Redactioneel – mei 2025
Kettingzagen

The Texas Chainsaw Massacre
Je kunt het in tijden van extreme politieke ideologieën niet alleen over de filmkunst hebben. Dat is struisvogelpolitiek.
Elke filmmaker en elke criticus die het op dit moment alleen over vermaak wil hebben, of zich juist terugtrekt in ‘haute critique’, kiest daarmee ook politiek stelling. Om te laten zien hoe filmmakers over de hele wereld worden gehinderd of zelfs bedreigd, zijn we de serie ‘Cinema onder vuur’ begonnen, deze maand met fantastisch werk van de Londense illustrator Louis Pohl Koseda.
Die serie kan de ontwikkelingen nauwelijks bijhouden. Het lijkt soms of er nog niet zoveel verandert, maar dat is deels omdat de effecten op filmproductie pas met vertraging zichtbaar worden: de tijd die het kost om de films te maken.
Zelfs in Hongarije moet je even zoeken om te zien hoe het zit. The Guardian meldde eind februari dat daar nog best wat internationale producties worden gefilmd – The Brutalist, delen van The Witcher – omdat het land vanuit het verleden een sterke infrastructuur voor filmproductie heeft en financieel voordeel biedt.
Maar Hongaarse filmmakers zelf krijgen geen cent van het nationaal filminstituut, dat vrijwel uitsluitend films financiert die de extreemrechtse ideologie uitventen. The Guardian haalt Dávid Jancsó aan, de voor een Oscar genomineerde editor van The Brutalist, die zegt dat “regeringen kunnen kiezen of ze belastinggeld besteden aan propagandafilms of aan films die prijzen [kunnen] winnen [op internationale festivals; RR]. In Hongarije koos men voor propagandafilms.” Filmmakers die niets krijgen, vermoeden dat ze op een zwarte lijst staan. Maar zoiets wordt natuurlijk niet bevestigd. Want laat ze maar zwemmen.
Wat gaan we doen met Amerikaanse films die een klefrechtse ideologie uitventen, vragen we ons binnen de redactie al enige tijd af. Juist vanwege die vertraging die in filmproductie zit ingebouwd, was er niet direct noodzaak om hierop een antwoord te formuleren. Dat is nu veranderd. In de staat Texas ligt inmiddels ‘House Bill 4568’ op tafel, dat de komende tien jaar 2,5 miljard dollar aan productievoordelen wil garanderen.
Het wordt aangeprezen door Woody Harrelson en Matthew McConaughey, maar die hebben misschien de kleine lettertjes in het voorstel niet gelezen. Want het geld is alleen voor films die “Texas en Texanen in een positief licht laten zien” en “familiewaarden uitdragen”, met extra voordeel voor “faith-based productions”. Als er niets verandert aan de politieke koers van de Verenigde Staten, zullen andere staten ongetwijfeld volgen.
Er bestaat al decennialang een rechts-conservatieve filmproductie in de VS, maar die leverde alleen zompige zooi af. Nu druppelt die zomp de mainstream binnen. Het betekent ook dat een heleboel andere films niet meer gemaakt zullen worden. Texas Chainsaw Massacre anyone?