Kostuumontwerp

Ook witte sportsokken vertellen een verhaal

Edward Scissorhands

Van Elton Johns hysterische paillettenpakken in Rocketman tot de historische twinsets van de presidentsvrouw in Jackie: achter elke film en z’n maker staat een kostuumontwerper. Wat voegen kostuums toe aan een verhaal en hoe onderscheidt de kostuum-ontwerper zich van collega’s in de mode?

Dat Arthur Fleck in Joker (Todd Phillips, 2019) witte sportsokken draagt is geen toeval. Zo schetst de film meteen het beeld van een tragische figuur die in een mottig flatje bij zijn overbezorgde moeder woont. Fleck is een man die in de hoek gezet is, getreiterd wordt en ongezien blijft – op goede dagen.

Kostuumontwerper Mark Bridges, die Oscars won voor zijn werk in Phantom Thread (2018) en The Artist (2014), koos bewust voor die uitverkoopsokken, die later ook nog door Fleck als Joker worden gedragen. Deze vullen Flecks eerdere, verwassen kringloopkleren van goedkoop ogende stoffen als polyester en acryl stilistisch aan. Wie er een beetje op let kan in vrijwel iedere film zien hoe kostuumontwerp een wezenlijk onderdeel is van het creatieve productieproces.

Grasduinen in kostuumdepots
Een kostuumontwerper is in principe verantwoordelijk voor alle kostuums. Zij of hij kleedt de hoofdrolspelers, maar ook figuranten die soms slechts een fractie van een seconde in beeld komen. Ga er maar aan staan. Waar te beginnen? Kledingstukken kunnen eigenhandig ontworpen en from scratch gemaakt worden. De productie wordt dan vaak neergelegd bij vakkundige coupeurs. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Kostuums kunnen ook gehaald worden uit een van de vele kledingdepots die Hollywood rijk is. Gedurende de filmgeschiedenis hebben grote studio’s als Paramount en Universal en kostuumleveranciers als Western Costume Company een aanzienlijk archief opgebouwd waarin kostuumontwerpers en stylisten kunnen grasduinen. Van prehistorische vellen en zeventiende-eeuwse jurken tot roaring sixties-tenues en spacekleding – you name it, they have it. Maar kostuumontwerpers halen beslist hun neus niet op voor kleren uit de kringloopwinkel, stukken uit eigen kast of uit die van de buurman. Als het maar strookt met de visie van de regisseur.

Het kan gebeuren dat een door een kostuumontwerper ontworpen stuk na gebruik ook weer in de rekken van die kledingdepots belandt. Een figurant kan er in een toekomstige productie weer in schitteren. Andere, uitzonderlijke stukken worden per veiling verkocht aan de hoogste bieder. Het Superman-pak dat Christopher Reeve in de eerste twee films droeg, leverde bijvoorbeeld 210.000 dollar op. Edward Scissorhands markante tenue ‘deed’ 105.000 dollar. Niet ieder kostuum gaat trouwens glansrijk de geschiedenis in: sommige stukken verdwijnen in een anonieme kast en worden nooit meer gezien.

Essentieel radertje
Zodra de filmmaker met het scenario op de proppen komt, gaat ook de kostuumontwerper ermee aan de slag. Wat biedt het plot, waar en wanneer speelt het zich af? Welke scènes zijn cruciaal, wat zijn de camerastandpunten en hoe zit het met de lichtval, geplande special effects en eventuele 3D-vertoning?

Als deze vragen beantwoord zijn, duikt de kostuumontwerper in het stoffenaanbod en worden de eerste schetsen op papier gezet. Stofkeuze en structuur zijn belangrijk. Glanzende zijde, fijn gebreide wol of futuristisch neopreen: alles heeft een eigen effect door de lens van de camera. Hetzelfde geldt voor het ‘volume’. Hoe ziet het uiteindelijke stuk eruit als het in beweging is? Komt de boodschap vanuit elke hoek over? En, van essentieel belang, helpt het de acteur(s) in kwestie om makkelijk in de huid van een ander te kruipen?

De ontwikkeling die een personage doormaakt kan door specifieke kledij onderstreept worden. Daarin onderscheidt de kostuumontwerper zich trouwens van een modeontwerper. De kostuumontwerper is een teamspeler, een essentieel radertje in het filmproces, ten dienste van de visie van de filmmaker. In samenspraak probeert de ontwerper het plot te visualiseren: het in een specifieke tijd en op een specifieke plek te plaatsen en een sfeer neer te zetten die past bij de stijl van de film en bij het karakter van de personages.

Jackie

Een mooi voorbeeld is Nathalie Portman als Jackie Kennedy in Jackie (Pablo Larraín, 2016), die haar volgt in de dagen rondom de moord op John F. Kennedy. Kostuumontwerper Madeline Fontaine (Yves Saint Laurent, 2014; Amélie, 2001) liet zich inspireren door het iconische roze bouclé setje van Chanel dat Jackie droeg op die fatale dag in 1963. Ze kopieerde het pakje niet een-op-een, maar paste het aan op cameravoering, beoogde sfeer, lichtval én het lichaam van de hoofdrolspeelster. Het maakte de transformatie van actrice naar presidentsvrouw compleet. Portman draagt in het drama slechts enkele kledingcombinaties, maar elk pakje is zo knap gemaakt dat het bijna een personage op zich vormt.

