Het nieuwe kijken #112

Heerlijk haten

Saltburn

Ebele Wybenga over wat hem opvalt op het kruisvlak van cinema en beeldcultuur.

Is een film geslaagd als iedereen erover praat? Dat is de vraag waarmee ik ben blijven zitten na het zien van Saltburn.

Rond Kerst vorig jaar stroomde deze ranzige komedie met horrorrandjes de huiskamers in via Prime Video. Uit de online ophef die vervolgens losbarstte, valt alvast één conclusie te trekken: deze film kun je heerlijk haten. The Evening Standard karakteriseerde de film als ‘Brideshead Revisited voor het TikTok-tijdperk’ en The New York Times kwam met de kwalificatie ‘vibes-based entertainment’. Beide beschrijvingen suggereren dat je niet moet willen zoeken naar het punt dat de film wil maken, of je iets moet aantrekken van de causale absurditeit en ongeloofwaardige menselijke interacties. Want op het moment dat je dat wel probeert word je gek.

Saltburn is als een medley van American Pie, Brideshead Revisited, Call Me by Your Name en The Talented Mr. Ripley. Iemand heeft geprobeerd mayonaise te maken met de hoofdingrediënten van deze films en is blijven zitten met een geschift goedje.

Regisseur Emerald Fennel ken je misschien als acteur, ze speelde de jonge Camilla Parker Bowles in The Crown. In Saltburn, haar tweede speelfilm, etaleert ze haar vertrouwdheid met de sociale codes, excentrieke stijlkeuzes en onhebbelijkheden van families die al generaties lang indrukwekkende buitenhuizen in hun bezit hebben. In een filmpje voor het tijdschrift Vanity Fair ontleedt ze de scènes waarin antiheld Oliver arriveert bij het landhuis van de familie van zijn studievriend Felix. Ze heeft extreme aandacht gestoken in het zo lekker mogelijk in beeld brengen van het aristocratische huis en het ultra-geprivilegieerde personage Felix, gespeeld door Jacob Elordi. De camera likt het, net als zijn antagonist Oliver, allemaal op.

Er zitten een paar over-de-top walgelijke scènes in Saltburn die door hun plezierige schokeffect even de pijn verdoven van het kijken naar onvoorstelbare leegte. Als er iets van een boodschap spreekt uit deze film, door Fennel voorgespiegeld als een satire, is dat vooral adoratie voor de Britse bovenklasse en hun manier van leven. Bestudeerde achteloosheid is bijna een gebod, het hoogst haalbare. In Saltburn houdt één familie om volkomen onduidelijke redenen de hekken niet gesloten voor een bedrieglijke indringer uit de middenklasse. De gevolgen zijn catastrofaal.

Achteloos kunnen omgaan met je privileges is een statussymbool maar ook een serieuze achilleshiel, lijkt Fennel te willen zeggen – ‘maar ga er vooral mee door, want het is zo sexy’.

Geschreven door Ebele Wybenga