De beste films van 2021
Wat waren de beste films van 2021 volgens de medewerkers van de Filmkrant?
Lees ook onze terugblik op filmjaar 2021 en het jaaroverzicht van de rubriek Filmsterren.
Top 10
1. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
2. The French Dispatch (Wes Anderson)
3. Titane (Julia Ducournau)
4. Petite maman (Céline Sciamma)
5. Druk (Thomas Vinterberg)
6. The Father (Florian Zeller)
7./8. Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
7./8. First Cow (Kelly Reichardt)
9. The Power of the Dog (Jane Campion)
10. Summer of Soul (Questlove)
Leo Bankersen
1. Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
2. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
3. Radiograph of a Family (Firouzeh Khosrovani)
4. Un monde (Laura Wandel)
5. The Power of the Dog (Jane Campion)
Pim van den Berg
1. The Father (Florian Zeller)
2. Bo Burnham: Inside (Bo Burnham)
3. Barb and Star Go to Vista Del Mar (Josh Greenbaum)
4. The Mitchells vs. the Machines (Michael Rianda & Jeff Rowe)
Ik bedoel, die scène met de furbies, kom op.
5. Nomadland (Chloé Zhao)
Basje Boer
1. Titane (Julia Ducournaux)
2. The French Dispatch (Wes Anderson)
3. The Power of the Dog (Jane Campion)
4. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
5. Malignant (James Wan)
Joost Broeren-Huitenga
Voor wie staat op orde en regelmaat, staat in de papieren krant mijn “echte” topvijf. Maar online is alles chaos, dus hier vijf double of zelfs triple bills om de lockdown mee door te komen.
1. The French Dispatch (Wes Anderson) en Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
Twee films opgebouwd als een proloog en drie delen die zeer van elkaar verschillen, en toch een coherent geheel vormen (echt wél, Anderson-criticasters). Door hun overdonderende gedetailleerdheid eindeloos herkijkbaar.
2. Titane (Julia Ducournau) en The Father (Florian Zeller) en Annette (Leos Carax)
Daddy issues in drievoud, met vaders die er een potje van maken en geen oog hebben voor hun dochters – respectievelijk verblind door liefde en gemis, verblind door dementie en hooghartigheid, en verblind door egoïsme en zelfhaat.
3. Petite fille (Sébastien Lifshitz) en Petite maman (Céline Sciamma)
Twee kleine verhalen over de band tussen moeder en dochter. De één is een observerende documentaire, de ander realistisch gefilmde fictie, maar beiden drijven op sprookjesachtige momenten van alledaagse magie en warme, empathische regie.
4. First Cow (Kelly Reichardt) en The Power of the Dog (Jane Campion)
Twee vrouwelijke filmmakers die tegen de machomythe van het Wilde Westen ingaan. Reichardt doet dat, als altijd, met geduld en zachtmoedigheid, maar bij Campion gaat de zweep erover.
5. Last Night in Soho (Edgar Wright) en Spencer (Pablo Larraín)
Twee opgejaagde vrouwen in op-en-top Britse settings, die door geestverschijningen met hun neus op de patriarchale feiten worden gedrukt, in films van makers die hun stilistische spierballen weer eens laten zien.
Jos van der Burg
Veel te weinig gezien dit jaar, zodat ik lang niet alle potentiële kandidaten voor een hoge klassering heb gezien. Mijn topvijf bevat de beste films die ik heb gezien dit jaar. In willekeurige volgorde.
1. The French Dispatch (Wes Anderson)
Collega Kees Driessen merkte eerder in de Filmkrant terecht op dat de Gouden Palm in Cannes voor deze film niet had misstaan. Hij kreeg hem niet, omdat veel critici en jury’s denken dat inventief en origineel vormgegeven films geen inhoud kunnen hebben. Een onuitroeibaar misverstand.
2. First Cow (Kelly Reichardt)
Met Clint Eastwoods Unforgiven leek de western in 1994 dood en begraven. Vijfentwintig jaar later blijkt het genre flexibel genoeg om nieuwe, tot nu toe verborgen gebleven verhalen over het Amerikaanse verleden te vertellen. De western kan weer voort.
3. State Funeral (Sergei Loznitsa)
Archieffilms ogen vaak als illustraties van kennis die je al hebt: leuk die beelden, maar ze geven geen nieuwe inzichten. Dat doen de briljant gemonteerde archiefbeelden van de pompeuze begrafenis van Stalin en de (verplichte) rouw om hem wel. Verbijsterend pathologisch beeld van de Sovjet-Unie.
