Richard Jewell en de Hollywood-journalist

Tussen gewetenloze nieuwtjesjager en redder van het vrije woord

Richard Jewell

In Clint Eastwoods Richard Jewell verleidt een journaliste een FBI-agent in ruil voor informatie. Raar? Niet in Hollywoodfilms, want daarin verkopen vrouwelijke journalisten wel vaker hun lichaam voor een goed verhaal. Van mannelijke journalisten bestaat een ander beeld: zij zijn óf cynische klootzakken óf helden die schandalen aan het licht brengen.

Familieleden en collega’s van de in 2001 op 42-jarige leeftijd overleden journalist Kathy Scruggs kregen een woedekoliek toen zij Clint Eastwoods nieuwste film Richard Jewell zagen. De op feiten gebaseerde film gaat over beveiliger Richard Jewell, die tijdens de Olympische Spelen in Atlanta in 1996 op een feestterrein een bom ontdekte. Door snel mensen weg te jagen voorkwam hij een grote ramp. Toen de bom ontplofte vielen één dode en ruim honderd gewonden, maar als Jewell niet had ingegrepen zouden het er veel meer zijn geweest.

Jewell kwam in de publiciteit als een held, maar een paar dagen na de bomaanslag begon de FBI de dertiger in het geheim als verdachte te zien. Was het niet vreemd dat hij weinig contact had met collega’s, nog bij zijn moeder woonde en een flinke wapencollectie had? Kathy Scruggs, misdaadjournalist bij de krant Atlanta Journal-Constitution, ving de geruchten over Jewell als verdachte op en ging op zoek naar bevestiging ervan. In de film wordt ze gespeeld door Olivia Wilde, en spreekt ze in een café af met een FBI-agent om hem seks aan te bieden in ruil voor informatie.

Erotische spanning
En toen waren de rapen gaar. Scruggs’ omgeving reageerde woedend op de scène, die de journaliste te kijk zet als iemand die bordeelpraktijken hanteert in haar vak. Zij eisten een disclaimer in de film, maar studio Warner Bros vond de bezwaren ‘ongegrond’. Ook Eastwood was zich van geen kwaad bewust en vroeg zich af waarom men zich niet verdiepte in het echte onderwerp van de film: de macht van de media om mensen te maken en te breken. Soms onbedoeld volgens hem: “De pers heeft soms haast omdat er zo’n sterke competitie is om als eerste iets te doen.” Wow, dat is nog eens eyeopener.

De verbazing van Warner en Eastwood over de commotie illustreert dat beiden blind zijn voor hoe de tijdgeest is veranderd. Het verleidingsscènetje in Richard Jewell zou vijf jaar geleden weinigen zijn opgevallen. De mensen die het wel opviel, zouden er moedeloos hun schouders over ophalen: zo gaat Hollywood nu eenmaal om met vrouwelijke journalisten.

Anders dan bij mannelijke hangt er rond vrouwelijke journalisten in films altijd een erotische spanning. Seks in ruil voor informatie is voor hen geen punt, sterker: het hoort bij hun werkmethode. Zo verleidt een journaliste in Thank You for Smoking (Jason Reitman, 2005) een tabakslobbyist, waarna ze de tussen de lakens aan haar toevertrouwde informatie over de tabaksindustrie openbaar maakt. Natuurlijk wordt ze er uiteindelijk voor gestraft. Alles voor een goed verhaal, vindt ook een vrouwelijke journalist in de serie House of Cards (2013-2018). Ze heeft er geen probleem mee “te zuigen, neuken en rukken aan alles wat los en vast zit om het verhaal binnen te halen”.

Hijgerige media
Dat bij het maken van Richard Jewell niemand dacht dat de seks-voor-informatie-scène verkeerd zou kunnen vallen in het #MeToo-tijdperk, zegt veel over ingesleten patronen in Hollywood. Pas als een film struikelt, dringen veranderingen door. En gestruikeld is Richard Jewell, want de aanvankelijke Oscar-buzz rond de film loste al snel in rook op. Daarbij speelde ongetwijfeld mee dat de film ook los van de controverse geen hoogvlieger is.

Met thema’s als de strijd van het nobele individu tegen corrupte instituties, zelfopoffering en heldendom is Richard Jewell een typische Eastwood-film, maar door de bordkartonnen schurken en helden wordt het nergens een scherpe, geloofwaardige aanklacht tegen hijgerige media en doortrapte autoriteiten.

Opvallend is dat film precies de twee instituties op de korrel neemt die ook bij president Trump tot woedeaanvallen leiden – de FBI en de pers. De FBI probeert Jewell op slinkse wijze te laten bekennen dat hij de bom zelf heeft geplaatst. En Scruggs ruïneert met de publicatie van roddels en geruchten in haar krant het leven van Jewell. Trump zal er tevreden over zijn dat je na het zien van Richard Jewell een grondige hekel aan de FBI en de pers hebt.

