Victor Kossakovsky over Architecton
'Er wordt onvoorstelbaar veel beton gebruikt'

Victor Kossakovsky. Foto: André Bakker
Victor Kossakovsky besluit zijn drieluik over onze relatie met de planeet met een documentaire die impliciet oproept tot milieuvriendelijke en bestendige architectuur. “We weten dat we niet voor de eeuwigheid bouwen. Als we dat wel doen, gaan we vast meer over het ontwerp nadenken.”
Na een explosie in een steengroeve glijden ontelbare stukjes rots van een bergwand naar beneden. Filmmaker Victor Kossakovsky filmt de overdonderende eruptie in slowmotion; er klinkt gebulder en gekletter. Als een straaltje zonlicht deze rotslawine penetreert, oogt het tafereel als een eigenaardige meteorietenregen. Even later wordt de stroom aan rotsen gefilmd vanuit de lucht. Uit de glinsterende massa, die lijkt op een onstuimige zee, stijgen witte stofwolken op. Aanzwellende blazers benadrukken in de compositie van Evgueni Galperine de onheilspellende aard van het schouwspel.
Zo vindt Victor Kossakovsky, ironisch genoeg, schoonheid in een steengroeve. De filmmaker wil de kijker met geprononceerd geluidsontwerp, gestileerde beelden en unheimische muziek op een andere manier naar onze planeet laten kijken. Architecton draait om onze neiging tot destructie en de milieuvervuilende rol die cement daarin speelt.
De hierboven omschreven openingsscène komt direct tot de kern van de film: we verwoesten bergen voor de productie van synthetisch en milieuvervuilend cement waarmee we onbestendige betonnen bouwwerken neerzetten. Zo veel, dat beton inmiddels na water (waaraan Kossakovsky in 2018 Aquarela wijdde) de meest voorkomende stof op aarde is.
De documentaire toont extreme voorbeelden van de fragiliteit van moderne architectuur: door oorlogsgeweld verwoeste flatgebouwen in Oekraïne; door aardbevingen gehavende wijken in Turkije. Als tegenwicht voor de vergankelijkheid van moderne betonbouw, die bestaat bij gratie van synthetisch cement, laat Kossakovsky onder meer de tempels in het Libanese Baalbek zien. Daarvan staan de fundamenten, gemaakt van natuurlijk cement, al bijna tweeduizend jaar overeind.
In zijn reflectie op de al dan niet duurzame materialen die de mens gebruikt, speelt ook esthetiek een rol. Zo voert Kossakovsky de Italiaanse architect Michele De Lucchi op, die wil dat we nadenken over hoe we onze omgeving inrichten. Als protest tegen hoe de mens de aarde volbouwt met wanstaltige objecten zien we hem in zijn achtertuin een cirkel van stenen aanleggen, waarvan het betreden verboden is voor mensen.
Architecton vormt na ¡Vivan las antípodas! (2011) en Aquarela (2018) het slot van Kossakovsky’s ‘A-trilogie’, een drieluik dat draait om onze relatie met de planeet. Tijdens IDFA 2024 vertelt de Rus, die al ruim tien jaar niet meer in zijn moederland woont maar afwisselend in Barcelona en Berlijn, over zijn zoektocht naar een nieuwe esthetiek. “In Berlijn heb je de voormalige luchthaven Tempelhof, nu een grote, groene leegte, midden in de stad. Tijdens de coronapandemie wandelde ik daar vaak. Toen de luchthaven vijftien jaar geleden werd gesloten, wilde men er bouwen. Omwonenden verzetten zich hiertegen: zij verlangden naar een park. Dat het er kwam is opmerkelijk, want je zou denken dat bouwbedrijven aan het langste eind trekken. Eigenlijk kan zo’n open plek in een metropool vandaag de dag helemaal niet.”

Het verlangen naar die lege plek is misschien een onbewust antwoord op de stortvloed aan lelijke gebouwen. “Vroeger waren Europese steden overzichtelijk: je bouwde een kathedraal en alle straten leidden daarnaartoe. Maar we leven in andere, multiculturele tijden. Dus vroeg ik architecten: wat zou mooi zijn, ook voor volgende generaties? Niemand had een antwoord. De Sagrada Família is de laatste kathedraal die we als mensheid bouwen. En wat nu? Winkelcentra en sportscholen lijken me geen goed idee. Een bibliotheek heeft ook geen zin, die hebben we tegenwoordig al op onze telefoon.”