4. Dear Comrades! (Andrej Kontsjalosvki)
Hoe het in werkelijkheid toeging in datzelfde arbeidersparadijs is te zien in dit historische drama over een in 1962 bruut neergeslagen arbeidersopstand. Een locale communistische apparatsjik valt in de ontluisterende zwart-witfilm hard van haar geloof in de heilstaat.
5. Petite maman (Céline Sciamma)
Dat Céline zich uitstekend in tieners kan inleven, wisten we van haar eerdere films. Maar ze blijkt zich ook uitstekend te kunnen verplaatsen in het hoofd van een kind, bij wie de fantasie op hol slaat door de verdrietige sfeer thuis na de dood van haar oma. Geen film met grootse statements, maar een aandoenlijke en subtiele blik op de kinderpsyche.
KEES Driessen
Ik ga het niet hebben over alle films die ik heel graag wilde zien maar nog niet zag. Sorry Nomadland, sorry Women Make Film en sorry Anne+ – jullie hebben in mijn persoonlijke geval, door geen enkele andere reden dan slechte planning en vergeetachtigheid op de verkeerde momenten, geen kans gekregen mee te dingen. Maar het leven is kort en schiet altijd tekort en we roeien met de riemen die we ons konden veroorloven en bij de deur hadden staan en daarom niet vergeten zijn mee te brengen. En dat brengt me bij mijn topvijf Nederlandse bioscoopreleases van 2021.
1. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
Het is een heel goede film, dat ten eerste. Beklemmend, spannend en inzichtelijk. Leerzaam en tegelijk meeslepend. Moeilijk en gemakkelijk kijken ineen. Maar zo’n goede film maken over zo’n belangrijk en zwaar onderwerp, daar past niet alleen bewondering, daar past dankbaarheid. Hoe meer tijd verstrijkt, hoe dominanter speelfilms worden in de publieke beoordeling van belangrijke historische gebeurtenissen. Zeker als Nederlanders (want wij gingen deze film niet maken) mogen we regisseur Jasmila Žbanić hiervoor op onze blote knieën danken.
2. The French Dispatch (Wes Anderson)
Het is Andersons meest Andersonne film. Wat de vraag oproept: is regisseur X’ meest X-se film ook altijd automatisch de beste? Ik denk het niet, maar bij stilistische giganten als Anderson, voor wie inhoud altijd al ondergeschikt was aan vorm, waarschijnlijk wel. Dit is overdaad als stijlvorm.
3. Titane (Julia Ducournau)
De eerste keer dat de film zag vond ik hem al heel goed. Maar ik was verrast, net als bijna iedereen, dat ‘ie de Gouden Palm won. Hij leek te onbeheerst, te chaotisch – ook vergeleken met de bescheidener, maar perfectere voorganger Raw. Maar inmiddels denk ik dat de film het gewicht van de Palm kan dragen. Chaos kan, net als overdaad, een kwaliteit zijn. En wat misschien nog wel het beste argument is: de film voelt heel erg van nu, dansend op de breuklijnen van moderne identiteitsdiscussies. Ik vind het niet ondenkbaar dat we over één of twee decennia terugkijken en concluderen dat de film een eigen kleine bijdrage heeft geleverd aan het slopen van de grenzen tussen de identiteitshokjes.
4. Last Night in Soho (Edgar Wright)
Toen de film begon dacht ik: ja, mooi, ziet er prachtig uit, maar toch is de vrouw weer de sexy verleider en de man de coole gast in pak. Waarna ik meteen dacht: oké, nu schiet ik een beetje door, het speelt natuurlijk ook in een bepaalde tijd, plus genoeg vrouwen houden van mooie jurken en filmsterren en van mannen in pak en vice versa en dit is gewoon zo’n soort film en ik houd ook van Rogers en Astaire en ik moet, oude man die ik ben, ook niet proberen woke te doen. Waarna Edgar Wright liet zien dat die schitterende sexy wereld die hij had geïntroduceerd precies was wat ik wantrouwde en vreesde: een patriarchale horror, met een gelaagdheid die gemakkelijk over het hoofd te zien is, omdat je die over het algemeen niet verwacht in a) genrefilms – want Wright gaat volledig horror – en b) überhaupt films die er zo gelikt uitzien.