Feloranje duivelspak
Ooit stonden kostuumontwerpers, net als de meeste regisseurs en acteurs, gewoon op de loonlijst van een filmstudio. Daar werden kilometers gemaakt. Misschien wel de belangrijkste uit haar vak is Edith Head (1897–1981) die in 1923 haar loopbaan startte bij Paramount, later overstapte naar Universal en die tot aan haar dood doorwerkte. Head heeft honderden film- en televisiecredits op haar naam staan, van Roman Holiday (William Wyler, 1953) en Butch Cassidy and the Sundance Kid (George Roy Hill, 1969) tot Vertigo (Alfred Hitchcock, 1958) en The Man Who Knew Too Much (Hitchcock, 1956). Ze werd 35 keer genomineerd voor een Oscar en won er maar liefst acht. Deels in de periode dat Oscars nog verdeeld werden over zwart-witfilms en films in kleur. Zo’n uitzonderlijk cv krijgt geen mens meer opgebouwd.

Toch wordt er genoeg geproduceerd om nu als kostuumontwerper te kunnen schitteren. Zeker als het gaat om eigenzinnige benaderingen van kostuumfilms, zoals Sandy Powell (o.a. Carol, Todd Haynes, 2015), onlangs aantoonde met haar beeldige kostuums in The Favourite (Yorgos Lanthimos, 2018). Een film over de perikelen aan het hof van Queen Anne in de achttiende eeuw. Powell ontdekte dat er nauwelijks originele kostuums uit die periode bewaard zijn gebleven. Wat ze wel aantrof, bleek uitgewoond en te droevig van kleur. Dus ontwierp en produceerde ze stukken in de historische Queen Anne-stijl, maar met een rock & roll-twist, bijvoorbeeld door het gebruik van diepzwart glanzende stoffen, aangevuld met contrasterende helwit kanten ruches en kragen. Het leverde haar een Oscar op.

Ook opvallend is het werk van kostuumontwerper Julian Day, die helemaal los ging op de hysterische podiumoutfits die Taron Egerton in Rocketman (Dexter Fletcher, 2019) draagt als Elton John. De tenues van de Britse zanger wáren natuurlijk al over the top, maar in deze biopic mochten de kostuums expliciet meer vertellen over de gemoedstoestand van de protagonist. Zo ontwierp Day het zogenaamde duivelspak: feloranje, propvol veren en pailletten all over. Het pak verbeeldt een duistere periode uit Elton Johns leven. Hij moest afkicken, gedroeg zich als een klootzak, maar smachtte tegelijkertijd naar echte liefde. Zodoende verwerkte Day vuur- en duivelselementen als hoorns in het tenue, naast hartvormige vleugels en een hartvormige bril. Het pak vertelt zo al heel veel over hoe Elton John zich in die periode voelde.

Uit je kruis scheuren
Naast de echte ontwerpkunstenaars werken er natuurlijk ook veel vakgenoten die wat design betreft niet uit hun dak kunnen gaan. Denk aan actiefilms, waarin naast de look ook functionaliteit van groot belang is. Niemand wordt blij als er bij elke take een kruis inscheurt van een vechtende acteur. Of wat te denken van kostuumontwerpers die werken aan eigentijdse gezinsdrama’s of romantische komedies; het gros van deze titels gaat immers over personages die volstrekt normale kleren dragen. Je kunt zeggen dat er weinig eer aan valt te behalen, maar in die laatste gevallen is het vaak een verdienste als kostuums níet in het oog springen, zoals in kitchen sink drama’s. Geloofwaardigheid is dan juist de crux.

Zo stond kostuumontwerpster Sarah Edwards voor de mammoetklus om zo’n driehonderd elitaire feestgangers te kleden in de heist-film Ocean’s 8 (Gary Ross, 2018). Deze groep bezocht het chique bal waar de hoofdrolspelers hun roof plegen. Geen mens zou het geloven als deze elitaire gasten hun H&M-setjes voor deze gelegenheid uit de kast getrokken hadden. Haute couture moest het zijn! Gelukkig kon Edwards leunen op de bekendheid van de acteurs: modehuizen stonden te trappelen om de sterrencast én een hele zwik figuranten aan te kleden. Het kwam de geloofwaardigheid ten goede.

Als Arthur Fleck transformeert naar de Joker, een wraakzuchtige psychopaat die de spotlights opzoekt, begint ook zijn garderobe er anders uit te zien. Nu draagt hij opeens een paars pak met oranje gilet, die samen een agressief uitroepteken vormen. Dit pak is eigenzinnig en opvallend en, net als het hernieuwde personage, distressed: Fleck is diep gegriefd en de stoffen die hij draagt zijn moedwillig toegetakeld. Alleen zijn sportsokken steken nog onder het pak uit, als echo van zijn verleden als pechvogel. Ziedaar: een gelaagde schurk met een geschiedenis.