Je wil iets bouwen dat tot de verbeelding spreekt. “Amsterdam heeft vandaag de dag twee gezichten. Je hebt het historische centrum, dat ooit is gebouwd voor de toekomst, en de minder aantrekkelijke gebieden eromheen. Mensen van overal ter wereld klimmen in het vliegtuig om de mooie architectuur in het centrum te zien, niet om zich te vergapen aan mismaakte betonnen bouwwerken. Dat is ook een probleem: we hebben geen emotionele connectie met moderne architectuur. En die architectuur heeft ook nog eens een houdbaarheid van gemiddeld slechts veertig jaar. We weten dat we niet voor de eeuwigheid bouwen. Als we dat wel doen, gaan we vast meer over het ontwerp nadenken.”
Duurzame architectuur is de oplossing? “Het probleem is dat architecten graag met beton werken, omdat het snel en goedkoop is. Het is onvoorstelbaar hoeveel beton er jaarlijks wordt gebruikt. We verwoesten bergen om te kunnen bouwen. Om vervolgens de gebouwen te slopen en van het puin weer bergen aan te leggen.”
Wat u omschrijft is eigenlijk kapitalisme in een notendop: alles voor het snelle geld. “Alles is fast. Fastfood, fast buildings. Vijfentwintig jaar geleden maakte ik Tishe! [2002], over werklieden die voor mijn appartement in Sint-Petersburg een kuil in het wegdek repareerden. Twee maanden later kwamen ze weer terug, omdat het gat groter was geworden. Daarna bleven ze maar terugkomen. Eerst dacht ik: ze zijn incapabel. Maar nee, ze zijn pienter. Want hoeveel geld kan je verdienen aan een vierkante meter wegdek? Dat doen we ook met gebouwen; alleen al in het Verenigd Koninkrijk worden zo’n 52 duizend gebouwen per jaar gesloopt.”
Maar architecten zijn toch ook idealisten die streven naar schoonheid? “Alle toparchitecten die ik sprak, vertellen hetzelfde verhaal. Ze beginnen aan dit werk vanuit een roeping om mooie bouwwerken te scheppen. Maar na hun studie komen ze al snel tot het besef dat hooguit een op de tien creaties een aantrekkelijke uitstraling mag hebben. Die zie je terug in de tijdschriften. De rest is herhaling. En dat ligt aan politici, ontwikkelaars en investeerders.”
Is schoonheid de voorwaarde voor architectuur die de tand des tijds wil weerstaan? “Architectuur gaat gepaard met grote verantwoordelijkheid. Als je een berg verwoest, moet je zeker van je zaak zijn. Je moet weten wat mooi en bestendig is. Maar we doen het omgekeerde. Wist je trouwens dat die groeve in de film 1.460 meter breed is, tien keer de hoogte van de Grote Piramide van Gizeh? Die piramide is opgetrokken in een veelhoekige verticale constructie – een techniek die we vandaag de dag niet meer onder de knie hebben. En die megaliet in Baalbek, die weegt 1.370 ton en kan je met moderne apparatuur niet optillen.”
Ziet u trouwens gelijkenissen tussen architectuur en filmkunst? Ziet u uzelf als een architect van beelden? “Nee, cinema heeft een ander artistiek proces. Een architect ziet als eerste de vorm van het gehele gebouw voor zich. Dan betreed je het gebouw en zie je de details, zoals een deurknop. Je gaat een kamer in, je ziet het uitzicht uit een raam. In cinema zie je de vorm pas aan het einde, het begint juist met de details. Je begint met de deurknop, de kamer en het uitzicht uit het raam. Dan ga je een verdieping hoger, en nog een verdieping hoger. Gaandeweg zie je steeds meer verschijnen als je uit het raam kijkt. En pas aan het einde dient zich een compleet bouwwerk aan.”
Architecton is vanaf 1 mei 2025 te zien in de bioscoop en via Picl.nl