5. Petrov’s Flu (Kirill Serebrennikov)
Ik heb het niet kapotgegoogled, maar zou dit de film kunnen zijn die het meest onderschat is dit jaar? Ik was en ben in ieder geval zwaar onder de indruk door de net of net niet volgbare koortsdroom van Serebrennikov (en niet alleen omdat het stilistisch zo’n sprong is van zijn vorige film Leto, die ook al zo goed was). Zonder cuts rollen we van de ene ruimte en het ene moment in het andere; waarbij betekenissen bij elkaar optellen tot iets dat ik niet per se helemaal kan volgen, maar dat me wel met geweld rukkend en sjorrend ergens anders heen sleurt in m’n eigen hoofd.
Mag ik nog even name-droppen met films die de lijst bijna – het scheelde zo weinig – haalden? Spike Lee’s David Byrne’s American Utopia was de beste concertfilm, Bad Luck Banging or Loony Porn de beste bioscoopfilm met hardcore seks, Lemohang Jeremiah Mosese’s This Is Not a Burial, It’s a Resurrection de film die het knapst de knarsende grens bewandelde tussen werkelijkheid en mythe en Pablo Larraíns Spencer, los van al het andere, de film met de mooiste poster van 2021. Oh, en Jim Taihuttu’s De Oost was zo niet de beste, dan toch in elk geval de belangrijkste Nederlandse film van het jaar.
Jan Pieter Ekker
1. Small Axe: Lovers Rock (Steve McQueen)
Officieel van vorig jaar, maar ik zag ’m afgelopen zomer in Eye.
2. Spencer (Pablo Larraín)
3. Druk (Thomas Vinterberg)
4. The French Dispatch (Wes Anderson)
En dan met name het eerste ‘artikel’, met Benicio Del Toro als gedetineerde kunstenaar en Léa Seydoux als zijn muze.
5. A man and a camera (Guido Hendrikx)
6. Beginning (Déa Kulumbegashvili)
Shady El-Hamus
1. Druk (Thomas Vinterberg)
2. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
3. Minari (Lee Isaac Chung)
4. A man and a camera (Guido Hendrikx)
5. Riders of Justice (Anders Thomas Jensen)
Hugo Emmerzael
1. State Funeral (Sergei Loznitsa)
Een monumentale film van een van de belangrijkste chroniqueurs van historische machtsverschuivingen in Rusland en omstreken.
2. Old (M. Night Shyamalan)
Hollywood-cinema op zijn best; mainstream én avant-garde, iconisch én vervreemdend.
3. Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
Extreem genereus filmessay dat barst van venijnige observaties en onvergetelijke filmische experimenten.
4. Petrov’s Flu (Kirill Serebrennikov)
Uitzinnige en ijlende cinema over de wilde dagen van post-sovjet Rusland. Een tour de force en triomftocht van de voorheen in huisarrest geplaatste regisseur Serebrennikov.
5. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
Overweldigende filmervaring van een meesterlijke regisseur, waarin een zwarte bladzijde van de Europese geschiedenis haarfijn uiteen wordt gezet.
6. Cry Macho (Clint Eastwood)
Eastwood legt Eastwood onder de loep. Need I say more?
7. The Last Duel (Ridley Scott)
Ambachtelijke mainstreamcinema van Scott: een historisch epos met kritische blik en brute kracht.
8. Berg (Joke Olthaar)
Pure, transcendentale cinema. Een film om voor eeuwig in te dwalen.
9. The Beatles: Get Back (Peter Jackson)
Een wapenfeit van de eindeloze aantrekkingskracht van cinéma vérité, een found footage-documentaire van het hoogste niveau.
10. The Power of the Dog (Jane Campion)
De rentree van Campion, een vlijmscherpe ontleding van de western-mythologie.
Carmen Felix
1. The Father (Florian Zeller)
2. De Oost (Jim Taihuttu)
3. Oxygen (Alexandre Aja)
4. The Night House (David Bruckner)
5. De zitting (Saskia Diesing)
Ilona van Genderen Stort
1. Nomadland (Chloé Zhao)
2. Druk (Thomas Vinterberg)
3. Gunda (Victor Kossakovsky)
4. The Truffle Hunters (Michael Dweck & Gregory Kershaw)
5. Un monde (Laura Wandel)
6. Silence of the Tides (Pieter-Rim de Kroon)
7. Aznavour, le regard de Charles (Marc di Domenico)
8. The Father (Florian Zeller)
9. The Most Beautiful Boy in the World (Kristina Lindström & Kristian Petri)
10. Cruella (Craig Gillespie)
Sacha Gertsik
1. Petite maman (Céline Sciamma)
Een kleine film, groots in al zijn herkenbaarheid.
