworpen zijn aan de ‘white gaze’.
Helaas vertrouwt Jusu onvoldoende op de dramatische kracht van haar fascinerende premisse en introduceert ze niet één maar twee figuren uit de West-Afrikaanse folklore: de mami water, een verleidelijke zeemeermin, en Anansi de spin, een onruststoker.
Uiteindelijk blijkt haar film geen effectieve manier te vinden om het bovennatuurlijke samen te brengen met de problemen die in de echte wereld spelen voor Aisha – van moederschap tot overleven – en aan het eind van de film heb je de indruk dat Jusu, zoals ze hier in de VS zeggen, veel meer heeft afgebeten dan ze kan kauwen.
Zowel Master als Nanny zitten in de ‘US Dramatic Competition’, maar ze zouden net zo makkelijk in het Midnight-programma passen, waar het hoogtepunt dit jaar zonder enige twijfel het wezenloos sadistische Speak No Evil is van de Deen Christian Tafdrup. Tafdrups film bouwt op de angst voor vreemdelingen en misschien ook de angst voor het onbekende, door een Deens gezin met vader, moeder en kind in een reeks vervelende situaties te manoeuvreren, variërend van mild beledigend tot intens verontrustend.
Terwijl ze op vakantie zijn in Italië raakt een Deens gezin vanuit gedeelde interesses bevriend met een Nederlands gezin. Niet lang daarna besluiten ze hun nieuwe vrienden op te zoeken in hun charmante huis op het Nederlandse platteland maar daar aangekomen beseffen ze al snel dat die vrienden anders zijn dan ze zch voordeden.
Voordat Tafdrup arriveert bij de brute climax die leent van de vervelende horror van films als Funny Games (1997) en Wolf Creek (2005), voert hij de spanning en de angst op door de grenzen van de beleefdheid af te tasten, kijkend wat mensen allemaal accepteren omdat ze vriendelijk willen lijken voor onbekenden in hun dagelijkse handelen.
Het slimme van Speak No Evil zit in de manier waarop de film de banaliteiten van het leven van alledag en de westerse obsessie met waardig overkomen gebruikt als munitie voor de ultieme hellscape. Tafdrups steeds ongemakkelijker en confronterender scenario confronteert z’n personages met allerlei agressie die elk normaal mens zouden moeten doen omkeren en vluchten, maar die bij nadere beschouwing eigenlijk heel begrijpelijk zijn. Van de drie genoemde films geeft Speak No Evil de minste uitleg bij de gebeurtenissen en hij lijkt te genieten van z’n eigen provocaties.
Omdat dit Sundance is, is de geest van horrorklassieker Get Out, die hier in 2017 in première ging, sterk aanwezig bij de ontvangst van deze drie films. Dat is niet verrassend, want Jordan Peele’s mix van horror-tropes met goed getimed sociaal commentaar is zo’n beetje de standaard geworden voor dit type filmmaken. Master, Nanny en Speak no Evil zijn geen copycats: ze geven elk voor zich een eigen draai aan het kompas en laten zien dat het horrorgenre doorgaat met evolueren.
Best een spannende tijd.
ENGLISH VERSION
Sundance 2022 Blog 1
Black and White
It may be coincidence, but it would seem that a healthy bunch of the films presented at this year’s Sundance film festival are keen on mirroring the state of the communities that the filmmakers exist in. If art is to be a reflection of the times, then the films at Sundance this year appear to be the alive to this responsibility.
Genre cinema has proven to be the perfect medium for such a moment as this as a couple of early breakouts have adopted the horror format as ground zero for artistic interrogations on power dynamics, social justice and racial inequality to mention but a few. The results have varied from the mildly uncomfortable to the casually cruel. One thing is to be said though, and it is that even when these films falter, they remain fascinating and are able to point to several exciting directions both for the horror genre and for cinema in general.
From a series of striking debuts by promising first time filmmakers to returning directors ostensibly hitting their stride, it feels exciting to happen upon exciting new voices with a number of things to say.
In Mariama Diallo’s thoughtfully engaging Master for instance, Regina Hall who used to be a visible but perhaps expendable player in the Scary Movie series, a silly comic spoof of horror films is presented with more weighty responsibilities in a film that takes its horror interests more seriously.
Hall plays Gail Bishop, a professor in a fictional New England higher institution who is the first Black woman to be appointed master of the prestigious college, one that remains overwhelmingly white everywhere else. The term, master, in itself has troubling racial connotations, particularly in a country still haunted by the specter of racism. So, it is no surprise therefore that the title for Diallo’s film works as double entendre, related to the film’s thematic concerns.
As college master, Bishop is not immune to the institutional dynamics at play that ensure that people from a certain background are not able to thrive. And so, scene for scene, Master is set up as an unending series of aggressions- micro and micro- that Bishop and every other Black woman at the college has to wade through.
In this regard, Master bears some similarity with Nikyatu Jusu’s superbly lit Nanny, another debut feature length interested in psychological assaults relentlessly heaped on women of color living in the western word. The setting moves from the hallowed institutional walls of Master to the luxe privilege of New York’s upper east side, but the trauma is the same. Or at least similar.
The talented Anna Diop (Titans) plays Aisha, an undocumented immigrant who lands a job working as a nanny to a troubled white couple who have little time to spare for their kid. Aisha works overtime to earn enough money to bring her son over from Senegal but even an earnest worker like her cannot escape the constant indignities of being dependent on the white gaze.
Not trusting enough in the dramatic stakes of her genuinely engaging premise, Jusu introduces not one but two prominent characters in West African folklore, the mami water; a seductive mermaid figure and Anansi the spider; a mischief maker. Ultimately her film has no way of conclusively tying the supernatural with the other real-world concerns- from the maternal to the economic- troubling Aisha and by the end, feels like Jusu has bitten of more than she can chew.
Both Master and Nanny are competing in the US dramatic competition, but they could easily find space in the festival’s noted Midnight section where the highlight this time, has to be Danish filmmaker Christian Tafdrup’s senselessly sadistic Speak no Evil.
Tafdrup’s film exploits the fear of strangers and perhaps the unknown, by putting a Danish family of three in a series of unpleasant situations ranging from the mildly offensive to the deeply disturbing. While vacationing in Italy, the Danish family led by dad Bjorn (Morten Burian) become friendly with another Dutch family, bonding over similar interests. Shortly after, they decide to visit their new friends in their charming home in the Dutch countryside and there they realize that their hosts are not quite what they assumed.
Before arriving at the brutal climax which borrows from unpleasant horrors like Funny Games and Wolf Creek, Tafdrup ratchets up the tension and the sense of dread by testing the limits of politeness, poking at how far people are willing to go to be nice to strangers in daily interactions.
The brilliance of Speak no Evil lies in how it uses the banalities of routine living and the western world’s obsession with appearing dignified at all costs as fodder for creating the film’s ultimate hellscape. Tafdrup’s increasingly uncomfortable screenplay comes up with several aggressions that on one hand should make any sensible person turn and run but on closer introspection, seem perfectly understandable. Of the three films, it offers the least explanations for any of the plot devices and appears to revel in provocations just for the fun of it.
Because this is Sundance, the ghost of the horror classic Get Out which premiered at the festival in 2017 looms large across the reception of each of these films. No surprise, as Jordan Peele’s righteous mix of horror tropes with timely social commentary has come to be held up as the standard for this kind of filmmaking. Master, Nanny and Speak no Evil beyond being mere copycats, shift the needle in their separate ways, proving that the horror genre is still capable of evolving.
Pretty exciting times.