Landverrraders
Met het beeld van journalisten als cynische en sluwe lieden die voor een scoop desnoods hun moeder ombrengen, staat Richard Jewell in een lange Hollywood-traditie die twee polen kent. Aan de ene kant staan films over de journalistiek als een ranzig beroep met gewetenloze journalisten, aan de andere kant films met journalisten als beschermers van de democratie. Het is het een of het ander, en nooit iets er tussenin – ofwel handenwrijvend mensen kapot schrijven, ofwel je elke dag vaandeldrager van het vrije woord voelen. Dat is ook wel te begrijpen, want films, en zeker Hollywoodfilms, hebben behoefte aan drama. Dat is volop te vinden in de twee journalistieke uitersten, maar een journalist die gewoon achter een computerscherm berichten zit te tikken levert geen drama op.

Die polen zijn trouwens geen verzinsels, maar geworteld in de werkelijkheid. Denk aan de Britse tabloids, die recent weer lieten zien waartoe zij in staat zijn door de Britse prins Harry en zijn vrouw Meghan tot landverraders te verklaren. Eerder bewezen zij hun kracht met de leugencampagne over het Brexit-referendum. Ethiek doet er niet toe, alles voor de verkoopcijfers. De invloed van deze schandaal-, sensatie- of riooljournalistiek is enorm. Ook op het beeld en imago van de journalistiek.

Hollywood maakt al sinds mensenheugenis films over deze ranzige kant van de journalistiek. Het beroemdste voorbeeld is Orson Welles’ meesterwerk Citizen Kane (1941), over een naar Howard Hughes gemodelleerde krantenmagnaat die als journalistiek credo heeft: “Als de kop groot genoeg is, maakt dat ook het nieuws groot genoeg.” Zijn doel is om de lezers te laten denken “wat ik ze vertel te denken”.

Er zijn meer angstaanjagende films over duistere journalistieke praktijken. Zoals het geweldige Ace in the Hole (Billy Wilder, 1951), waarin een journalist, prachtig neergezet door de recent overleden Kirk Douglas, een in een grot beknelde man zo lang mogelijk wil laten zitten om het drama dagenlang uit te melken in zijn sensatieartikelen. Ook ijzersterk: Nightcrawler (Dan Gilroy, 2014), waarin een freelance videojournalist beelden van ongelukken en misdaden aan een tv-station verkoopt. Hoe gruwelijker, hoe betere kijkcijfers, hoe hoger de verdiensten. De videojournalist wil het lot graag een handje helpen.

Waakhonden
Naast films over de duistere, ranzige kant van de journalistiek is er een even lange traditie rond journalisten als helden. Oorlogsjournalisten vormen daarbij een aparte categorie, die we hier buiten beschouwing laten. We hebben het over journalisten die politieke en andere schandalen onthullen. Hét klassieke voorbeeld is All the Presidents’ Men (Alan J. Pakula, 1976), waarin journalisten Carl Bernstein en Bob Woodward van The Washington Post de betrokkenheid van president Nixon bij een politieke inbraak in het hoofdkwartier van de Democratische Partij op het spoor komen. De eruit voortvloeiende Watergate-affaire leidde tot Nixons aftreden.

Dat Steven Spielberg drie jaar geleden met The Post ook een journalistiek heldenverhaal vertelde over The Washington Post uit die tijd, zal geen toeval zijn. Trump was net aan het bewind en twitterde zich suf over de media als vijanden van het volk. The Post laat zien hoe Washington Post-eigenaar Kay Graham in 1971 de moed had om ondanks juridische dreigementen van Nixon te publiceren over de Pentagon Papers, een vernietigend rapport over de Vietnamoorlog. Maar er zijn ook journalistieke heldenfilms over niet-politieke schandalen, zoals Spotlight (Tom McCarthy, 2015), over de onthullingen in The Boston Globe over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk.

Dat heroïsche journalistenfilms altijd over onderzoeksjournalistiek gaan, is begrijpelijk, want zulke films leveren spannend drama op. Deze journalisten tikken geen saaie stukjes, maar hebben zenuwslopende afspraken die tot grote onthullingen leiden. Als waakhonden van de democratie hijgen zij in de nek van autoriteiten. Zij zijn het reinigend vermogen van de samenleving. Zonder hen wordt de democratie snel een lege huls. Wie aan de persvrijheid morrelt… enfin, iedereen die verder kijkt dan Nederland weet waartoe dat leidt.

Dat we bij een vrije pers ook gratis riooljournalistiek krijgen, is onvermijdelijk. Geen persvrijheid zonder het akelige ongemak van ranzigheid dat het etiket journalistiek niet verdient. Zolang over beide uitersten nog films kunnen worden gemaakt, mogen we ons gelukkig prijzen.