2. Druk (Thomas Vinterberg)
Een film over een paar zuipende mannen, maar eigenlijk over hoe het is om steeds maar weer de ene voet voor de ander te blijven zetten in dit rare leven. En een van de beste eindscènes in jaren.
3. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
Film waar film voor bedoeld is – het blootleggen van misstanden, het invoelbaar maken van catastrofes, opdat we in de toekomst betere keuzes zullen maken.
4. First Cow (Kelly Reichardt)
Zielsverwarmende Reichardt over echt contact tussen mensen.
5. Forever Rich (Shady El-Hamus)
Rock-’n-roll cinema van eigen bodem, all hail Shady El-Hamus en Jonas Smulders, die hier zijn beste rol neerzet.
6. Women Make Film (Mark Cousins)
Must watch van Mark Cousins – 130 jaar filmgeschiedenis in 14 uur via het werk van 183 vrouwelijke regisseurs die werkten op 5 continenten. Een belangrijke stap richting hoe de filmcanon er daadwerkelijk uit zou moeten zien.
Dan Hassler-Forest
(in willekeurige volgorde)
Summer of Soul (Questlove)
Bo Burnham: Inside (Bo Burnham)
Pig (Michael Sarnoski)
Malignant (James Wan)
Barb and Star Go to Vista Del Mar (Josh Greenbaum)
Thomas Heerma van Voss
1. Dune (Denis Villeneuve)
2. Summer of Soul (Questlove)
3. Zack Snyder’s Justice League (Zack Snyder)
4. De veroordeling (Sander Burger)
5. Pig (Michael Sarnoski)
Rolf Hermsen
Eigenlijk heb ik dit jaar te weinig films gezien, zeker naast die enorme releaselijst. Maar goed.
1. The Father (Florian Zeller)
2. Promising Young Woman (Emerald Fennell)
3. The French Dispatch (Wes Anderson)
4. The Truffle Hunters (Michael Dweck & Gregory Kershaw)
5. David Byrne’s American Utopia (Spike Lee)
Grootste misser: Oscar voor Nomadland. Bij de eerste pianoklanken van Einaudi wist ik het zeker.
Boyd van Hoeij
(in willekeurige volgorde)
Onoda (Arthur Harari)
Petite maman (Céline Sciamma)
Undine (Christian Petzold)
La virgen de agosto (Jonás Trueba)
What Do We See When We Look at the Sky? (Aleksandre Koberidze)
De films die me dit jaar het meest beroerden waren piepkleine, intieme verhalen over mensen die ogenschijnlijk vaak niets bijzonders aan het doen zijn. Een vrouw loopt rond in de Spaanse hoofdstad waar de meeste bewoners op vakantie zijn. Een meisje en haar nieuwe vriendinnetje spelen samen in het bos. Een Japanse soldaat verschuilt zich tientallen jaren op een eiland in de Filipijnen zonder dat hij écht te weten komt dat de Tweede Wereldoorlog allang voorbij is. Een vrouw die naar een waternimf vernoemd is valt in Berlijn voor een duiker als een aquarium in een café plotseling aan gruzelementen valt. Twee mensen worden verliefd op elkaar in Kutaisi, een provinciaal stadje in Georgië, maar herkennen elkaar niet meer als ze voor het eerst echt afspreken.
In al deze verhalen wordt de nadruk vooral gelegd op alledaagse handelingen en is het het oog van de regisseur – en de scenarioschrijver(s) – dat de veelvuldige, eenvoudige handelingen tot iets sprookjesachtigs verheft. Magie is overal aanwezig, als je maar weet hoe en waar je om je heen moet kijken, lijken de films te zeggen. Maar de personages, zoals zoveel mensen die we kennen, zijn vaak blind voor wat er om hen heen gebeurt. Misschien wachten ze bijna tevergeefs op instructies van bevelhebbers, zijn ze op onverklaarbare wijze wakker geworden in een nieuw lichaam of blijken ze tijdens het buitenspelen de wetten van lineaire tijd en logica plotseling te hebben overstegen. Andere personages hebben misschien alleen tijd nodig tot, heel schoorvoetend, ze de ogen openen voor wat er allemaal om hen heen gaande is, om te zien wat er werkelijk allemaal gebeurt. En hoe wonderlijk het eigenlijk is om als mens te leven, van anderen te houden, deel uit te maken van een koppel, een familie of een andere groep.
