Ema
Het huwelijk is dood, leve het huwelijk
In het sublieme Ema houdt Pablo Larraín hardnekkige ideeën over seks en monogamie tegen het licht. Intussen deint de reggaeton.
Alles in Ema dient het perspectief van het titelpersonage, gespeeld door Mariana Di Girolamo. Met hoekige tred loopt de iele danseres door de felgekleurd uitgelichte straten van het Chileense Valparaiso. De muziek van elektro-componist Nicolas Jaar vloeit voort en begeleidt haar, de camera beschouwt haar in lange takes. Ema vecht ervoor om moeder te zijn en te blijven, maar niet op een clichématige, rammelende-eierstokkenmanier. Ze spuwt vuur en ze spuit water. Haar vriendinnen zijn haar wraakgodinnen. De hele film lang is ze onderweg. Zij denkt en wij, de toeschouwers, vullen in wat ze zou denken. Wij projecteren onze verlangens op haar rattengezichtje, net als andere personages in de film. Maar zij heeft haar eigen agenda.
De Chileense regisseur Pablo Larraín toonde zich al een meester in het doseren, timen en sturen van zijn publiek in zijn recentste films Neruda (2016), over dichter Pablo Neruda, en Jackie (2016), over Jackie Kennedy in de dagen na de moord op JFK. Ema past in deze reeks films die herinneringen, perspectief en receptie onderzoeken. Gevoelig en subtiel legt Larraín de algemeen geaccepteerde, maar o zo verkrampte ideeën over liefde, seks, vruchtbaarheid en moederschap bloot. Larraín vindt relaties opnieuw uit. Het huwelijk is dood, leve het huwelijk.
Nadat in Larraíns Tony Manero (2008) de disco centraal stond, en in Post mortem (2010) de burlesque een rol speelde, bedient de regisseur zich voor Ema van de reggaeton. In die dans echoot de verhaallijn. Reggaeton is aanvankelijk vastgezet in een mal van moderne dans: het is bedacht, gekunsteld, heeft zijn ziel verloren. Die ziel is namelijk lekker geil en met draaiende heupen. Op den duur verplaatst de dans zich van het repetitielokaal naar de buitenlucht, terug naar zijn natuurlijke habitat. Op de achtergrond zien we straten, zee en andere landschappen. “Reggaeton maakt van vrouwen lustobjecten en van mannen bedriegers”, beklaagt choreograaf Gastón (Gael García Bernal) zich. “Het is of je een orgasme danst”, brengt zijn vriendin en hoofddanseres Ema daar tegenin. Wat is daar op tegen?
Opvallend is dat Larraín zich inleeft in de vrouwelijke beleving, terwijl reggaetonvideoclips er bij uitstek een male gaze op nahouden. In een geweldige nachtclubscène danst een groep vrouwen met blote borsten. Mannen zijn er niet. Ema is omringd door een roedel vriendinnen. Ze zijn uitdagend, sensueel. Ze dragen baggy broeken, hun haar is blauwgeverfd of opgeschoren. Jazeker, het is sexy, maar dat is voor hun eigen plezier.