Speak No Evil
Vriendelijke polderhel
In de voortreffelijke horrorfilm Speak No Evil raken een Deens en Nederlands echtpaar op vakantie met elkaar bevriend. Als ze elkaar later opnieuw treffen, slaat de sfeer op gruwelijke wijze om.
Maak nooit vrienden op vakantie. Als mijn woorden u niet overtuigen, dan doet de psychologische horrorfilm Speak No Evil (Gæsterne) dat wel. En dat terwijl het eerst allemaal zo gezellig lijkt tussen het Deense echtpaar Bjørn (Morten Burian) en Louise (Sidsel Siem Koch) en hun nieuwe Nederlandse vrienden Patrick (Fedja van Huêt) en Karin (Karina Smulders). Ze zijn samen op vakantie in een idyllisch Italiaans plaatsje en bij hun eerste kennismaking klikt het meteen.
Vooral voor de ingedutte Bjørn komt die vriendschap als een zegen. De film zet hem effectief neer als een man die vastzit in een patroon van sleur en regelmaat. Zo’n typische man die ‘van alle soorten muziek houdt’, oftewel: iemand waarvan je weet dat het lichtje achter de ogen al geruime tijd op de sluimerstand staat. Patrick is daartegen juist zijn tegenbeeld, een sociaal vaardige, afgetrainde man die schijt heeft aan conventies. Niet zo vreemd dus dat Bjørn zich tot hem aangetrokken voelt. Als Patrick en Karin hem en zijn vrouw uitnodigen voor een weekendje bij hen thuis, is er dan ook geen enkele reden tot argwaan.
Maar eenmaal in Nederland aangekomen, stapelen de eigenaardigheden zich op. Patrick staat erop dat de vegetarische Louise wild zwijn eet, hij heeft gelogen over zijn werk, en Karin bemoeit zich ineens met de opvoeding van hun dochter. En hoe zit het eigenlijk met de zoon van Patrick en Karin, die nooit een woord uitkraamt?
Het lijken slechts kleine sociale ongemakkelijkheden, voorbeelden van de typisch Nederlandse botheid – afgewisseld met gevulde koek, stamppot en Trijntje Oosterhuis. Bjørn en Louise blijven daardoor voortdurend extréém beleefd. Wanneer ze doorhebben dat er achter die façade van sociaal ongemak iets veel engers schuilt, is het allang te laat. Hun eindeloze beleefdheid blijkt het toegangskaartje tot de hel.
Speak No Evil kan daarmee gelezen worden als een perverse kruising tussen Borgman (2013), Funny Games (1997) en het grimmigste werk van Lars von Trier. Regisseur Christian Tafdrup wilde naar eigen zeggen kijken hoever hij kon gaan in het uittesten van zijn publiek en slaagt ‘glansrijk’ in die missie (de film bevat zonder twijfel de gruwelijkste horrorscène sinds het ‘open autoraam’ in Hereditary). Hoewel Speak No Evil begint als heerlijk vileine zwarte komedie, ontvouwt de film zich gaandeweg steeds meer als een psychologische helletocht, waarbij een duister spel wordt gespeeld met personages én kijker. Het acteurskwartet speelt het voortreffelijk uit, waarbij vooral Van Huêt zijn meest sardonische kant mag omarmen.
Speak No Evil nestelt zich als een duivelse teek onder de huid om allerlei narigheid te verspreiden. Eenmaal gebeten is er geen ontsnappen meer aan.