Sprookjes hebben ook altijd hun duistere kanten en iedere alledaagse handeling is uiteindelijk een bouwsteen voor het vertellen van verhalen die ons iets over onszelf kunnen vertellen en hoe we ons zouden moeten gedragen in de complexe wereld om ons heen. Ieder sprookje is uiteindelijk un conte moral, een verhaal over normen en waarden. Het is dan misschien ook geen toeval dat alle bovenstaande films doen denken aan het werk van de Franse regisseur Éric Rohmer, die zelf zes van zijn films groepeerde onder de noemer Six contes moraux (waaronder ook zijn meesterwerken Ma nuit chez Maud en Le genou de Claire). Net als de andere films van Rohmer, die ook in verschillende groepen zijn samengebracht, zoekt de mensen patronen en manieren om de chaos om zich heen op orde te brengen of ten minste overzichtelijker te maken. Normen en waarden doen dat natuurlijk ook, alhoewel goede films sprookjes overstijgen omdat ze de waarden vaak niet neerleggen maar ze juist ter discussie stellen.
Waarom juist deze vijf titels? Heb ik als cinefiel mens na twee jaar thuiszitten meer behoefte aan morele houvast? Werd ik verliefd op deze films omdat ze me, als kleine, menselijke verhalen het tegenovergestelde konden bieden van al die uitgekauwde films over superhelden – maar zonder dat ik het zonder een beetje magie moest doen? Of ben ik de wereld in de laatste maanden als kleiner maar wonderlijker gaan beschouwen? Een ding is zeker: waarom sommige films tot ons spreken op bepaalde momenten is gedeeltelijk een raadsel en daardoor juist ook zo betoverend. En in deze tijden kunnen we allemaal wel een beetje magie gebruiken.
Roosje van der Kamp
1. This Is Not a Burial, It’s a Resurrection (Lemohang Jeremiah Mosese)
Een monumentale, ontzagwekkende fabel over de hervormende kracht van rouw, verteld met een voortreffelijke aandacht voor visueel en auditief detail.
2. First Cow (Kelly Reichardt)
Deze zachtaardige herinterpretatie van de western ontwricht de kapitalistische mythe in een langzaam maar meeslepend portret van een vriendschap tussen twee mannen.
3. The Hand of God (Paolo Sorrentino)
Verbluffende autofictie over Sorrentino’s traumatische verlies van zijn ouders, en een aanstekelijke ode aan de kunst van het kijken.
4. Annette (Leos Carax)
Deze post-ironische musical over de onlosmaakbare verbondenheid van maker en product, kunstenaar en kunstwerk is als geen andere film en lijkt nog het meest op een gemoderniseerde Griekse tragedie.
5. The Power of the Dog (Jane Campion)
De tweede Netflix-film in dit rijtje, en ook de tweede western gemaakt door een vrouw over de relatie tussen twee mannen, verbluft door zijn vermogen om emotionele inzichten in een meesterlijk gespannen verhaal te verpakken en ontroert door zijn hartverscheurende conclusie.
Ivo De Kock
1. Titane (Julia Ducournau)
2. First Cow (Kelly Reichardt)
3. Un monde (Laura Wandel)
4. Petite maman (Céline Sciamma)
5. Nomadland (Chloé Zhao)
Enig lichtpunt in een verder donker (film)jaar lijkt me dat vrouwelijke filmmakers voor de meest markante films en meest memorabele scènes zorgden. Meest emotionele moment tijdens een interview dit jaar: de bekentenis, met tranen in de ogen, van co-regisseur Maryam Moghaddam in Gent dat (het poëtische) Ballad of a White Cow wel héél (pijnlijk) persoonlijk is. Voldoende om alles in perspectief te plaatsen.
Romy van Krieken
1. Riders of Justice (Anders Thomas Jensen)
2. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
3. Nobody (Ilya Naishuller)
4. The Father (Florian Zeller)
5. De veroordeling (Sander Burger)
Omar Larabi
1. First Cow (Kelly Reichardt)
Stond eigenlijk vorig jaar ook al in m’n eindlijstje. Maar was dit jaar te zien in een reguliere bioscooprelease – en is in mijn hoofd alleen maar beter geworden. Prachtig bitterzoet sprookje over de Amerikaanse Droom, een schattige koe en oliebollen. Reichardt op haar best.
