Het nieuwe kijken #122

In de schaduw van Riefenstahl

Olympia

Ebele Wybenga over wat hem opvalt op het kruisvlak van cinema en beeldcultuur.

In de autobiografie van Edgar Reitz, de regisseur van de Heimat-cyclus, kwam ik een ijzingwekkend verhaal tegen.

In de jaren vijftig besloot Reitz, filosofiestudent in München, om filmmaker te worden. Een officiële filmopleiding was er niet, werk was er nauwelijks, de stad lag nog in puin. Hij vond een leermeester in een mentaal kwetsbare man van in de vijftig, Willy Zielke. Reitz werd zijn assistent bij het draaien van een artistieke bedrijfsfilm, Aluminium – Porträt eines Metalls (1959), betaald door de Duitse metaalindustrie.

Samen reisden de twee van de ene naar de andere Duitse industriële onderneming in de tijd dat het Wirtschaftswunder op stoom begon te komen. Het doel was om de wonderbaarlijke eigenschappen van het metaal aluminium op een kunstzinnige manier in beeld te brengen, eigenlijk net zoals Bert Haanstra deed met Glas (1958). In de jaren twintig was Zielke doorgebroken als fotograaf, met abstracte stillevens van glazen objecten, portretten en naakten. Zijn foto’s, passend bij de nieuwezakelijkheidstroming, hebben nog altijd museale waarde. De industriepropaganda in opdracht – tegenwoordig zouden we het branded content noemen – benaderde hij met hetzelfde kunstenaarsoog.

Reitz beschrijft in zijn memoires Filmzeit, Lebenszeit: Erinnerungen (2022) hoe lastig het was om met de veeleisende Zielke te werken, maar ook hoeveel hij aan zijn voorbeeld te danken heeft. Zielke was een getraumatiseerd man. In de jaren dertig werkte hij aan een kunstzinnige jubileumfilm voor de Duitse spoorwegen. Zielke, die een blauwe maandag voor spoorwegingenieur gestudeerd had, kreeg voor deze opdracht een eigen trein tot zijn beschikking, voor de pr alvast beschilderd met de titel van de film: Das Stahltier. Nadat hij in zijn contract volledige artistieke vrijheid had bedongen, ging Zielke los.

Het resultaat, vol grafisch-abstracte effecten, was zijn fascistische opdrachtgevers véél te avant-gardistisch. Propagandaminister Goebbels verbood de vertoning. Zielke’s film had intussen wel de aandacht getrokken van naziregisseur Leni Riefenstahl. Ze liet hem de proloog filmen van haar tweeluik Olympia (1938), over de Olympische Spelen van 1936. Toen ze zag hoe goed het werd, eiste ze het volledige auteurschap op, wat Zielke een zenuwinzinking bezorgde.

Riefenstahl wendde haar naziconnecties aan om Zielke in een kliniek voor geesteszieken te laten verdwijnen, waar hij gedwongen gesteriliseerd werd. Na de oorlog was de bedrijfsfilm over aluminium zijn eerste kans om iets groots te maken onder zijn eigen naam. Zielke stierf, in tegenstelling tot Riefenstahl, straatarm en vergeten. Zijn zichtbaarste nalatenschap is het filmoeuvre van zijn leerling, Edgar Reitz.

Geschreven door Ebele Wybenga