2. Petite maman (Céline Sciamma)
Sciamma weet met weinig middelen – een kleine cast, een rudimentaire set – een grootse, ontroerende film te maken. Over ouder-kindrelaties, en over rouw. Existentieel maar zachtmoedig. En zeker niet overdreven melodramatisch, zoals sommige critici schreven.
3. Pig (Michael Sarnoski)
Nicolas Cage zoals je hem nog nooit zag. In een subtiele wraakthriller zonder wraak en wraakzucht. Een genrefilm met een twist. Over de liefde voor een dier. Knap debuut van Sarnoski.
4. Dear Comrades! (Andrej Kontsjalosvki)
Een moedwillig vergeten geschiedenis verbeelden. Dat doet Kontsjalosvki met verve in dit aangrijpende en gestileerde drama waarin Joelia Vysotskaja laat zien dat ze een van de beste Russische actrices is.
5. Beginning (Déa Kulumbegashvili)
Je moet lef hebben om een shot lang aan te houden, om nauwgezet te spelen met de concentratiespanne van de kijker. Kulumbegashvili, de grote filmbelofte van Georgië, heeft dat. In haar knappe speelfilmdebuut, over trauma en de rol van de vrouw in Georgië, vindt ze het juiste ritme tussen momenten van overpeinzing en wanorde.
Adrian Martin
(in alfabetische volgorde)
Annette (Leos Carax)
Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
Censor (Prano Bailey-Bond)
Cry Macho (Clint Eastwood)
Zeros and Ones (Abel Ferrara)
Alex Mazereeuw
1. The Power of the Dog (Jane Campion)
2. Nomadland (Chloé Zhao)
3. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
4. Palm Springs (Max Barbakow)
5. Druk (Thomas Vinterberg) en Pig (Michael Sarnoski) en Nobody (Ilya Naishuller)
Maricke Nieuwdorp
1. The French Dispatch (Wes Anderson)
2. The Father (Florian Zeller)
3. Druk (Thomas Vinterberg)
4. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
5. Nr. 10 (Alex van Warmerdam)
Bart Oosterhoorn
1. Caveat (Damian Mc Carthy)
2. Pig (Michael Sarnoski)
3. New Order (Michel Franco)
4. Titane (Julia Ducournau)
5. #ShakespearesShitstorm (Lloyd Kaufman)
Ronald Rovers
1. Petite maman (Céline Sciamma)
2. Titane (Julia Decournau)
3. Pig (Michael Sarnoski)
4. The Green Knight (David Lowery)
5. Le bonheur (Agnès Varda)
Guus Schulting
1. Petite maman (Céline Sciamma)
2. Summer of Soul (Questlove)
3. The Power of the Dog (Jane Campion)
4. Titane (Julia Ducournau)
5. Feast (Tim Leyendekker)
Devi Smits
1. Bad Luck Banging or Loony Porn (Radu Jude)
Vorm is leidend in Loony Porn, en toch is deze film zó inhoudelijk. Regisseur Radu Jude weet de tijdgeest te vangen in deze bij vlagen heerlijk absurdistische satire.
2. Titane (Julia Ducournau)
Een waar filmfeestje dat je na afloop met één vraag achterlaat: waar heb ik in godsnaam naar gekeken?
3. Pig (Michael Sarnoski)
Een onverwacht tedere film met Nicolas Cage, die je bovendien het water in de mond doet lopen. Truffeltaart, anyone?
4. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
Na het zien van Quo vadis, Aida? bleef ik nog een lange tijd stil. De stress, de angst, de onmacht: Jasmila Žbanić maakt het gruwelijke invoelbaar in haar Srebrenica-film.
5. Riders of Justice (Anders Thomas Jensen)
Zelden zulke innemende complotdenkers ontmoet als de buitenbeentjes uit Riders of Justice.
Laura van Zuylen
1. Cruella (Craig Gillespie)
2. Druk (Thomas Vinterberg)
3. Le sorelle Macaluso (Emma Dante)
Alexander Zwart
1. The Power of the Dog (Jane Campion)
2. Petite fille (Sébastien Lifshitz)
3. Quo vadis, Aida? (Jasmila Žbanić)
4. Sound of Metal (Darius Marder)
5. La virgen de agosto (Jonás Trueba)
6. Sweat (Magnus von Horn)